Bietenman Leon Callewaert verbroedert op 5 juni weer met Livry-Louvercy: “We zijn een uitstervend ras”

Leon Callewaert was amper 11 ½ jaar oud toen hij voor het eerst op bietencampagne trok. Hij is op zondag 5 juni zeker van de partij voor de verbroedering met Livry-Louvercy. (foto Coghe) © GINO COGHE Foto Coghe
Redactie KW

De gemeente Koekelare onderhoudt sinds 1999 nauwe banden met het Franse dorpje Livry-Louvercy. Het laatste bezoek dateert van 2016, maar op zondag 5 juni trekt het gemeentebestuur met de bietenmannen en -vrouwen opnieuw naar Livry-Louvercy om er samen te verbroederen. Wie zeker van de partij zal zijn, is de vroegere bietenman Leon Callewaert (85).

Livry-Louvercy ligt in de Marnestreek. Het dorp telt een 1.100-tal inwoners. Het is de streek waar tal van Koekelarenaars destijds als bietenman en/of vrouw de kost verdienden.

Koekelare en Ichtegem waren eind de jaren 40 en volgende de hofleveranciers voor het leveren van bietenmannen en -vrouwen. “In Vlaanderen was het in die tijd armoe troef, want er was nauwelijks werk”, opent Leon Callewaert die getrouwd is met Margaretha Vanthournout. “Dus trokken velen naar de bietencampagnes.”

“We zijn een uitstervend ras want veel zijn er niet meer. Ik herinner me nog de gebroeders Gabriël en Remi Gotelaere, waarvan er ondertussen al een is overleden, hun zus Arlette (93), Georges Vanhooren (98), Achiel (90) en Sylvain Vanthournout (88) en Godelieve Devreker (90).”

Hard labeur

“Wij Vlamingen waren noeste werkers, die vooruit wilden in het leven en de Franse boeren waren blij dat ze noeste werkers vonden. Dankzij ons hard labeur steeg het welvaartsniveau van vele gezinnen in Koekelare”, herinnert Leon zich nog levendig.

Dankzij ons hard labeur steeg het welvaartsniveau van vele gezinnen in Koekelare

“Ik was amper 11 ½ jaar oud, toen ik in 1948 voor de eerste keer met mijn vader meeging naar mijnheer Corbet in Puellemontier. Daar leerde ik het vak van bieten trekken en wat werken was. Tot mijn 17de ging ik mee. Daarna ging ik werken ‘in den bouw’ op het vliegveld van Zaventem.

Maar in de jaren 60 slabakte het werk in de bouw en trok ik opnieuw naar de bietencampagnes. Helaas 27 april 1960 was wegens de overvloedige regen een echte rampdag voor de bieten. De bietengronden verzopen van het water en we moesten drie dagen naar huis.”

“Nadien keerden we terug en trokken mijn vader, wijlen mijn schoonbroer Oscar Vanthournout en ikzelf maar liefst 14 ½ hectare bieten in een seizoen in het gebied Saint-Marie-à-Py”, vertelt Leon nog.

Vrienden terugzien

“In 1966 ben ik definitief gestopt en hing ik mijn balluchon aan de haak.”

“Want het zwaarste was altijd dat je voor zes à zeven weken van huis was en je vrouw moest achterlaten”, besluit Leon die blij is dat hij na al die tijd zijn vrienden zal terugzien. (EV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier