Bisschop Johan Bonny wil ondanks corona een hoopvol Paasfeest: “God zal dit niet oplossen”

Johan Bonny is geboren en getogen in Moere, maar al twaalf jaar bisschop van Antwerpen. (foto Belga) © belga
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Dat het coronavirus de wraak van God is voor de decadente levenswijze van de mens. Het is een populaire bedenking deze dagen. Wie beter dan bisschop Johan Bonny om dat diepzinnige vraagstuk op te lossen, zo dachten wij. De 65-jarige West-Vlaming is een van de meest prominente stemmen van de Belgische Kerk. Hij moet zondag de paasviering leiden in een desolate kathedraal.

Als de Kerk iets te zeggen heeft, dan is dat vaak Johan Bonny die naar voren treedt. Dat is ook zo in deze coronacrisis, die een serieuze impact heeft op haar werking en de viering van de Goede Week. De erudiete Bonny is geboren en getogen in Moere, maar al twaalf jaar bisschop van Antwerpen. Hij publiceerde begin deze week een opvallende open brief, waarin hij benadrukte dat Pasen zeker plaatsvindt. Wij hebben een uitgebreid gesprek met de man, telefonisch uiteraard, aan de vooravond van de belangrijkste dagen van het religieuze jaar.

Was uitstel dan een optie, monseigneur?

“Neen. Ik wou vooral enkele misverstanden uitklaren. Een feest kan doorgaans uitgesteld worden. Een verjaardagsfeest, een dorpsfeest, zelfs een vormsel. Pasen niet. Dat is nog nóóit uitgesteld. Vooreerst omdat Pasen vasthangt aan de berekening van het oorspronkelijke joodse paasfeest. Jezus is gestorven op Goede Vrijdag. Dat was de vrijdag in de week van de eerste volle maan van de lente. Hij is op zondagmorgen opgestaan uit het graf. Dat kan niet veranderd worden.”

U schreef ook dat de meest ontroerende paasverhalen plaatsvonden in concentratiekampen en goelags.

“Dat is zo. Dat waren vaak geheime vieringen. Christenen hebben Pasen altijd gevierd, hoe dramatisch of pijnlijk de omstandigheden ook waren. Ik heb ontroerende verhalen gelezen over christenen die zongen in de kampen van de Tweede Wereldoorlog. Ik ben in Syrië geweest, waar zelfs middenin de bombardementen Pasen gevierd werd. (denkt na) Pasen is geen kers op de taart. Het is eigenlijk een tegendraadse viering, want het is vooral het lijden dat betekenis geeft aan het feest.”

Dus Pasen kan ook in deze crisis een feest zijn?

“Dat is inderdaad mijn punt. Pasen kan ook dit jaar heel mooi zijn, want ik zie veel mooie dingen gebeuren rondom mij. Vooreerst het werk van artsen en verpleegkundigen: ik heb álle vertrouwen in die mensen. Ik heb ook álle vertrouwen in de wetenschappers die zoeken naar een medicijn. Ik zie ten derde ook veel solidariteit.”

Vertrouwt u ook op God in deze crisis?

“Dat is een goede vraag. U mag die stellen, zelfs aan een bisschop. (lacht) Mijn antwoord is ja. God zal deze crisis niet oplossen, dat zal ik niet beweren. Maar God kan wel helpen. Wie bidt, kan nieuwe inzichten verwerven, inspiratie, kracht. Hoe God dat doet, weet ik niet. Maar het gebeurt wel. Ik voel dat zelf ook.”

Er zijn mensen die in deze crisis de wraak van God zien. Is dat mogelijk?

“Ik geloof niet dat God iets te maken heeft met het ontstaan en de verspreiding van deze ziekte. Een broos wezen zoals de mens is nu eenmaal vatbaar voor ziektes. Het is aan de wetenschap om verklaringen te zoeken. Deze crisis dwingt ons wel om na te denken over de sturing van de vooruitgang, en vooral dan over onze omgang met de natuur. De mondialisering heeft vele voordelen, maar ook nadelen. De snelle en wereldwijde verspreiding van dit virus is één daarvan. Ik hou mijn hart vast voor een grote uitbraak in Zuid-Amerika en Afrika.”

Wat wordt uw paasboodschap?

“Een boodschap van hoop. En tóch. En tóch komen we hieruit. (even stil) We moeten vieren dat er altijd hoop is, ook in tijden van crisis.”

Hoe zal u die boodschap verspreiden?

Ik zal om 10 uur een viering voorgaan in een lege kathedraal. Dat zal gestreamd worden op onze website kerknet.be. Ik doe dat trouwens elke dag deze week. U ziet dat de Kerk mee is met haar tijd. (lacht) Wie geen internet heeft, kan om 11 uur afstemmen op de VRT voor de paasviering.”

Dit zijn wellicht ook voor u zware tijden. U woont alleen in het bisschopshuis in Antwerpen.

“Ik mag niet klagen. Ik hou me natuurlijk aan de voorschriften. Ik ontvang geen mensen en vergaderingen doe ik digitaal of telefonisch. Maar ik voel me niet eenzaam, hoor. In de week werken er twee à drie mensen in het bisschopshuis. Als ik naar de kathedraal ga voor de livestream, dan is daar een technicus aanwezig. En als ik de straat oversteek, dan sta ik in de supermarkt. Bovendien voel ik mij gezond.”

Maar u kan niet meer naar West-Vlaanderen om uw familie te zien?

“Neen. Maar, en ik ben beschaamd om dat te zeggen, ook in goede tijden zie ik mijn familie nauwelijks. Het gebeurt wel vaker dat ik mijn broers maanden niet zie. Zij zijn dat zo gewoon geraakt en ik ook. Ik probeer wel regelmatig te bellen, zeker naar mijn moeder.”

Zij is intussen 89, en woont nog steeds in haar huis in Moere.

“Ik ben twee weken geleden een laatste keer op bezoek gegaan. Dat was op een zondag. Dan neem ik toespijs mee, en vers vlees. (even stil) Ik weet het: dat is weinig. Te weinig. Zij zegt dat ook vaak. Gelukkig heeft ze goede buren die haar helpen met de boodschappen. Er komt ook elke dag een verpleegkundige langs.”

Wringt dat niet, dat u dat zelf niet kan doen?

“Soms wel, zeker in deze moeilijke tijden. Ik zou dat soms ook anders willen zien. Maar dit is nu eenmaal mijn pad. Ik ga niet snel klagen.”

Wat gaat u zondag doen, na de paasviering?

“Ik hoop op mooi weer. Dan ga ik graag even fietsen. Of wat wandelen langs de Schelde: dat kan ook. De Scheldekaai is de enige rustige plek in het centrum van Antwerpen. En uiteraard bellen met mijn familie, hen een welgemeende hoogdag toewensen.”