Bouchra Azami Idrissi, directeur Thuiszorg Motena: “Thuiszorg is een groeiverhaal dat nooit af is”

Bouchra Azami Idrissi: “Ik probeer al mensen te helpen van toen ik een klein meisje was.”© Stefaan Beel
Bouchra Azami Idrissi: “Ik probeer al mensen te helpen van toen ik een klein meisje was.”© Stefaan Beel
Peter Soete

Bouchra Azami Idrissi is een gelukkige vrouw. Zowel in haar job als in haar privéleven loopt het zoals het moet lopen. Ondanks een preventieve quarantaine ziet de Motena-directeur van Thuiszorg Kotee het leven door een roze bril.

Waarom moet je in quarantaine? Wegens een uitbraak op school?

Bouchra Azami Idrissi : “Een aantal leerlingen in de klas van mijn dochter Yasmine hebben positief getest, een tijdje later Yasmine ook en zo bleef ons hele gezin in quarantaine. Mijn man, onze vier kinderen en ik hebben dus een tijdje thuis gezeten. Dat was niet altijd zo eenvoudig. Ik bleef werken, maar ik heb die quarantaine gecombineerd met vakantiedagen. Dat maakte het draaglijker. Zo’n quarantaine heeft ons als gezin wel laten bezinnen over de vrijheden en luxe die we kennen.”

Lukt het om de coronamaatregelen te volgen?

“Absoluut, we zijn daar samen doorgegaan als gezin. We houden ons zeer strikt aan de maatregelen. De angst zit er toch in. Mijn schoonvader is in september 2020 overleden aan corona, hij was pas 64.”

Het zorgende, het warmmenselijke, heeft dat er bij jou altijd ingezeten?

“Ik probeer al mensen te helpen van toen ik een klein meisje was. Ik bakte thuis brood van toen ik negen was. In de buurt en op school probeerde ik ook mensen te helpen. Ik was als kind eigenlijk al onbewust bezig met mijn beroep. Wanneer ik iemand een bezoekje bracht in het ziekenhuis vroegen verpleegkundigen me soms om te tolken wanneer ze iets moesten uitleggen aan Marokkaanse mensen die geen andere talen spraken. Dat deed ik met plezier.”

Maar de jonge Bouchra had ook een andere droom?

“Ik wilde piloot worden. Dat vond en vind ik nog steeds de grootste vorm van vrijheid. Ik had er veel voor over. Na mijn studies verpleegkunde ben ik een opleiding tot piloot begonnen. De boeken en de opleiding hadden me al 6.000 euro gekost en dan moest ik mijn stage starten en vlieguren verzamelen. Dat was zeer duur en ik kreeg geen lening bij de bank. En daar stopte mijn droom om piloot te worden.”

“Spijt? Neen, ik vond het jammer dat ik geen piloot kon worden, maar ik ben er beter uitgekomen. Tegenslagen vormen je ook als mens en we moeten dankbaar zijn voor de zaken die wel lukken. Het glas is altijd halfvol bij mij, nooit halfleeg. Dat probeer ik ook steeds mee te geven aan mijn kinderen.”

Hoe ben je in Roeselare gekomen, want je bent in Antwerpen opgegroeid?

“Als peuter kwam ik vanuit Fes in Antwerpen terecht. In 2001 heb ik West-Vlaanderen leren kennen. Mijn ouders kwamen in Moeskroen wonen. Als verpleegkundige heb ik in een woonzorgcentrum in Rekkem gewerkt, werkte ik op intensieve in een ziekenhuis in Menen en later in het operatiekwartier van het UZ Gent . In 2006 maakte ik de overstap naar het Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen en groeide er door tot afdelingsverantwoordelijke van Poperinge, later ook van Roeselare. Dat gaf me de gelegenheid om veel verschillende afdelingen en mensen te leren kennen. In 2016 begon ik bij Motena en vier jaar later werd ik er directeur van de thuiszorgdiensten, Kotee.”

De dienst Thuiszorg, ook wel Kotee genoemd, verzamelt een heleboel diensten. Is die dienst nu volledig uitgebouwd?

“Dat mag je nooit denken. De noden van de klanten veranderen en verschuiven voortdurend en wij moeten daarin volgen en zelfs anticiperen. Twintig jaar geleden zou niemand van een thuiszorgorganisatie gedacht hebben aan een elektronisch verpleegdossier of chemokuren die thuis begeleid worden. Thuiszorg is een groeiverhaal dat nooit af is.”

Op welke verwezenlijkingen van Kotee ben je meest trots?

“Op het motiveren van en de opleidingen van onze medewerkers. Wij zijn één hecht team en iedereen binnen ons team heeft een stem om zijn of haar bijdrage te leveren. Alle actieplannen worden voorgesteld en gedragen door de teamleden. Ik ben ook zeer tevreden op de digitale tools die onze dienstverlening en zorg op maat verbeteren. Veel van die digitalisering hebben onze experts in huis trouwens zelf uitgewerkt.”

“Of er nog iets kan verbeteren? We moeten steeds op zoek naar manieren om het nog beter te doen. Daarom ontwikkelen we ook voortdurend actieplannen voor de toekomst. Zoals eerder al gezegd, ons verhaal is nooit af.”

Waar zien we Bouchra binnen twintig jaar?

“Ik hoop vooral om dan nog gezond te zijn en superactief aan het werk te zijn. Ik plant graag zaadjes, zie ze graag groeien en pluk er ook graag de vruchten van. In die optiek denk ik wel dat ik nog twintig jaar zal bezig zijn.”

Ben je een gelukkige vrouw?

“Ja, zowel in mijn job als in mijn privéleven. Iedereen kent wel eens minder toffe momenten, maar het komt er op aan om niet bij de pakken te blijven zitten. Je moet er misschien op bepaalde ogenblikken meer aan werken maar ‘gelukkig zijn’ heeft veel te maken met je mindset . Zoals ik al eerder vertelde: als je het glas halfvol ziet in plaats van halfleeg dan beleef je er meer plezier aan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier