Na Bruno Pieters en Glenn Martens blijft er Brugs modetalent bovendrijven. De nog maar 23-jarige Bart Lapere is genomineerd voor de Belgian Fashion Awards. De jonge Bruggeling maakt kans op de titel van meest beloftevolle afgestudeerde.
Na de Eskimo Fashion Award in 2017 en de Flanders DC Award eerder dit jaar kan Bart Lapere straks zijn derde modetrofee in de wacht slepen. Bij de prestigieuze Belgian Fashion Awards, die uitgereikt worden op 21 november in Antwerpen, is de nog altijd maar 23-jarige Bruggeling genomineerd in de categorie Most Promising Graduate, of meest beloftevolle afgestudeerde.
“Collectie is klaar”
“In theorie ben ik nog niet afgestudeerd als master”, lacht Bart Lapere. “Ik heb wel al mijn bachelor, maar mijn masterjaar doe ik zoals bijna iedereen in twee jaar. Een eigen collectie maken, je tijdens seminaries verdiepen in andere gebieden, een stage lopen… Dat allemaal in één jaar moeten doen, is zeer moeilijk. Mijn collectie is klaar, nu kijk ik uit naar mijn stage. Ik heb al wat opties, maar ik heb nog niets vastgelegd. Veel hangt af wat ik zal kunnen bijleren.”
Toen ik mijn kledij in mijn kast zag hangen, begon ik steeds vaker te denken: ‘Wat kan ik verbeteren?’
Dat zijn toekomst in de mode lag, daar was de geboren en getogen Bruggeling al snel uit. “Na vier jaar de ASO-richting humane wetenschappen aan het Sint-Andreasinstituut wilde ik een nieuwe weg inslaan. Die richting aan De Garenmarkt lag me niet, ik wilde iets meer technisch en creatief. Altijd was ik al bezig met kunst en ik wilde mijn tekeningen omzetten in iets tastbaars. Steeds meer kreeg ik het gevoel dat mode me lag. Toen ik mijn kledij in mijn kast zag hangen, begin ik steeds vaker te denken: hoe is dat gemaakt? Wat zou ik kunnen verbeteren? Hoe zou ik dat nog meer van mezelf kunnen maken? Vanaf het vijfde middelbaar volgde ik aan het Technisch Instituut Heilige Familie (De Maricolen, red.) snit en naad. Dat ik dat als jongen volgde? Nooit heb ik gevoeld dat dat een issue was. En eigenlijk kon de mening van anderen me ook niet veel schelen.”
Ideeën vertalen
Tot op vandaag plukt hij de vruchten van die keuze. “In het hogere ligt de nadruk niet zo hard op het technische, wel op het creatieve. Zelf vind ik de knowhow van hoe kledij wordt gemaakt zeer belangrijk. Het is tenslotte de vertaling van je ideeën naar iets tastbaar. Mensen die die voorgeschiedenis niet hebben, kunnen zich soms moeilijker uitdrukken.”
Zijn hogere studies volgde hij aan het KASK, het Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. “Het was de enige plek waar ik een ingangsexamen aflegde. Naar andere scholen ben ik zelfs niet gaan kijken. Tijdens de opendeurdag had ik meteen een heel goed gevoel. Kleine klassen, veel individuele begeleiding… En je krijgt er ook de kans om vrij te zijn in het creatieve deel. Je wordt er niet in een bepaalde richting geduwd. Je kon en mocht er op je bek gaan. Dan leer je je zwaktes kennen, jezelf ontwikkelen. Mijn stijl heeft zich heel persoonlijk kunnen evolueren.”
Wat die stijl inhoudt? “Klassiek, opgekleed, getailleerd, luxueus, subtiel, verfijnd. Die kernwoorden vatten het misschien het beste samen. Zelf ben ik heel erg geïnteresseerd in couturetechnieken. Vanbinnen heel veel handwerk, waar je aan de buitenkant niets ziet. Een zeer intensieve vorm van mode, maar dat is voor mij het interessantst. Waar mijn toekomst ligt? Ik haat sleur en wil niet te gelimiteerd zijn. En dat wil combineren met duurzaamheid. Zo wordt er nog veel te weinig stilgestaan bij het transport van de kledij. Of Aan de grondstoffen die bij het productieproces nodig zijn. Werk lokaler, hou de vervoersketen zo klein mogelijk, maak minder kledij maar van een betere kwaliteit. We hebben niet altijd zo veel kledij nodig. Maak dat kleren langer gedragen kunnen worden. En dat kapotte kledij hersteld kan worden. Ja, dat houdt me bezig. En het zou eigenlijk iedereen bezig moeten houden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier