Onze stad zag in de voorbije eeuwen veel mensen passeren die in hun tijd grote bekendheid genoten, maar daarna in de nevelen van de geschiedenis verdwenen. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van die ‘vergeten’ Bruggelingen. Vandaag: Mathias de Visch, heroprichter van de stedelijke academie.
De Brugse Stedelijke Academie geniet naam en faam, maar ooit was het voortbestaan van de instelling in gevaar. Ze is opgericht in 1717 en is daarmee een van de oudste academiën van de Nederlanden. In de beginjaren had de academie echter af te rekenen met tal van moeilijkheden als gevolg van stichters die overleden en te geringe financiële middelen. Als gevolg hiervan sloot de academie tien jaar na haar oprichting de deuren. Nog eens tien jaar later was daar Mathias de Visch die de oude academie een nieuw leven bezorgde.
Petronella Iweins
Mathias de Visch werd op 22 maart 1701 gedoopt in Reninge als zoon van Mathias en Catharina Thérèse van den Bussche. De Visch studeert eerst aan de Brugse academie en vertrekt in 1723 naar Parijs om daarna naar Italië door te reizen om er onder andere de Romeinse oudheid en de oude meesters te bestuderen. In 1732 is Mathias weer in Brugge en vestigt hij zich aan de Spiegelrei of de Spinolarei. Hij woont dus in de buurt van de Poortersloge waar onder zijn impuls de academie opnieuw opstart. Op 4 januari 1737 trouwt Mathias de Visch met de zeker twaalf jaar jongere Petronella Iweins uit Lo. Mogelijk woont het koppel eerst een drietal jaren op de Onze-Lieve-Vrouweparochie in Brugge vooraleer intrek te nemen in een huis aan de Naaldenstraat. Mathias en Petronella krijgen zeven kinderen. Op 15 september 1750 koopt de Visch twee huizen aan de Kuipersstraat die tot één handels- en woonhuis worden verbouwd en dat bekend is onder de naam Onse Vrouwe. Mathias’ echtgenote houdt er linnenhandel, die na haar overlijden op 21 juli 1782 door een van hun kinderen wordt voortgezet.
Goede reputatie
Het gezin de Visch bezit een eerbiedwaardige status en een goede reputatie. Daarnaast was het koppel bemiddeld en bezit het enkele eigendommen, zowel huizen in Brugge als landerijen in Kaaskerke en Alveringem. Bij het overlijden van Mathias de Visch inventariseerden de kunstschilders Jan Garemijn en Paulus de Cock zijn tekeningen en schilderijen, terwijl edelsmid Andries Petyt de schatting van het zilverwerk voor zijn rekening nam. Mathias de Visch verwierf vooral bekendheid als heroprichter van de Brugse academie waarvan hij tot aan zijn overlijden op 25 april 1765 directeur bleef.
Brand in Poortersloge
Een zwarte bladzijde in zijn leven en in de geschiedenis van de academie was de brand die de Poortersloge in de nacht van 28 op 29 januari 1755 trof. Mogelijk begon de brand in de Visch’ werkkamer en kwam hij deze gebeurtenis maar moeilijk te boven. (CW)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
