Brigitta Simoens: negentig en voor één keer een open boek

Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

“Ik ben een straatloper,” zegt ze. “Iedereen kent me hier en ik ken iedereen.” Dat willen we graag geloven: ze is een opmerkelijke verschijning. Door haar ranke, rijzige gestalte, zeker, maar nog meer door haar opvallende groene bril. “Ik hou van design”, zegt ze, “en als ik naar buiten ga, wil ik er ook goed uit zien.” We ontmoeten Brigitta Simoens, Ieperse van origine, in haar appartement aan het Zuid in Gent. Ze is negentig en heeft net gedebuteerd met haar biografie. Onder de titel Eb & Vloed vertelt ze over haar leven als doktersvrouw, als restaurantuitbaatster, als interieuronderneemster – onder meer voor dancing Zillion en als… model. “Ik hou van het leven,” zegt ze. “Ik heb ook mijn portie verdriet gehad, maar mocht ik het moeten overdoen, ik zou precies hetzelfde doen.”

Schilderijen, tekeningen, portretten… Het interieur van haar appartement laat er geen twijfel over bestaan: Brigitta Simoens weet zich graag omringd met kunst. Of beter: met wat schoonheid uitstraalt. Zo spreekt ze ook. Keurig, correct en to the point. “Ik ben nochtans tweetalig opgevoed”, vertelt ze. “Mijn moeder was een Franse, uit Roncq, mijn vader was Oost-Vlaming van origine en landbouwkundig ingenieur in Ieper. Hij was directeur in West-Vlaanderen van het ministerie van Landbouw en betekende veel voor de heropbouw van de landbouwbedrijven na de Tweede Wereldoorlog. Tegen moeder praatten we in het Frans, met vader was het in het Nederlands. Zo ging dat toen.” Brigitta was de tweede van drie dochters, die hun zorgeloze kindertijd in Ieper ineens zagen eindigen toen in 1940 de oorlog uitbrak. Decennia later – op haar 87ste – beslist ze om haar leven, dat haar via omwegen van Ieper naar Gent bracht, in boekvorm uit te geven. Waarom, vroegen we haar.

Brigitta Simoens: “Om de tijd stop te zetten. Om de doos van mijn bestaan te openen en het verleden weer tot leven te brengen, de mooie en de droevige momenten. Ik zat hier ook letterlijk tussen de dozen met herinneringen, met brieven, met aantekeningen van vroeger. Ik heb er mijn tijd voor genomen, meer dan twee jaar heb ik zitten schrijven. Ik heb niets aan het toeval overgelaten om er een verzorgde uitgave van te maken. Voor de omslag van het boek zocht ik een illustrator en de tekst is heel nauwgezet nagelezen door een germaniste.”

Het boek werd eind april feestelijk voorgesteld in Gent, op haar 90ste verjaardag. “Er waren meer dan honderd genodigden,” glundert ze. “Het was een prachtige middag, hier in de Zebrastraat.”

Het is niet de eerste keer dat Brigitte Simoens in een boek verschijnt. Toen ze in Lo woonde modelleerde schrijver Clem Schouwenaars haar al eens tot een personage in zijn opmerkelijk boek De Seizoenen. Hij gebruikte wel meer mensen uit Lo en omgeving om zijn boek over zijn kluizenaarsleven in Lampernisse te bevolken.

BIO – Brigitta Simoens

Brigitta Simoens is 90. Ze is in Ieper geboren, was getrouwd met dokter André Sys. Ze hadden vijf kinderen, van wie een zoontje kort na de geboorte stierf.

Het gezin woonde zo’n twintig jaar in Lo. Na haar echtscheiding trok Brigitta naar Oostduinkerke, vervolgens naar Roeselare en naar Gent, waar ze nu woont.

Ze heeft 13 kleinkinderen en 16 achterkleinkinderen.

In Eb & Vloed vertelt ze over haar leven, over haar familie, over haar ondernemen. Het boek telt 260 pagina’s, is geïllustreerd. Het is gedrukt en uitgegeven bij Drukkerij Jacobs in Brugge.

Klopt het dat u model stond voor het personage Mireille, de apothekersvrouw met wie de schrijver een verhouding had?

Brigitta Simoens: “Ja, dat klopt. Of toch dat ik model stond voor het personage Mireille. Ik was nooit zijn minnares. Nee, hij was een vriend. Ik bezocht hem wel eens in Lampernisse en hij kwam geregeld over de vloer. Hij werd vriend aan huis, mijn man was zijn huisdokter, hij kende de kinderen. Maar Clem mengde fictie en werkelijkheid door elkaar in dat boek. Elke Lonaar herkende mij in dat personage, dat wel, maar wat ze daar verder bij dachten, daar lag ik niet wakker van.”

Het leven was mooi, in Lo, maar tegenslagen bleven niet uit. Brigitta verloor haar vierde kind, haar derde zoontje, nog geen drie weken na zijn geboorte. Tijdens haar zwangerschap had de doktersvrouw, toen ze haar oudste zoon Philippe naar het college van Poperinge bracht, op de spekgladde winterwegen een zwaar accident. Om een ander ongeval te ontwijken, ging haar wagen aan het slippen, raakte een rijkswachter op de weg en belandde zo tegen een boom. Haar oudste zoon raakte niet gewond, maar de zwangere Brigitta liep een bekkenbreuk op. Vermoedelijk was dat uiteindelijk fataal voor haar baby.

Het overlijden van haar zoontje was op zich al een zware beproeving, maar, zo vertelt Brigitta in haar boek “… dat verlies bracht ons al koppel niet dichter bij elkaar. Het verdriet kon niet worden verwoord en gedeeld…”

Het lijkt wel alsof een periode aanbreekt waarin uw leven gaat kantelen. U kiest voor een nieuw project. Geen impulsieve beslissing, maar een wel overwogen keuze?

Brigitta Simoens: “Het idee was al langer aan het rijpen. Er was nood aan iets nieuw om onze toekomst veilig te stellen. Twee voorwaarden: ons gezin mocht er niet onder lijden en mijn man moest er ook achter staan. Ik had handen, ik kon aan de slag en we kozen gezamenlijk voor een restaurant. Mijn man had zijn dokterspraktijk, ik zou mijn restaurant uitbaten. En de kinderen zagen het al helemaal zitten: ze zouden gratis op restaurant kunnen, zeiden ze.”

Het restaurant kreeg de naam Caesarshof. De keuze voor die naam heeft wezenlijk iets met Lo te maken?

Brigitta Simoens: “De patriciërswoning waarin het restaurant onderdak vond, had een historische waarde. Het pand bevond zich in de buurt van de taxusboom vlakbij de vroegere stadspoort, waarover de legende vertelt dat Julius Caesar er zijn paard zou hebben vastgebonden. Ver hoefden we niet te zoeken om bij de naam Caesarshof terecht te komen.”

Brigitta Simoens: negentig en voor één keer een open boek

Van doktersvrouw naar restaurantuitbaatster is geen vanzelfsprekende switch. Was het meteen duidelijk dat het een succesverhaal zou worden?

Brigitta Simoens: “We stelden alles in het werk om het te laten lukken natuurlijk. We omringden ons met personeel dat beloftevol was of dat zijn strepen al had verdiend. We hadden een ruime kennissenkring, dat hielp ook bij de start. Maar ik wou nog een andere ambitie waar maken: bezoekers moesten ook kunst en cultuur kunnen proeven in het Caesarshof. En dus zorgde ik ervoor dat schilders en kunstenaars er konden exposeren. En zo kwamen de expressionist Gaston Theunynck er geregeld over de vloer, ook Paul Delvaux kwam meer dan eens langs. Clem Schouwenaars noemde bij een opening van een expositie het Caesarshof zelfs het culinaire centrum van de Westhoek. Ministers, auteurs en woordkunstenaars vonden even makkelijk als de kunstschilders de weg naar het restaurant.”

Een succesverhaal dus. Waarom zette u daar na vijf jaar ineens een punt achter?

Brigitta Simoens: “Ik had dat altijd zo voor ogen gehad: na vijf jaar uitbating van het restaurant was het tijd voor iets anders. ‘Madame doet dat gèren’ , hoorde ik de klanten beweren, en dat was ook zo, maar ik was meer dan de joviale gastvrouw in die wereld van geneugten. Men zag enkel de lach en het plezier, niet de tristesse, de ontgoocheling en de eenzaamheid die ik diep vanbinnen meedroeg.”

Intussen beslisten u en uw man om officieel uit elkaar te gaan. Dat is nooit een gemakkelijke beslissing, maar in die tijd, de jaren zeventig, rustte daar toch nog een taboe op?

Brigitta Simoens: “Je trouwt niet om te scheiden. We hielden het discreet, we vermeden publiek vertoon maar er ging toch een schokgolfje door Lo, toen. En we waakten erover dat de kinderen niet hoefden te kiezen voor hun vader of voor mij.”

Voor het Caesarshof daagde al vrij vlug een koper op en Brigitta verhuisde voor even naar Oostduinkerke. Met het restaurant had ze van het ondernemen geproefd. En toen ze met een Roeselaarse zakenman bevriend raakte, ging ze mee ondernemen en investeren. ‘Mijn vriend was meer een filosoof dan een zakenman’, schrijft Brigitta in haar boek. Zo zag de onderneemster veel vlugger dan haar vriend dat het met een overgenomen bedrijf dat metalen bureaumeubelen maakte niet goed ging. Uiteindelijk moeten ze de boeken neerleggen én dat is het moment waarop Brigitta beslist om als ze nog eens onderneemt, ze dat helemaal alleen zal doen.

In Gent pakt ze uit met Git’sit, een zaak in designmeubelen. Ze zal onder andere het interieur van de legendarische dancing Zillion mee bepalen. Hoe ze dat toch deed?

Brigitta Simoens: “Ik nam deel aan de Interieurbiënnale in Kortrijk, ontmoette diverse fabrikanten en ontwerpers en ook Frank Verstraete van de Zillion. Als ik hem wou spreken, kon dat pas na tien uur ‘s avonds in zijn kantoor boven de dancing in Antwerpen. Ik was altijd opgelucht als ik aan het einde van dat donkere labyrint van gangen de grote, gammele goederenlift bereikte die me dan tot bij het kantoor van Frank bracht. We hebben jarenlang in het volste vertrouwen met elkaar kunnen samenwerken. Tijdens brainstormsessies onderzochten we hoe we de megadancing konden omtoveren tot een dansparadijs. En geleidelijk volgden ook andere discotheken, onder meer de Carré in Willebroek, maar we gingen ook naar het buitenland.”

Op een van haar tafels in haar appartement prijkt een fotocollage. Het is een vrij recente foto. De 90-jarige dame prijkt er naast een jonge man. Ze merkt dat we bij de foto even aarzelen.

Men zag enkel de lach en het plezier, niet de tristesse, de ontgoocheling en de eenzaamheid die ik diep vanbinnen meedroeg

Brigitta Simoens: “Ik zei het al, ik ben straatloper, hier in Gent. De opticien in de buurt had me opgemerkt. Dat kan niet missen, met zo’n gekleurde bril. Maar de man vroeg me of ik model wou staan voor enkele foto’s voor zijn zaak. Samen met een jonger model, een man. En kijk, dat is het resultaat.”

Ze was overigens nog eens fotomodel. Voor een actie van de kringloopwinkel en Oxfam in Gent. “En ik brei veel en vaak en de opbrengst gaat naar goede doelen”, geeft ze nog gauw mee.

Haar boek hebben we na het gesprek gelezen. Het is, voor een debuut, ronduit indrukwekkend gaaf geschreven. Het leest heel vlot en geeft ons een duidelijk beeld over het leven zoals het was, kort na de oorlog, in een plattelandsdorp. En het geeft ook inkijk in een familiegeschiedenis waar vreugde en verdriet, succes en tegenslagen elkaar willekeurig opvolgen. Maar Eb & Vloed is vooral een portret van een markante, sterke madame.

Eb & Vloed is te koop in de Standaard Boekhandel in Gent en Ieper.