Bernadette Leoen: “Italië is mijn derde liefde, na mijn kinderen en man”

Bernadette Leoen: "Van de Bank van Roeselare blijven slechts vier pilaren over. Dat vind ik toch een beetje mager." (foto SB) © (foto SB)
Peter Soete

Ze mag dan wel al zes jaar in Oostrozebeke wonen, Bernadette Leoen ademt nog steeds Roeselare. Ze komt er nog iedere week minstens een keer en voelt de polsslag van de stad nog altijd zeer goed. Vrienden en vriendinnen praten haar steeds bij en tijdens dit interview is dat niet anders. Een vriendin eet een pannenkoekje mee, drinkt een koffie en lacht hartelijk met de verhalen van Bernadette.

We spreken af in een horecazaak en houden het rustig: een halve liter spuitwater en een caffè latte komen op tafel. Bernadette steekt de twee gebakjes van haar latte in haar tas. Waar veel mensen verontschuldigend zeggen dat het voor hun hondje is, zegt Bernadette onomwonden dat het voor haar man Jean-Pierre is. “Ah ja, waarom zou ik het anders zeggen? Onze vrienden weten toch direct dat Jean-Pierre dat graag eet.” Nog steeds rad van tong met een welomlijnd idee over het reilen en zeilen van de samenleving. Maar bovenal, een echte ‘mensenzot’. “Ah ja, want ik zou praten tegen een hond met een hoedje op”, lacht Bernadette.

Kom je eigenlijk nog vaak in Roeselare nu je in Oostrozebeke woont?

Bernadette Leoen: “Heel zeker, toch minstens een keer per week. Op donderdag volg ik Italiaanse les bij Lucia in Ten Elsberge en dan ga ik meestal eten bij mijn mama die op 4 juni 85 jaar wordt. En ‘s namiddags wandel ik een beetje door de winkelstraten en spreek vaak af met een vriendin om iets te drinken.”

Hoe is een rasechte Roeselaarse eigenlijk in Oostrozebeke terechtgekomen?

Bernadette Leoen:
© STEFAAN BEEL

“Door de liefde, ik ben mijn man gevolgd. Jean-Pierre is advocaat en had vroeger een kantoor in Brussel. Hij is een aantal jaren geleden teruggekeerd naar Oostrozebeke en ik ben hem gevolgd. En eerlijk, ik heb het me nog geen ogenblik beklaagd. Er heerst een zeer vriendelijke mentaliteit en de mensen begroeten elkaar steeds hartelijk. Ik heb me wel onmiddellijk aangesloten bij de KVLV, bij Markant, bij NEOS en bij de turnclub (lacht). Kwestie om me snel te integreren en een nieuwe vriendenkring op te bouwen.”

Je bent zeer sociaal ingesteld want ook bij Roularta was je betrokken bij de vriendenkring. Hoe is je actieve loopbaan eigenlijk precies verlopen?

“Mijn allereerste werkervaring was in een meubelzaak op De Zilverberg en die werkplek heb ik gewisseld voor een groothandel in juwelen in Gent. Toen ik 23 jaar was, ben ik gestart in Roularta tot ik stopte met werken. Ik ben begonnen op de boekhouding maar dat was mij een beetje te ‘statisch’. Door toedoen van mevrouw De Nolf kon ik bij de pas opgerichte afdeling Debiteuren terecht. Ze wist dat ik goed kon praten en dat het me wel zou lukken om klanten sneller te laten betalen. Ik ben zelfs nog een tijdje op de baan geweest om geld op te halen. Het was nog de tijd van cheques uitschrijven, weet je wel? Nu kunnen we ons dat niet meer voorstellen. Ik heb die job altijd zeer graag gedaan en ik kon die uitoefenen tot ik stopte bij Roularta.”

Jobvreugde is ontzettend belangrijk. Heb je dat ook altijd meegegeven aan je kinderen?

“Zeker wel. Bert is verkoopsdirecteur bij Unilin en Tom was tot nu Europarlementslid, een job die hij zeer graag deed en waarvoor hij zich meer dan honderd procent inzette.”

Sprak de moeder in de verleden tijd, want Tom grijpt net naast de tweede Europese zetel van CD&V.

“Dat vind ik ongelooflijk spijtig en dan vooral voor al het werk dat Tom daarin heeft gestopt. Je staat echter machteloos maar dat geldt natuurlijk voor iedereen die niet herverkozen is.”

Heb je hem nooit gewaarschuwd om niet in de politiek te stappen?

“Zelfs voor hij aan de politiek begon, heb ik hem gevraagd om dat nooit te doen! En het eerste dat hij doet na zijn studies is toch wel in de politiek gaan, zeker… Je ziet hoeveel ik als moeder te zeggen heb en hoe gehoorzaam ze zijn (lacht).”

“Maar ik ben natuurlijk wel ongelooflijk preus geweest op Tom toen hij Europarlementslid was. Iedere keer als ik hem bezig zag… goh, man toch. Dan moest hij iedere keer komen dreigen dat ik niet mocht beginnen bleiten. Het was sterker dan mezelf.”

En nu moet hij een nieuwe job zoeken. Liefst niet in de politiek?

“Pff, als dat in de politiek is, dan is dat zo. Hij is er van gebeten, hé. En wie zijn gedacht doet, is weeldig zegt men bij ons. Normaal wordt Tom binnen twee jaar schepen in Roeselare. We zien wel wat het wordt in die tussentijd. Gelukkig is er ook een positieve zaak aan dit alles. Marlies en Tom verwachten binnen enkele weken hun tweede kindje en Tom zal een beetje meer familieman kunnen zijn.”

Je hebt ook een absolute voorliefde voor Italië. Hoe komt dat eigenlijk?

“Italië is mijn derde liefde, na mijn kinderen en mijn man. Dat is dertig jaar geleden begonnen toen ik voor het eerst het dorpje Casole d’Elsa bezocht, een piepklein dorp waar niet veel te doen was en met een klein hotelletje met vijftien kamers. Ik ben er blijven op vakantie gaan met mijn ouders, kinderen, vrienden, afwisselend met een vakantie in de Provence.”

“Twaalf jaar geleden zijn Jean-Pierre en ik in datzelfde dorpje gehuwd en hebben daar een feest gegeven. Maar Italië heeft niet alleen voor mij een grote rol gespeeld in mijn leven. Ook in het leven van mijn jongste zoon Bert is Italië manifest aanwezig. Bert was een half jaar Erasmusstudent in Italië en hij heeft er zijn echtgenote, eveneens een Belgische Erasmusstudent, ontmoet en ze zijn in Firenze getrouwd.”

Jij leerde zelfs Italiaans?

“Ja, want ik was gefrustreerd dat ik het niet snel genoeg kon zeggen in het Italiaans. Ik ben gewoon om te spreken op het ritme van mijn gedachten en dat is nogal snel (lacht). Ik volg nu het zesde jaar Italiaans bij Creo in Ten Elsberge en dat is al een conversatieklas. Dit jaar was het zelfs de eerste keer dat ik geen woordenboek nodig had om iets uit te leggen of te verklaren.”

Maar toch zou je geen tweede verblijf in Italië willen?

“Neen, ik zou er niet permanent willen wonen en ik zou er ook geen buitenverblijf willen. Als je arriveert, moet je beginnen met poetsen en het is eigenlijk pas helemaal proper als het weer tijd is om te vertrekken. En met het geld dat je in een vakantiehuis investeert, kun je al veel jaren op hotel gaan waar je maar je voeten onder tafel moet steken en zelf je bed niet moet opmaken.”

In een ver verleden heb je ook deelgenomen aan de Batjesprinsesverkiezingen en die ook gewonnen…

“Ik was de vijfde Batjesprinses. Mijn neef Luc Pillen, van de schoenwinkel Modepaleis uit de Noordstraat, heeft mij ingeschreven. Eigenlijk een beetje om te plagen want mijn ouders hadden met Stoffen Leoen eveneens een winkel in de Noordstraat.”

Jullie kregen toen als Batjesprinses al ongelooflijk veel prijzen?

