Belgisch-Congolese vindt brief van koning moedig gebaar, maar: “Ik ben subtiel racisme beu”

De Brugse Li Vandamme, dochter van een Belgische koloniaal en een Congolese moeder, ervaart al een halve eeuw racisme. © Davy Coghe
Redactie KW

Dat koning Filip spijt betuigde aan de Congolese bevolking, noemt de half Congolese Li Vandamme een moedig gebaar. De Brugse vindt echter dat de maatregelen omtrent de standbeelden van Leopold II niet ver genoeg gaan. De uitbaatster van een koffiebar is meer dan een halve eeuw subtiel racisme beu.

De Brugse Li Vandamme, de dochter van een Congolese vrouw en een Belgische koloniaal, die al meer dan een halve eeuw met racisme geconfroneerd wordt, vindt dit een flauw argument. De uitbaatster van koffiebar Li o Lait in Brugge en levensgezellin van VRT-journalist Lieven Verstraete stelt onomwonden: “Dat Leopold II ook goede dingen gedaan heeft, is geen excuus om hem op standbeelden en in straatnamen te verheerlijken. In Duitsland zie je toch ook geen beelden van Hitler!”

En wat vindt zij van de spijt die Koning Filip dinsdag 30 juni – precies zestig jaar na de onafhankelijkheid van Congo – openlijk betuigde in een brief aan de Congolese president? Li Vandamme: “Dat is een moedig gebaar! Sorry komt altijd te laat, maar Koning Filip zit opgezadeld met een erfenis van zijn voorouders. Hij krijgt iets op zijn bord waar hij persoonlijk geen schuld aan heeft. Dat België voor het leed aan Congo aangedaan een schadevergoeding zou moeten betalen, lijkt mij de evidentie zelf. Als iemand je huis leeg plundert, moet je daarvoor toch gecompenseerd worden? Dat vindt u toch ook? Hier in België mag je toch ook niet frauderen?”

Gevlucht

“Ik was amper acht maanden oud, toen ons gezin vanuit Zaïre in 1964 naar België gevlucht is”, vertelt Li Vandamme (56). “Mijn vader Daniël was een avonturier, na WOII is hij naar Belgisch Kongo vertrokken om er voor de Belgische overheid op olifanten en leeuwen te jagen. Mijn Congolese moeder Afetta Maria huwde vrij jong met mijn vader. In Congo werd je indertijd al aanzien als een volwassen vrouw, van zodra je ongesteld wordt. Mijn ouders kregen maar liefst elf kinderen!”

“Ik vertel altijd al lachend dat ons gezin hals over kop, op de vlucht voor de Simba’s, die de Belgische kolonialen wilden vermoorden, op een vlot van kokosnoten in Oostende aangemeerd is. Grapje, we arriveerden met een vliegtuig in België. Maar mijn mama was de eerste Congolese vrouw die in de Koningin der Badsteden aanspoelde. Mijn ouders hebben al hun bezittingen in Zaïre moeten achterlaten. Gelukkig was mijn vader nog zo goed dat hij zijn vrouw en kinderen meenam naar België. Tal van oud-kolonialen hebben er hun Afrikaanse vrouw achtergelaten.”

Een wilde

“Noodgedwongen moest mijn vader werk zoeken in een garage in Oostende. Mijn moeder kwam terecht in een voor haar nieuwe wereld. Ze had bijvoorbeeld nog nooit een kermis gezien. Voor veel Oostendenaars was zij ‘een wilde’, die niet voor haar elf kinderen kon zorgen. Ten onrechte, ook al moest zij soms op de markten schooien om restjes. We hebben het in onze jeugdjaren financieel zeer zwaar gehad, maar mijn mama had een typische Congolese joie de vivre, ze bleef altijd positief en wist zich zo altijd te redden.”

“Als halfbloed kinderen hadden wij geen echte thuis. Voor de Congolezen waren wij te bleek, voor de Belgen te donker. Op kamp met de jeugdbeweging werd ik vernederd. Een slimmerik ging met een borstel mijn ellebogen en knieën te lijf, om het ‘vuil bruin’ af te schrobben!”

“Op school in Sint-Jozef en Sint-Andreas was ik, naast mijn zussen en broers, het enige zwarte meisje. Zelf vond ik niet dat ik ‘anders’ was, als kind van twee verschillende culturen zag ik dat kleurverschil niet. Mijn vader was niet wit, mijn moeder niet zwart. Pas als andere mensen wezen op dat verschil in ras, zag ik dat. Dat zorgde voor een identiteitscrisis: waar hoorde ik nu bij?”

Subtiel racisme

“Het racisme waarvan we het slachtoffer werden, was heel subtiel. Mijn zussen werden, na hun verhuis naar Brussel, ter pas en te onpas op straat tegengehouden door de politie. Pas toen ze hun Belgisch paspoort te voorschijn haalden, mochten ze beschikken. Zelf ben ik verhuisd naar Gent, waar ik mij wat beter op mijn gemak voelde, omdat je daar niet de enige vreemde eend was.”

“Toen ik na mijn hogere studies begon te solliciteren als marketing manager, kreeg ik enkele keren de volgende reactie: we moeten u ontgoochelen, want onze opdrachtgever wil geen ‘vreemde’ in dienst nemen. En bij de laatste job die ik uitoefende bij een werkgever, alvorens Li o Lait op te starten – een groot West-Vlaams bedrijf – vroeg de baas eerst aan zijn werknemers of ze het niet erg vonden om samen te werken met iemand die ‘anders’ is.”

“Na mij echtscheiding moest ik op zoek naar een nieuwe woning. Ik belde voor een afspraak naar een agence en spelde mijn naam ‘Vandamme’. Geen probleem, mevrouw, we komen u halen. Toen de makelaarster mij kwam oppikken en mij zag staan, zei ze : ik neem geen vreemden mee in mijn auto en ze reed weg. En mijn nichtjes en neven, die hier geboren zijn, kregen al vaak de opmerking : keer terug naar je land! Naar welk land moeten ze dan gaan? Het zijn Belgen!”

“Ook als zaakvoerder van Li o Lait krijg ik af en toe de vraag van een klant om met de baas te spreken. Alsof iemand die bruin is, geen zaak kan leiden. Gelukkig weten mijn vaste klanten beter! Ik heb met al die uitingen van racisme leren leven, ze duren nu al meer dan een halve eeuw. Want als je er niet mee kan omgaan, kun je niet verder leven.”

Hitler

“Wat ik spijtig vind over de hele discussie rond Leopold II en de excuses die België zou moeten maken, is dat er in de geschiedenislessen op school weinig of niks verteld wordt over de wreedheden van het kolonialisme. Ik heb er als kind alleszins niets over geleerd in Oostende. Maar mijn moeder heeft mij wel verhalen over haar gruwelijke jeugdjaren verteld. Dat is toch wel gek. Wat er met de Joden gebeurd is tijdens WO II, weet iedereen. Wat is het verschil? Het is allebei even gruwelijk!”

“Maar hier wordt Leopold II nog altijd verheerlijkt op standbeelden en in straatnamen. In Duitsland zie je geen geen beelden van Hitler meer! Het argument dat Leopold II ook goede dingen gedaan heeft voor ons land, doet niets ter zake. In Brugge willen ze bijvoorbeeld de naam van de Leopold II-laan niet wijzigen, omdat die Belgische koning het Stubbekwartier en de Brugse zeehaven uitbouwde. Dank zij Hitler, hebben de Duitsers autostrades maar ik denk niet dat ze een Duitse stad met een Adolf I-laan hebben. Vergelijk het met een huwelijk: voor het altaar geef je je ja-woord, zonder compromissen. Het is niet ja, maar… Je kunt onmensen niet zomaar blijven verheerlijken.”

“Het is hetzelfde met Zwarte Piet en Sinterklaas. Toen mijn moeder mij op school kwam afhalen op 6 december, riepen kinderen naar haar : zwarte piet is daar! Dat vond ik zo erg! Zelfs roetpieten horen geen kroeshaar te hebben. Kijk maar naar de film Mary Poppins : als de kinderen daar door de schouw kruipen, is hun aangezicht beroet, maar ze hebben geen kroeshaar”, zegt Li Vandamme met een knipoog.

Leopold II in Brugge

Na klachten van Bruggelingen heeft de lokale politie het borstbeeld van Leopold II uit de inkomhal van het gemeentehuis van Sint-Andries verwijderd. Kunstenaar Jan Verhaeghe veranderde het naambord van de Leopold II-laan in Lumumbalaan. Aan de bomen hangen afgehakte handen aan kettingen, symbolen voor de gruweldaden van de Belgische vorst. Maar burgemeester Dirk De fauw wil van geen definitieve straatnaamverandering weten.

Senator en Brugs gemeenteraadslid Annick Lambrecht (sp.a) vraagt of het stadsbestuur de verwijzigingen naar Leopold II uit het Brugse straatbeeld zal verwijderen, nu de Black Lives Matter-beweging onze samenleving opnieuw wakker geschud heeft over de wandaden tijden het bewind van Leopold II.

Borstbeeld verplaatst

De Brugse burgemeester Dirk De fauw (CD&V) heeft de lokale politie wel gevraagd om het borstbeeld van Leopold II te verwijderen uit de inkomhal van het gemeentehuis van Sint-Michiels. Het beeld is verplaatst naar een niet-publiek politiekantoor. Maar van een wijziging van de naam van de Leopold II-laan wil hij niet weten: “Leopold II heeft ook goede zaken verwezenlijkt, we mogen dit niet vergeten. Zonder deze vorst had Brugge geen zeehaven en geen Stubbekwartier. Maar er is wel nood aan duiding bij de figuur van Leopold II, zodat ook zijn slechte kanten niet vergeten worden. Het heeft weinig zin om een straatnaam te schrappen, want dan vervalsen we de geschiedenis. We mogen die controversiële figuur niet uit ons collectief geheugen wissen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier