Brugge maakt kennis met de wooncoöperatie: huurders ‘huren bij zichzelf’

Redactie KW

Zaterdagvoormiddag vond in Brugge een infomoment plaats rond de ‘wooncoöperatie’, een nieuwe woonformule waarbij je mede-eigenaar wordt en die eigenlijk het midden houdt tussen kopen en huren.

Cohousing, woningdelen, tiny houses… De woningmarkt is de jongste jaren in volle beweging en sinds kort doet in Vlaanderen dus nog een nieuwe formule zijn intrede. Je werk kwijt of je lief is gaan lopen? Misschien is dit de oplossing. “In deze formule ben je niet meer voor de rest van je leven aan een woning gebonden”, zegt Jeroen Gaeremynck van Wooncoop.

Huren bij jezelf, luidt de slogan waarmee Wooncoop zichzelf aan potentiële huurders en aandeelhouders presenteert. De organisatie ging vorig jaar uit de startblokken in Gent en zet nu ook in Brugge voet aan wal. “Door het verdunnen van de gezinnen en het stijgen van de vastgoedprijzen, wordt er steeds meer gezocht naar alternatieven. De wooncoöperatie combineert het beste van de twee klassieke formules”, zegt Jeroen Gaeremynck, die in Brugge ook projecten rond cohousing begeleidt.

Wooncoop is een coöperatieve die huizen aankoopt die alleen de aandeelhouders kunnen huren. Doelgroep: singles en eenoudergezinnen die op de traditionele huurmarkt hun gading niet vinden. In Brugge is het project Eikenberg daar al een vorm van. “Een van de bewoners daar is er 55 en kon bij de bank geen lening meer krijgen. Dankzij deze formule kan hij er wel wonen en heeft hij de bank niet meer nodig. Bij Wooncoop bezit je een derde van de kostprijs in aandelen; de inleg is dus veel lager dan wanneer je op de klassieke markt een huis zou kopen.”

Maar er is dus wel nog altijd een startkapitaal nodig. “We zijn daarvoor nog een soort spaarformule aan het uitwerken maar de formule is ook interessant voor investeerders. Je kan familie of vrienden aanmoedigen om aandelen te kopen; een vorm van ethisch beleggen waarbij er jaarlijks dividenden worden uitgekeerd.” De wooncoöperatie verhuurt woningen aan haar coöperanten, die er voordelig en levenslang kunnen wonen. “Ook een groot voordeel ten opzichte van een klassieke huurwoning. Zo ontstaat er bovendien een grotere betrokkenheid en verantwoordelijkheid ten overstaan van de woning. “

Maar het grote codewoord in deze nieuwe formule is volgens Gaeremynck flexibiliteit. “De woonmarkt is op vandaag erg strak georganiseerd; ze past zich moeilijk aan maatschappelijke veranderingen aan. Er zijn tegenwoordig bijvoorbeeld veel meer singles en eenoudergezinnen op zoek naar een woning, en met één loon kunnen die meestal niet meer lenen. Jongeren zijn dan weer niet meer altijd zo honkvast en settelen zich steeds later, of niet, op een vaste plek.” Wooncoop wil daar dus met een flexibel woonaanbod een duurzaam antwoord op bieden. “Waar en hoe groot je wil wonen, met welk budget…: van kamerwonen met veel gedeelde ruimtes over volwaardige appartementen met een beperkte gemeenschappelijke plek tot gezinswoningen. Daarmee is de wooncoöperatie complementair aan cohousing, een verdere verruiming van het aanbod. En als je er later weer wil uitstappen, kan dat zonder veel drempels. “Je hoeft bijvoorbeeld niet weer langs de notaris”, klinkt het.

Nu al huren volgens Gaeremynck heel wat Bruggelingen samen een woonst via de particuliere huurmarkt; officieus ook cohousing dus. “Bij projecten als Stoer Huus en Eikenberg voelden we al dat hier zeker interesse voor bestaat. Het principe van woningdelen heeft, naast het financiële aspect, tenslotte ook een belangrijke sociale dimensie. Niet onverdienstelijk in een stad die sinds kort een actieplan tegen eenzaamheid heeft.”

(WK – foto WK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier