Benoit Mottrie (Menenpoort Ieper):”Ik krijg jaarlijks brieven van over de hele wereld”

"Als kleine kinderen kwamen we al van heel vroeg onder de poort staan", vertelt Benoit Mottrie. (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Wie is er beter geschikt om de spits van deze nieuwe interviewreeks af te bijten dan Benoit Mottrie? Hij stond onder de Menenpoort naast gekroonde hoofden, ministers, ambassadeurs en presidenten, maar vergat nooit het credo van The Last Post Association. Het engagement voor de gesneuvelden kreeg hij mee van zijn familie, net als een florerend familiebedrijf.

Benoit Mottrie nam in 2006 de fakkel over van zijn oom Guy Gruwez als voorzitter van de Last Post Association. Zijn vroegste herinneringen aan de Menenpoort zijn dan ook meteen de vroegste herinneringen van zijn leven. “Ik kwam als kleine gast al hiernaartoe bij de eerste herdenkingen”, vertelt Benoit. “Mijn grootvader Aimé Gruwez was een van de medestichters van de Last Post Association in 1928. Het heeft altijd een beetje in de familie gezeten. Als kleine kinderen kwamen we al van heel vroeg onder de poort staan, zelfs toen er nog zo goed als geen volk stond.”

Op welke leeftijd begon u het belang van de Menenpoort echt te beseffen?

“Als familie hebben we altijd meegekregen dat we iets moesten terugdoen voor al die gasten die naar hier kwamen om hun leven te geven voor onze vrijheid. Toen ik na mijn studies terugkeerde naar Ieper, kreeg ik de vraag of ik in de Last Post Association wou komen. In de jaren 90 kwam er ook nog een aantal veteranen. Als je dan die mensen leert kennen, word je meer geïnteresseerd, ga je meer lezen over de Eerste Wereldoorlog… Uiteindelijk is het een belangrijk deel van mijn leven geworden.”

Het is ook een familieaangelegenheid. Bracht dat extra druk met zich mee, om het goed te doen?

“Het was niet echt een familieaangelegenheid. Het komt vanuit de burgers zelf en daar zijn een aantal families van in den beginne ingestapt. Het belangrijkste is dat het vanuit de Ieperlingen zelf komt en niet vanuit een instelling. Dat is nog altijd het geval. We krijgen veel steun van de stad, maar we proberen toch zoveel mogelijk zelfbedruipend te zijn.”

Voelt u zich gesteund door de Ieperlingen?

“Het is niet aangenaam als je de stad binnenrijdt na 19.30 uur en je moet een omweg maken, maar ik denk dat de meesten achter het werk van de Last Post Association staan. Dat voelen we toch. We zijn allemaal amateurs en doen het allemaal bij wijze van spreken tussen de soep en de patatten.”

Hebt u leergeld moeten betalen in het begin?

“In het begin gaf het wel stress. Ik herinner me nog goed de eerste ceremonie met prins Edward in 2006. Dan moesten ze me toch een beetje op mijn gemak stellen. Maar in 2007 kwam Queen Elisabeth zelf en sindsdien mogen ze allemaal komen.” (lacht)

Bent u niet meer onder de indruk van de groten der aarde?

“Je wordt het wel gewend. Uiteindelijk zijn het allemaal mensen zoals jij en ik. Je moet gewoon jezelf blijven, vriendelijk zijn, beleefd zijn, je werk doen, geloven in je capaciteiten… Je zal altijd wel links of rechts kritiek oogsten, maar als je het zo goed mogelijk doet, kun je jezelf achteraf niets verwijten.”

De Last Post is een belangrijk deel van mijn leven geworden

Hebt u opofferingen moeten doen?

“Het voorzitterschap is natuurlijk een groter engagement dan een gewoon lidmaatschap. Het is soms een tweede dagtaak, zeker de laatste jaren met de 100-jarige herdenking. Het is soms moeilijk om een goed evenwicht te houden. Typisch is dat veel Britten aan mij vragen: ‘where is your office?’ Dan antwoord ik: ‘I haven’t got an office. The office is my garage’. (lacht) Ik steek er veel tijd in, maar langs de andere kant kom je ook in contact met veel boeiende mensen. Je ontmoet ook niet altijd gekroonde hoofden of ministers, maar soms ook Jan met de pet die de emoties voelt en zijn verhaal vertelt. En in contact blijft. Zo hebben we er een paar van over heel de wereld die jaarlijks brieven schrijven of proberen te komen. Ieper was echt een slagveld, alles was kapot, we vochten tegen elkaar… En nu brengt diezelfde oorlog de mensen samen in vrede.”

U runt een familiebedrijf, uw broer Alexander is topdokter, de andere twee broers ceo’s. Is die ondernemerszin iets dat u meekreeg met de paplepel?

“We hebben allemaal een beetje de drive om iets te doen. We kunnen allemaal niet goed stilzitten. Het gaat ons voorlopig goed af en we proberen dat zo te houden.”

Is er bij de kinderen goesting om in uw voetsporen te treden?

“Mijn oudste zoon woont in Dubai. Mijn jongste zoon volgt het wel van op een afstand, maar zoals ik al zei: de Last Post Association is geen familiezaak. De bedoeling is dat het doorgaat en dat het in goede handen blijft.”

Hoelang wilt u nog doorgaan?

“Ik wil stoppen op een goed moment, maar ik heb nog niet het gevoel dat dat moment aangebroken is.”

Hebt u naast de Last Post nog tijd voor andere hobby’s?

“Ik sport regelmatig. In de winter gaan we iedere zondag lopen, in de zomer gaan we fietsen. De Pyreneeën, de Alpen, de Stelvio… De Mont Ventoux heb ik ook beklommen, maar dat is bijna faliekant afgelopen, want in de afdaling had ik een bocht gemist. We doen graag een uitdaging. En een top beklimmen is altijd een mooie uitdaging. Nu we een jaartje ouder zijn, zijn we misschien een beetje later boven dan de rest, maar we zorgen ervoor dat we altijd boven geraken.” (Tom Gheeraert)

Benoit Mottrie

Privé: Geboren in Ieper op 26 februari 1965 in het gezin van Fernand Mottrie en Anne-Marie Gruwez. Nog drie broers: Alexander (topdokter in Aalst), Emmanuel (ceo van de Nederlandse TMC Group) en Matthieu (ceo van Creax). Getrouwd met Isabelle Stols en vader van Baptiste, Bruno, Henri en Victor.

Opleiding: Lagere school in Ieper en het middelbaar in de Abdijschool van Zevenkerken in Brugge. Daarna studeerde hij toegepaste economie aan de universiteit van Leuven.

Loopbaan: Nam het familiebedrijf over en breidde het uit tot het huidige Opel Barisau Mottrie met vier vestigingen in West-Vlaanderen. Sinds 2006 voorzitter van The Last Post Association.