Bewoners enthousiast over Europacentrum: “Beste gebouw dat hier werd neergezet”

Rudolf Marchand op zijn terras, 100 m boven de stad: "Ik woon in een stille oase boven Oostende." © Davy Coghe
Hannes Hosten

“Dit is technisch het beste gebouw dat ooit gebouwd is. Door de beste ingenieurs, met de beste materialen. Maar het is verprutst door het jarenlange lap- en tapwerk van de vorige en huidige syndicus, gedoogd door de vereniging van mede-eigenaars. Diefstal en bedrog noem ik het! Daar zijn we nu tegen aan het procederen.” Aan het woord is Rudolf Marchand (66), die samen met zijn moeder al sinds 1991 op de bovenste verdiepingen van het Europacentrum woont.

Lees meer over deze reeks op www.kw.be/europacentrum.

Zakenman Rudolf Marchand wil niets kwijt over het gerechtelijk onderzoek dat momenteel tegen zijn familie loopt. “Het gaat over de toren”, zegt hij duidelijk. En prompt toont hij enkele gebreken, die volgens hem niet worden hersteld. Zoals afbrokkelend beton aan de sokkel. “Ze laten de loshangende stukken elk jaar afkappen. 50.000 euro kost dat. Maar ze zouden het beton beter ook bewerken om verdere afbrokkeling tegen te gaan.” Of de grote gaten in de muren van het trappenhuis. “Gekapt om de buizen eronder te kunnen schilderen”, schampert Marchand. “Maar wie schildert nu doorroeste buizen van 50 jaar oud, waar gaten van 10 cm in zitten? Die buizen moeten vervangen worden!”

Snelle lift

De Marchand Brothers hebben eigendommen verspreid over de hele toren, ook in de sokkel. Maar het koninginnenstuk blijft het appartement op de 33ste, 34ste en 35ste verdieping. Rudolf neemt ons er mee naartoe in zijn privélift. Aan één kant van de lift staat een knusse fauteuil. Maar veel tijd om te zitten is er niet. In 19 seconden zijn we 100 meter hoger. “Naar beneden duurt even lang. Dit is de tweede snelste lift in België, Amerikaanse makelij”, legt Marchand uit. “Voor jullie is dit de tocht naar de hemel, voor mij naar het vagevuur.” (lacht)

“Ik ken het Europacentrum door en door”, zegt Rudolf Marchand. “Voor deze nieuwbouw werd in 1965 de schouwburg afgebroken. Dat lukte alleen door het gebouw te dynamiteren. Gevolg: de ruiten van alle huizen en zaken rondom waren verbrijzeld. En burgemeester Piers had uitzonderlijk toelating gegeven om door te werken in het seizoen. Geen enkele glazenmaker was toen beschikbaar om ze te vervangen. De nieuwbouw werd gerealiseerd door Robert en zijn zoon Jean-Claude Van Biervliet, in samenwerking met de Brusselaars Ado en Jean Blaton. Zij bouwden de eigenlijke toren. Toen wij hier nog met potlood schreven, werkten zij al met computers.”

“Ex-burgemeester Johan Vande Lanotte (SP.A) noemde dit het lelijkste gebouw van Oostende. Ooit zei ik Vande Lanotte trots: ‘Dankzij u is het Europacentrum nu het tweede lelijkste gebouw van Oostende. Want het Nieuw Helmond-complex (in de Langestraat, red.) is nog lelijker.’ Als dit lelijk is, staan er veel lelijke gebouwen in onze stad. Jean-Claude Van Biervliet zei me eens: Niet wij beslissen hoe lelijk we bouwen, het zijn de politiekers. Natuurlijk, de onderbouw is aan renovatie toe. Daarover zijn we nu in discussie met de syndicus en de vereniging van mede-eigenaars. Wij willen een duurzame oplossing, geen lap- en tapwerk.”

“Het is een zegen dat Vande Lanotte eraf is”, meent Rudolf Marchand. “Piers en Vande Lanotte, die hadden geen visie. Hadden we 40 gebouwen als dit neergezet, dan was Oostende het Manhattan van België. Hoogbouw is en blijft de goedkoopste en meest groene oplossing. Het nieuwe beleid steun ik volledig. Vier partijen, die houden elkaar in evenwicht. Maar Vande Lanotte heeft in 24 jaar alles verprutst. Denk aan de Langestraat, waar ze nu een seniorie bouwen op de site van de vroegere Rialto. Over twee jaar zullen er klachten binnenstromen over nachtlawaai!”

Gezonde lucht

“Het Europacentrum is een fantastisch gebouw. Vooreerst staat de toren schuin ten opzichte van de zeedijk en de Van Iseghemlaan. Daardoor hebben we elke dag twee uur meer zon. Het is ook enorm goed geïsoleerd. Eigenlijk zijn het drie gebouwen naast elkaar, met tussenin telkens een muur van 36 cm beton. De balkons overspannen telkens twee van de drie gebouwen, waardoor je altijd via het balkon in een ander gebouw kan komen. Maar bij brand blijf je best in je appartement. Dit is het veiligste gebouw dat je je kan indenken.”

“Wij wonen hier sinds 1991”, vertelt Rudolf Marchand. “De eerste jaren baatten we er nog een tearoom uit, de Appletise Tower View. Maar sinds 1996 wonen we hier enkel nog. En heel graag! Vanaf de 18de verdieping heb je een prachtig zicht op de zee aan de ene kant en de binnenstad en het hinterland aan de andere kant. Het is een stille oase boven Oostende en de lucht is veel gezonder. Mijn 95-jarige moeder voelt zich veel gezonder sinds ze hier woont.”

The Crystal Ship

“Er is al voorgesteld om een muurschildering van The Crystal Ship op de westmuur te zetten. Maar dat doe je toch alleen maar om lelijke muren te camoufleren? Vooraf weet je niet eens wat ze zullen schilderen. Zou jij dat toelaten?”, vraagt Rudolf Marchand zich af. “Ze kunnen er een penis of een vagina schilderen zoals in Brussel! Zij bekladden jouw muur – want dit is geen kunst – en de minwaarde is voor de eigenaars. Waarom bekladden ze het Kursaal niet? Of De Grote Post? De politici willen alleen maar stemmen winnen met iets speciaals zonder dat het hen iets kost. En Vande Lanotte wou hier zijn macht tonen. Elke eigenaar werd per brief, per mail en telefonisch gecontacteerd. Intimiderend! Om toch maar een meerderheid te halen op de eigenaarsvergadering. Maar het is niet gelukt. Dat hebben wij toch voor elkaar gekregen.”

Jenny Quermia (58) en Jos Van den Bergh (60): “Onderbouw is lelijk, de toren niet”

Jenny Quermia en Jos Van den Bergh wonen op het 32ste verdiep van het Europacentrum.
Jenny Quermia en Jos Van den Bergh wonen op het 32ste verdiep van het Europacentrum.© PETER MAENHOUDT

Jenny Quermia (58) en Jos Van den Bergh (60) uit Antwerpen hebben sinds een achttal jaar een tweedeverblijf op de 32ste verdieping van het Europacentrum. “We zouden echt niet weten waar we een even mooi appartement kunnen vinden.”

“We bekeken andere mogelijkheden, maar op de zeedijk was het veel duurder of had je minder ruimte. Hier viel de prijs mee en we hebben het appartement naar onze hand gezet. We hebben een prachtig zicht op de zee en op het binnenland. Het zicht ‘s morgens en ‘s avonds is onvoorstelbaar en je zit in het centrum van de stad. De enige valse noot zijn die paar bewoners die het niet makkelijk maken om verbeteringswerken te laten uitvoeren aan het geheel”, klinkt het. “Voor ons is de toestand in de toren niet storend. Eigentijds kan je het niet noemen en het mag opgefrist worden, maar er zijn andere prioriteiten. De kosten voor onderhoud en renovatie zijn wel redelijk fors. Enkele werken zijn jaren niet gedaan en daarom is nu een inhaalbeweging nodig. Dat wisten we ook, toen we het appartement kochten”, zegt Jenny. “Maar wij hebben ons deze aankoop nog niet beklaagd. Op de Oosteroever hadden we misschien ook graag een tweedeverblijf gehad, maar daar is het veel duurder en niet zo centraal. We komen zowat elk weekend naar Oostende en nu zijn we hier een hele week.”

“Het Europacentrum lelijk? Als je in het gebouw bent, zie je de lelijke buitenkant niet. Wij vinden de toren op zich ook niet lelijk, wel de onderbouw. Daar moet iets aan gedaan worden”, meent Jenny. “Een muur met afhangend groen zou een goed idee zijn. Een kunstwerk van The Crystal Ship op de toren zagen wij ook wel zitten, maar het was moeilijk om daarvoor het akkoord van de hele algemene vergadering te krijgen. Ook in het gebouw zelf zou je wat ingrepen rond kunst kunnen doen.” (HH)

Gui Polspoel (73): “Ik heb iets met hoge gebouwen”

Gui Polspoel geniet van het panorama.
Gui Polspoel geniet van het panorama.© Marc Loy

“Ik heb iets met hoge gebouwen”, zegt oud-journalist Gui Polspoel. “Hier heb je geen last van het stadslawaai en je ontdekt mooie gevels, dakappartementen en -tuinen, de haventrafiek, de ontwikkeling van de nieuwe wijk op Oosteroever,… Ik ruil de drukte beneden graag in voor dit panorama.”

“In Schaarbeek heb ik 15 jaar op de 30ste verdieping gewoond met een fantastisch uitzicht op het Atomium, het stadspark, het kasteel van Laken… Daarna heb ik in Oostende een poos een B&B gehad in een Belle-Epoquepand. Maar toen ik bij Dermul het aanbod zag van een flat 28 hoog in het Europacentrum heb ik in 10 minuten de verkoop bezegeld. Het appartement was, op wat schilderwerk na, instapklaar. Vanaf de 20ste verdieping heb je daar een relatief goedkoop zeezicht. Ik betaalde een drietal jaar geleden 265.000 euro voor het appartement van 100 m² met twee slaapkamers. Een appartement op de zeedijk zal toch anderhalf tot twee keer duurder zijn dan een appartement met zeezicht hier”, denkt Polspoel.

“Wat me wel frappeert als ik uitkijk over de stad is het ontbreken van zonnepanelen op de daken. Ik zie er geen, en dat in de stad waar de burgemeester ooit als voormalig energieminister de promotor van die panelen was. Trouwens, ook het enorme platte dak van de sokkel biedt mogelijkheden voor zonnepanelen of stadstuinen”, zegt Polspoel.

“Op zich vind ik het gebouw niet lelijk. Het heeft een strakke lijn en biedt na een halve eeuw nog altijd wooncomfort”, vindt Polspoel, van opleiding ingenieur-architect. “Het is een skeletbouw , dus zijn er geen dragende muren in het gebouw. Elke eigenaar kan naar eigen inzicht binnenmuren ingooien of verplaatsen. Maar er is lange tijd niet geïnvesteerd in het pand en nu komen de grote kosten eraan. Het betonrot aan de sokkel is niet om aan te zien. En de openbare parking is onveilig, maar hier moeten ook de stad en de uitbater hun verantwoordelijkheid opnemen.”

Ook de winkelpanden zijn verwaarloosd, weet Polspoel die sinds kort voorzitter is van de raad van mede-eigenaars. “Ik wilde wel in het bestuur zetelen, maar op de eerste vergadering werd ik bij gebrek aan andere kandidaten tot voorzitter gekozen. Geen makkelijke opdracht, want er spelen veel verschillende en soms tegenstrijdige belangen. Eénderde van de bewoners is eigenaar, éénderde is huurders en de rest zijn tweedeverblijvers. Ik ben wel blij dat ook jonge mensen hier nog willen wonen.” (ML)

Jeroen Soete (35) en Barbara Dhooghe (34): “Nog nooit zo mooi gewoond”

Jeroen en Barbara Soete wonen op de 22ste verdieping in het Europacentrum.
Jeroen en Barbara Soete wonen op de 22ste verdieping in het Europacentrum.© PETER MAENHOUDT

Jeroen Soete (35) en zijn vriendin Barbara Dhooghe (34) wonen maar al te graag op de 22ste verdieping van het Europacentrum. “De mooiste plaats waar ik ooit gewoond heb”, zegt Jeroen, gemeenteraadslid voor SP.A-Stadsmakers.

Nu hun zoontje Benjamin is geboren, kijken ze uit naar een huisje met een tuintje. “Maar als je zo’n mooie zichten gewoon bent, is het niet evident iets te vinden dat goed genoeg is”, vertelt Jeroen. “Maar hier hebben we maar één slaapkamer. Benjamin is nog maar vier maanden, maar op termijn zoeken we toch een huis op de begane grond met meer kinderruimte.”

“We kwamen hier toevallig terecht. We gingen samenwonen en zochten iets om te huren. Ik vond dit appartement in het Europacentrum en had meteen iets van: waauw! Mijn vriendin had het zelfs niet gezien, ik was ervan overtuigd dat ze er wel gelukkig mee zou zijn. En inderdaad: we wonen hier supergraag.”

“Architecturaal is dit misschien niet het mooiste gebouw, behalve als je er zelf woont. Ik vind het Europacentrum schoon in al zijn ruwheid. De gangen en de ingang zijn een beetje vergane glorie, maar dat stoort ons niet. En van de werken die hier moeten gebeuren, liggen wij als huurder minder wakker.” (HH)

Fabiaan Van Severen (62): “Zicht op zee vanuit bad”

Fabiaan Van Severen.
Fabiaan Van Severen.© ML

Fabiaan Van Severen (62) oriënteerde zijn badkuip open en bloot pal voor het raam op de 21ste verdieping van het Europacentrum. “Op die hoogte betaalt privacy zichzelf terug. Pure luxe is dat!”

“Een lelijk gebouw? Helemaal niet”, vindt Fabiaan, die er al acht jaar woont. “Het draagt de stempel van de jaren zestig, maar het houdt bijna iconisch stand in tegenstelling tot veel dijkflats. Het is ook degelijk gebouwd. Ik woon hier erg graag: je ziet de zee, het stadscentrum, het panoramisch verzicht. De strook appartementen tussen de dijk en de Van Iseghemlaan geeft me voeling met het stadsleven”, zegt de meubel- en interieurdesigner.

Ooit zeilde hij solo de Atlantische Oceaan over. Momenteel kalefatert hij een catamaran op. “Over 2 jaar ga ik met pensioen en hoop ik naar Zuid-Oost-Azië te zeilen.” Ondertussen is een zeezicht 21 hoog een acceptabel alternatief. “De zee is altijd aanwezig. Ik sta ermee op en ga ermee slapen.” (ML)