Baziel De Zutter: “Arbeidsvreugde is ons veel meer waard dan ons inkomen”

Baziel De Zutter: "In mijn kindertijd keken mensen soms raar op, bij het horen van mijn naam dachten ze dat ik een volwassene was. Maar tegenwoordig lopen er heel veel Bazielkes rond. © Wouter Meeus
Tom Van Houtte

Landbouwer, loonkalker, zuivelproducent, marktkramer en aanstaand Sint-Elooisdeken van Kanegem: Baziel De Zutter is het allemaal. Te gast op het Moeninckhof in de Nagelstraat, waar de familie De Zutter al meer dan 200 (!) jaar woont en werkt. En waar de korte keten hoogtij viert. Alhoewel. “Ons inkomen delen door het aantal gewerkte uren, daar beginnen we niet aan. Arbeidsvreugde is ons veel meer waard!”

Baziel De Zutter begroet zijn bezoek met de stevige handdruk die een landbouwer kenmerkt. Wat volgt is een bijna-monoloog van een man die al pratend geboren moet zijn. Als ‘Baziel’ dan nog. “Ik heb die voornaam van mijn grootvader geërfd”, vertelt hij. “In mijn kindertijd keken mensen soms raar op, bij het horen van mijn naam dachten ze dat ik een volwassene was. Maar tegenwoordig lopen er heel veel Bazielkes rond. Als ik op een dag in het rusthuis terechtkom, zal iedereen denken dat ik nog een jonge gast ben“, lacht de Kanegemnaar.

We hebben geluk dat het herfstvakantie is, vertelt hij er meteen bij. Zo heeft zijn zoon Felix even het loonkalken van hem overgenomen.

Sorry Baziel, maar je moet ons toch eens uitleggen wat ‘loonkalken’ betekent.

“Dat is de grond ontzuren, opdat de toegediende meststoffen beter zouden worden opgenomen door de gewassen. Te gepasten tijde kalken garandeert mooiere vruchten en dus hogere opbrengsten voor de landbouwer. De kalkperiode situeert zich vooral rond april-mei en september-oktober. In vlagen dus, typisch voor loonwerk.”

Nochtans ben je geen loonwerker zoals ik me die voorstel.

“Nee, omdat ik uitsluitend op het loonkalken focus. Ik bezit weliswaar het materiaal om bijvoorbeeld ook voor boeren te gaan ploegen, maar dat doe ik bewust niet. Als een klant me belt om te gaan kalken, wil ik die binnen de 24 uur bedienen, want die boer wacht op mij om te kunnen zaaien. In de beginperiode dacht ik dat het vooral de kleinere boeren zouden zijn die me zouden inschakelen, maar het omgekeerde is waar. Grotere bedrijven doen een beroep op mij, zodat ze hun taken op de boerderij niet hoeven te verwaarlozen. Ik neem opdrachten aan tot een uur rijden van mijn erf, dus tot aan de grenzen met Nederland en Wallonië.”

BIO

Privé

Baziel De Zutter (vandaag 15 november 48 jaar) woont met zijn vrouw Veronique Vandeputte (47) en hun twee kinderen Margot (19) en Felix (17) op het Moeninckhof in de Nagelstraat in Kanegem.

Opleiding en loopbaan

Na de richting landbouw in het hoger technisch secundair onderwijs te hebben gevolgd, alsook een specialisatiejaar landbouwmachines, nam Baziel het landbouwbedrijf in 1992 over van zijn vader Emeric. Sinds vijf jaar helpt hij zijn vrouw in haar zuivelhandel en is hij ook marktkramer.

Vrije tijd

Bestuurslid van de Tieltse boerenmarkt en lid van de Landelijke Gilde Kanegem.

Hoe komt het dat je vijf jaar geleden samen met je vrouw ook zuivelproducent bent geworden?

“Ik bracht mensen die aan het zoeken waren om een boerderij over te nemen in contact met Jozef Van Bruwaene. Hoewel daar nooit een deal van kwam en ik Jozef maar kende van af en toe eens voor hem te loonkalken, dacht ik op een ochtend: mochten wij nu eens dat zuivelbedrijf overnemen. Mijn vrouw reageerde een stuk enthousiaster dan ik had verwacht en gaf zelfs haar vaste job bij de Orde der Artsen op. We kochten de apparatuur en receptuur van Jozef over. Wel hebben we geleidelijk aan 20 procent suiker uit de gesuikerde yoghurt gehaald. Slechts twee klanten die het ooit hebben gemerkt.

De maandag en de dinsdag mocht ik jullie bij voorkeur niet storen, want dat zijn jullie belangrijkste productiedagen.

“Vooral de dinsdag, dan staan we al om 2.30 uur op. Om boter en karnemelk te maken, hoort het in de zuivelzaal zo koel mogelijk te zijn. Dan maken we ook vla, want daarna, om de yoghurt in potjes te vullen, moeten we de temperatuur opdrijven tot 25 graden. In dergelijke omstandigheden zou de boter door onze vingers lopen. (lacht) We houden er ‘s middags niet mee op vooraleer de zuivelzaal grondig te hebben gereinigd. Melk, die we halen bij onze buur-melkveehouder Koen Verbeke, is een delicaat product, maar je zult nooit ruiken dat we hier zuivel verwerken. Heel belangrijk, vind ik, want elke vrijdagavond gaat van 16 tot 18.30 uur onze hoevewinkel open. Die maakt onderdeel uit van de zuivelzaal, dus moet het er wel proper zijn.”

Hoe fantastisch is het niet om te kunnen leveren aan een kinderdagverblijf waar je die kleine mannekes ziet opgroeien met de vruchten van je eigen veld?

Je bent de voorbije jaren ook marktkramer geworden. De Tieltenaren kennen je allicht van de donderdagmarkt en in mindere mate van de boerenmarkt.

“Dat komt omdat er op zaterdag, gelijktijdig met Tielt, ook in Aalter boerenmarkt is. Het is de enige keer in de week dat ik zuivel verkoop, want dat is bijna volledig het werk van mijn vrouw. Doorgaans sta ik met mijn aardappelen op de markten.”

Had je dat in je, marktkramer worden?

“Het bloed stroomt soms waar het niet gaan kan. Kunnen omgaan met mensen, dat heb je of niet. In mijn jongere jaren was ik KLJ-leider in Kanegem. Niet dat ik alles verkocht zou krijgen. Kledij verkopen bijvoorbeeld is niet aan mij besteed. Die aardappelen en zuivelproducten zijn als het ware mijn eigen kinderen, da’s een ander verhaal. Ik sta er nog altijd van versteld wat wij met een op zich eenvoudig basisproduct allemaal creëren: boter, karnemelk, negen soorten yoghurt, drie soorten vla, twee soorten plattekaas, acht soorten ijs…”

“Die patatten zijn echt mijn stokpaardje”, lacht Baziel De Zutter.© WME

Je bent bestuurslid van de boerenmarkt. Hoe evalueer je de terugkeer naar de omgeving van het belastinggebouw in de Tramstraat?

“Vier jaar geleden, toen er zich op onze huidige locatie wegenwerken aankondigden, waren we de stad dankbaar dat we op de Markt terecht konden, maar binnen de maand waren we wel de helft klanten kwijt. Aardappelen, een typisch, volumineus boerenmarktproduct, zijn een echte graadmeter. We verkochten nog kleine hoeveelheden, maar de zakken van 25 kilo leken wel verleden tijd. Sinds onze terugkeer naar het belastinggebouw, waar de klanten dicht kunnen parkeren, is er weer vraag naar. Nu komen ze opnieuw met de ‘koffer van de auto’ naar de boerenmarkt, de voorbije jaren aan de Hallentoren was dat met een plasticzakje. We merken dat veel klanten bijvoorbeeld eerst hun gekochte aardappelen in de koffer gaan leggen om daarna hun groenten te komen halen. De laatste maanden zien we weer een duidelijke stijging van het aantal bezoekers. Door mijn connectie met de middenstand zullen we trouwens voor het eerst meedoen aan de eindejaarsactie van de handelaars. Een win-win dus.”

Het mooiste land is het land… waar mijn aardappelen op groeien. Ik kom nooit in het buitenland en mis dat reizen niet

Nochtans bleek uit een recente bevraging van de stad dat ruim een vierde van je collega’s géén fan is van een boerenmarkt op het einde van de Tramstraat. Hoezo?

“We zijn in volle zomer – voor ons de moeilijkste periode van het jaar – moeten terugkeren. Had het stadsbestuur diezelfde bevraging pas na een jaar gehouden, dan had allicht een nog grotere meerderheid van de marktkramers zich pro getoond. Maar drie vierde is niet weinig, hé. De Britten hebben alleszins op basis van een veel kleiner percentage beslist om uit de Europese Unie te stappen.

De tegenstanders van de terugkeer blijven beweren dat een markt op de Markt thuishoort.

“Sorry, maar de wekelijkse markt en de boerenmarkt vallen in geen velden met elkaar te vergelijken. Op de donderdagmarkt zie ik veel bezoekers tussen de kramen kuieren en geregeld vertrekken er mensen zonder aankopen naar huis. Dat zal je op de boerenmarkt nooit zien. Bijna iedereen gaat er zwaarbeladen weg.”

DE TIPS VAN BAZIEL

Culinair

“Sinds de sluiting van café Tivoli spring ik op zondagmorgen gewoonlijk een uurtje binnen in ‘t Vliegend Peerd. Met onze zuivelhandel leveren we op geregelde basis room en ijs in de horecazaken van Groot-Tielt, maar je begrijpt dat ik het moeilijk vind om daar namen op te kleven. Hoe dan ook vinden wij zeker onze gading in de stad. Afgelopen zomer vertoefden we drie dagen in Veurne. Ik kan je zeggen dat Tielt qua culinair aanbod zeker niet moet onderdoen.”

Shoppen

“Doe ik zoveel mogelijk op de markt. Logisch, toch? (lacht uitbundig) Beleg voor op de boterham, groenten en fruit… Toen we zelf nog niet op de markt stonden, kwam hier onder meer salami op tafel uit zo’n isomovlootje met een laagje folie op. Wel, onze afvalberg is de laatste jaren met de helft verkleind. Kledij? Ook die vind je op de markt, maar daarvoor schakel ik toch liever mijn vrouw in.” (lacht)

Mooie plekjes

“Ik ben nogal fan van de Kanegem Bebloemd-leuze: ‘Geen rijker kroon dan eigen schoon’. Onze hoeve ligt op de Amusant Platteland-route. Voorbij wandelende mensen groeten terwijl we met een pint in de hand op ons terras zitten: zalig. Al moet gezegd dat ik de bebloeming van ons erf toch aan de deskundigheid van Veronique overlaat.”

Reizen

“Het mooiste land is het land… waar mijn aardappelen op groeien. (schaterlach) Ik kom nooit in het buitenland en mis dat reizen niet, maar een programma als ‘Reizen Waes’ weet me wel te bekoren.”

Ik hoor van mensen die het kunnen weten dat de prijzen van korteketenproducten, met name op de boerenmarkt, tegenwoordig duurder uitvallen dan wat je van een markt zou verwachten. Akkoord?

“De consument is zeker bereid om te betalen voor de kwaliteit die wij leveren. Een collega die zijn klanten ongewild een of meerdere slechte tomaten verkoopt, zal het snel geweten hebben van zijn klanten. Maken diezelfde klanten dat mee in de Colruyt, ik denk niet dat ze bij de winkelketen zullen gaan klagen. Nochtans vragen wij geen hogere prijzen dan de supermarkten, tenzij ze promoties toepassen en daar is de boer meestal de dupe van. Ik vind ook dat de mensen geen appelen met peren mogen vergelijken. Het is niet onlogisch dat je bij ons meer betaalt voor een glazen potje yoghurt van 200 milliliter dan voor een plasticpotje van 125 milliliter in de supermarkt. Terloops: onze klanten kan je gerust climate changers noemen. Met onze glazen potjes besparen we jaarlijks het volume van twee opleggers plasticafval. Zo’n manier van werken is inderdaad niet goedkoper. Onze aardappelen zijn bintjes, een oud ras dat veel minder kilo opbrengt per hectare dan andere rassen, maar het best scoort in smaaktesten. Kwaliteit heeft zijn prijs.”

De markten, de hoevewinkel: kan je met je gezin puur van die korte keten leven?

Eerlijk: ons inkomen delen door het aantal gewerkte uren, daar beginnen we niet aan. Maar arbeidsvreugde is ons meer waard, want die schenkt voldoening in het leven. Maar ik heb nog mijn loonwerk en akkerbouw: vlas, suikerbieten, mais, aardappelen… Die patatten zijn echt mijn stokpaardje. Hoe fantastisch is het niet om te kunnen leveren aan een kinderdagverblijf waar je die kleine mannekes ziet opgroeien met de vruchten van je eigen veld? Al blijft het natuurlijk keihard werken.”