Björn Soenens woont in New York City: “Alsof er een atoombom op mijn stad is gevallen”

Björn Soenens aan het werk op Times Square, voor de uitbraak van het coronavirus. © VRT
Philippe Verhaest

The city that never sleeps. Maar momenteel is New York City in een diepe Covid-19-slaap gevallen. Het leven staat er stil, straten en openbaar vervoer zijn akelig leeg en het aantal besmettingen blijft stijgen. Ook voor VRT-correspondent en West-Vlaming Björn Soenens een onwezenlijke situatie. “De mensheid moet diep nadenken hoe we we straks met de natuur zullen omgaan. Want die is nog altijd de baas Dat blijkt nu nog maar eens”, zegt hij.

3,5 jaar is geboren en getogen Ingelmunsternaar Björn Soenens ondertussen ons vertrouwd gezicht dat de vinger aan de pols houdt in de Verenigde Staten. En hoewel de 52-jarige journalist gepokt en gemazeld is, wordt ook hij met een compleet nieuwe situatie geconfronteerd. Het coronavirus heeft de metropool met meer dan acht miljoen inwoners tot stilstand gebracht. “Bizar. Een ander woord heb ik er niet voor. Het is net alsof er een atoombom op mijn stad is gevallen. De gebouwen kijken nog fier richting hemel, maar de mensen zijn weg.”

Jij bent iemand die van nature wil ontdekken, het nieuws zélf wil zien. Hoe voelt dit voor je?

“Onze vaste voet is weg. Alles is wankel. Er is ook geen tijdlijn. Niemand weet wanneer dit verhaal zal eindigen. De wereld is nu al compleet veranderd. En ik betwijfel of die ooit nog weer de oude zal kunnen worden. Het is lastig, dat steek ik niet onder stoelen of banken. Normaal zou ik vorig weekend naar België afgereisd zijn. Om de 23ste verjaardag van mijn dochter te vieren en mijn nieuw boek – De lengte van een oceaan – te promoten. De lancering is tot juni uitgesteld en ik werk aan een nieuw hoofdstuk over het coronavirus. Dat thema kán ik gewoon niet uit de weg gaan.”

Kan je nog reportages inblikken? Of zit je aan je bureau gekluisterd?

“De VRT heeft me gevraagd om twee weken lang mijn appartement niet te verlaten en dat heb ik gerespecteerd. Mijn stand-ups (live-interventies in het Journaal, red.) deed ik dan maar vanop ons dak. Maar dan nog was ik erg voorzichtig. Alle materiaal werd nadien grondig ontsmet en in een aparte ruimte geplaatst. Ik kan mijn werkgever wel begrijpen. Ze wilden niet dat ik tijdens de piek van het virus in een overbelast ziekenhuis zou belanden. Ondertussen is duidelijk dat de capaciteit ook hier toereikend is en ik kan al een paar weken weer op pad gaan. Gelukkig maar, want ik had echt last van cabin fever. De muren begonnen op me af te komen. Dat ik opnieuw op reportage kan, betekent veel voor me. Maar ook nu hou ik het erg veilig. Ik interview de mensen met een microfoon op een steel van 2,5 meter.”

Heb je zelf schrik om ziek te worden?

“Kijk, in de hele staat New York zijn meer dan 300.000 mensen besmet. En er zijn al bijna 25.000 doden. Was deze staat een apart land, dan had het alle records van coronadoden en -besmettingen. Ik ben erg op mijn hoede, maar bang zou ik me niet durven noemen. Je ziet nog mensen op straat, maar nagenoeg iedereen draagt een mondmasker. Alsof je middenin een science-fictionfilm zit. De stad is veranderd, daar kan je niet omheen. De graffiti keert terug in het straatbeeld, de metro is akelig leeg… Ook in ons eigen flatgebouw zien we de buren amper. Iedereen is op zichzelf aangewezen. Afgeleverde postpakketjes blijven dagen in de gang staan, om er toch maar zeker van te zijn dat het virus zich daar niet op heeft vastgezet.”

Hoe gaat het met Emma, je echtgenote?

“Voor haar is deze situatie mogelijk nog moeilijker. Zij wil me het liefst zo dicht mogelijk bij haar en wanneer ik naar buiten ga, vraagt ze me keer op keer om erg voorzichtig te zijn. Dat ben ik ook. Weet je, mocht ik in een fysiek oorlogsgebied werken, dan zou ik weten waar het gevaar schuilt en dat de vijand om de hoek loert. Nu is die onzichtbaar. Het virus is geurloos, kleurloos en kan zich overal bevinden.”

Kan je verklaren dat je geliefde New York een van dé broeihaarden wereldwijd is geworden?

“Ergens is het logisch. Dit is de poort van de wereld. Miljoenen toeristen en zakenmensen bezoeken de stad, ontelbaar veel lijnvluchten vertrekken en landen hier. En hier wonen 8,6 miljoen mensen op een zakdoek. Dan ziet een blinde zelfs dat Covid-19 hier keihard zal toeslaan. Dat zie je overal ter wereld, trouwens. Waar de bevolkingsdichtheid hoog is, vallen veel slachtoffers. Net daarom is het zo vreemd om de anders zo levendige buurten nu doods te zien.”

In normale omstandigheden zou je nu het land rondreizen om de race richting presidentsverkiezingen te verslaan.

“De eerste drie maanden van 2020 ben ik erg veel op pad geweest, nu moet ik noodgedwongen de pauzeknop induwen. Het kriebelt wel, maar alle campagnes liggen volledig stil. Er zijn geen rally’s en sinds Bernie Sanders bij de democraten de handdoek heeft gegooid, zijn de voorverkiezingen de facto ook van de baan. Maar ik blijf aan het werk. Zo ben ik vorige week naar Albany getrokken, de hoofdstad van de staat New York. Daar was een betoging van Amerikanen die de lockdown de wereld uit willen. En ik maakte ook al een stuk over de Coronawijk in Queens. Het dankt zijn naam aan de Latijns-Amerikaanse achtergrond, maar symbolisch genoeg is de wijk keihard getroffen door het virus.”

Donald Trump doet de ene vreemde uitspraak na de andere over het coronavirus. Slikken de Amerikanen zijn uitlatingen nog langer?

“In vergelijking met 2016 is er op dat vlak niet zo heel veel veranderd: wie toen pro Trump was, is dat nog altijd. En omgekeerd. Maar hij neemt nu wel grote risico’s. De president speelt Russische roulette. Hij wil de maatregelen weg om de economie weer op gang te trekken, maar wat als het virus net daardoor opnieuw veel zieken en doden veroorzaakt? Dan keren die beslissingen als een boomerang in zijn gezicht terug. Hij voert ook dezelfde campagne als vier jaar geleden. Tegen de immigranten, de grenzen dicht en vooral tégen de staat. Die hij intussen zélf is.”

Mogen we ons straks voor nog eens vier jaar Trump opmaken?

“Die kans bestaat. Dit land telt 26 miljoen werklozen, maar als de economie straks nog verder in elkaar stuikt, zijn de gevolgen niet te overzien. Net daarom wil de president de lockdown opheffen. Hij is op oorlogspad, maar speelt met mensenlevens.”

Terug naar jouw situatie. Kan je nog stoom aflaten?

“Och, mijn vrouw en ik zijn een sterk team. Elke dag doen we ons dansje. In ons kot. Om te bewegen en onze bloedsomloop te stimuleren. Maar ook om emotioneel niet dicht te slibben. We kiezen om beurt een ander nummer. Laatst was dat nog op Stayin’ Alivevan The Bee Gees. Mooi, toch? We kunnen elkaars huidhonger stillen, maar het valt op dat veel New Yorkers affectie zoeken. Er hebben nog nooit zoveel asielhonden een nieuwe thuis gevonden als nu.”

Je mama van 80 woont in Ingelmunster. Zou je niet liever bij haar zijn?

“Mama is een erg sterke vrouw. Ze heeft hulp aan huis en voelt zich nog altijd erg goed. Mijn broer heeft haar nu ook een tablet met Messenger bezorgd en zo kunnen we videobellen met elkaar. Als ze de camera correct houdt, tenminste. (lacht) De coronacrisis heeft haar leven niet zo erg veel veranderd. Ze maakt lange wandelingen doorheen haar gemeente en voelt zich goed in haar woning. Alleen jammer dat ze papa al twee jaar niet meer bij haar heeft. En mocht er echt iets ernstig met mama zijn, dan neem ik meteen het vliegtuig richting België. Al moet ik dan eerst twee weken in quarantaine en is het ook niet zeker dat ik nog zal kunnen terugkeren naar de States. Als Amerikareporter toch een serieuze handicap.”

Je dochter is 23, je zoon 25. Hoe gaat het met hen?

” Mijn dochter heeft er al een vreemd 2020 opzitten. Begin dit jaar studeerde ze in Chili en daar maakte ze de politieke revolutie mee. Toen ze net in België geland was, werd de lockdown ingevoerd. Mijn zoon is arts en werkt als chirurg in opleiding in het UZ Gent op de spoedgevallendienst. Daar behandelt hij de niet-coronapatiënten, maar hij heeft het virus na een skivakantie wel opgelopen. Hij heeft zich gelukkig op geen enkel moment ziek gevoeld en is al opnieuw aan de slag. We missen elkaar enorm, maar treuren niet. De rug rechten en vooruit kijken. Dat is iets typisch West-Vlaams, zeker?”

Wat hoop je dat de wereld uit deze crisis zal leren?

“Dat het op een iets rustigere manier óók lukt. En dat we eens diep moeten nadenken hoe we als mens vaak wild en roekeloos met de natuur omgaan. Terwijl die nog altijd de baas is. Dat blijkt nu nog maar eens. De vervuiling in New York is met een kwart gedaald. Moeten we ons straks nog evenveel verplaatsen? Zijn al die vliegtuigreizen wel nodig? Ik hoop echt dat we hier lessen uit trekken. Dat is dringend nodig. Dit hele verhaal heeft ook mooie gevolgen. Elke avond om 19 uur steekt iedereen zijn hoofd uit het raam om samen te applaudisseren voor de mensen in de medische sector. Er wordt met pollepels geklopt op potten en pannen, auto’s toeteren… Elke avond opnieuw weer een warm moment. ‘t Is nog al niet noar de wuppe.”

Wat is het eerste dat jij na de coronacrisis zal doen?

“We moeten niet één groot feest verwachten. De heropstart zal erg traag verlopen, maar een gezellig feestje op het dak van ons appartementsgebouw, ergens in de zomer, moet toch mogelijk zijn. De mens is niet gemaakt om altijd alleen te zijn en achter slot en grendel te zitten. Maar we moeten alles in harmonie met onze omgeving doen. Dát mogen we straks niet vergeten.”