“Dat klopt maar dat interesseerde mij eigenlijk niet. Ik won een reis naar Tenerife maar ik heb die nooit opgenomen. Ik was te bang om te vliegen. En ik won ook een luxueus bed maar dat heb ik ook nooit opgehaald. ik woonden nog thuis en had geen bed nodig. Die prijzen waren bijkomstig. Ik hield vooral van het contact met nieuwe mensen zoals alle openingen van winkels en evenementen die ik als Batjesprinses mocht meemaken. Of die keer dat we op bezoek gingen bij de bejaarden in het stedelijk ziekenhuis. Maar wat ik helemaal niet graag deed, was me laten rondrijden in de Cadillac door de winkelstraten. Ik vond dat vreselijk, handjes zwaaien naar iedereen terwijl je op de koffer zit van een Amerikaanse slee.”

Nu is de Batjesprinsesverkiezing terug?

“Ja, dat is leuk maar je kunt het niet meer vergelijken. Nu is het meer een echte missverkiezing. Wij moesten zelfs een quiz overleven met de enige echte Jan Theys (lacht).”

Je woont nu zes jaar in Oostrozebeke. Heb je Roeselare veel zien veranderen in de die tijd?

“Oh, ja. Er is heel veranderd en veel ten goede. Maar mijn nostalgisch hart bloedt soms als ik merk dat mooie gebouwen of zaken met een historische achtergrond niet genoeg geïntegreerd worden in nieuwe architectuur. Ik vind De Munt en ARhus ongelooflijk mooi, maar van de Bank van Roeselare blijven maar vier pilaren over. Dat vind ik toch een beetje mager.”

Voor de rest niets dan lof?

“Roeselare is een prachtige winkelstad, veel beter en mooier dan Kortrijk, bijvoorbeeld. En er loopt hier een topburgemeester rond. Dat wil ik absoluut vermeld zien in dit artikel. En liefst achteraan in je stuk. Dat zullen de mensen zich herinneren.” (lacht en neemt nog een slok van haar glas wijn)

Tips van Bernadette

Lekker eten

“Voor een dagschotel ga ik zeer graag naar De Spil, die zijn daar superlekker. Als het een uitgebreider menu mag zijn, dan eet ik met veel plezier in De Ooievaar. Dat is een klassieke keuken die helemaal mee is. In Il Trullo ga ik voor de lekkere Italiaanse keuken in Roeselare. En als ik een adres buiten Roeselare mag geven, kies ik zeker voor De Muizelmolen in Hulste. Daar kun je ook ongelooflijk lekker eten.”

“Ik kook zelf zeer graag, al is het meer een combinatie van mensen ontvangen, koken en eten. Mijn man zegt altijd dat ik de beste kok ben die hij kent en dat wij eigenlijk nooit uit eten moeten gaan. Dat is toch een van de mooiste complimentjes die een vrouw kan krijgen… Wat ik graag bereid? Rosbief met erwtjes, iedereen lust dat graag.”

Leuk shoppen

“Ik koop graag bij Pips Pillino. Als ik daar binnenstap, vraagt de mevrouw me altijd voor welke gelegenheid het is, ze haalt iets uit het rek en het is er bijna altijd pats op. Dat vind ik leuk: het is mooi, het past en ik verlies bijna geen tijd. Daarom ga ik ook graag naar de Innovation in Brussel: je vindt daar alles onder één dak. Niettegenstaande ik graag winkel, kan ik geen volledige namiddag spenderen aan etalages kijken en shoppen. Ik moet ook nog een ander doel hebben en probeer dan ook altijd af te spreken met een vriendin voor een lunch of een koffie.”

Op reis

“Toscane natuurlijk, maar ook Engeland. Ik heb verleden jaar de Cotswolds bezocht en vond het super: mooie natuur, mooie huizen én vriendelijke mensen. Jean-Pierre en ik gaan ook graag naar Süd-Tirol. Om te wandelen, inderdaad. Dat had je niet gedacht, hé! En nu vertrekken we voor een viertal dagen naar New York en daar wil ik zeker 9/11 Memorial en het MoMa bezoeken.”

Mooie plekjes

“In Roeselare vind ik het oud kerkhof tof. Vooral de kant met de oude graven vind ik mooi. Ik heb het niet zo echt voor de nieuwe ‘wilde kant’ van de parkbegraafplaats. Ik hou ook wel van de Grote Markt en het Stationsplein na 16 uur. Maar dan vooral voor de terrassen (lacht).”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier