Bart Tommelein wil groot relanceplan voor de kust: “Dit wordt dé uitdaging van mijn carrière”

Bart Tommelein zit nog tot zaterdag in quarantaine. (gf)
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Zijn quarantaine loopt zaterdag ten einde. Bart Tommelein (Open VLD) haalt opgelucht adem. Het virus heeft hem niet klein gekregen. De burgemeester van Oostende kijkt alweer vooruit: hij wil een groot relanceplan voor de kust.

Dinsdagnamiddag. De zon schijnt boven Oostende. Bart Tommelein zit op zijn terras wanneer we hem bellen. Aan het werk weliswaar. Quarantaine of niet. Deze krant staat in het teken van doeners. Dat thema is op zijn lijf geschreven. Gewoon doen, is het motto van zijn partij. Voort doen zou zijn persoonlijke lijfspreuk kunnen zijn. “We gaan gewoon verder werken”, was het eerste wat hij zei, toen bleek dat hij besmet was. Al was dat ook een beetje hoogspraak, zal hij op een onbewaakt moment toegeven. Tommelein is ook bang geweest, toen het verdict viel.

U ziet er goed uit, burgemeester.

“Dank u. U ook. (lacht) Ik ben besmet en heb milde symptomen vertoond, maar voorts kan ik niet klagen. Wat verkouden en vooral vermoeid. Ik dacht aanvankelijk dat dat de weerslag was van enkele chaotische weken. Eerst de voorzittersverkiezingen, daarna de coronacrisis: dat waren intensieve weken. Maar blijkbaar was het toch dat verdomde virus dat mij te pakken had.”

Hoe verloopt de quarantaine?

“Goed. We zitten hier met vier: ikzelf, mijn vrouw en onze twee kinderen. We mogen niet buiten komen, omdat we het virus kunnen verspreiden. We mogen gelukkig wel in onze tuin zitten. Mijn oudere dochters, die niet meer thuis wonen, en mijn schoonzus doen onze boodschappen. Tien dagen duurt deze isolatie. Zaterdag zou het voorbij moeten zijn.”

Wat doet u allemaal?

“Vooral werken. Ik ben amper gehinderd door het virus, gelukkig maar. Mijn vrouw heeft het zwaarder te pakken. Zij ligt ziek in bed. Ik hoop dat ook zij snel beter wordt.”

Ik heb thuis ook twee kleine kinderen rondlopen. Ik word vaak gek als ik tegelijk moet werken. U niet?

“Neen, eigenlijk niet. Ik kan me goed afzonderen. Zij passen zich ook goed aan. Ze kunnen zich gelukkig uitleven in de tuin. Ze hebben ook schooltaken te doen.”

En omgekeerd: worden zij gek van u?

“Dat wellicht wel. (lacht) Het is voor hen heel ongewoon dat ik voortdurend thuis ben. Maar ik zie ze ook genieten van die tijd samen. We leren elkaar beter kennen. Ik heb ontdekt dat onze Arthur een grote fan van Ajax is. Hij is amper zeven, maar kent al die spelers bij naam. Ik heb hem beloofd dat we na deze crisis naar een wedstrijd gaan kijken in de Arena.”

Deze crisis is een zware domper voor uw stad, zeker in deze vakantie. Weet u al hoe hard de klap is?

“Héél hard. Ik kan u nog geen cijfers geven, maar ik kan wel al zeggen dat de relance de grootste uitdaging van mijn carrière wordt, en ik heb toch al wat watertjes doorzwommen. Oostende leeft van toerisme, horeca en evenementen. Dat ligt allemaal stil. Bovendien zullen dat niet de eerste sectoren zijn die heropstarten. (even stil) Ik voel een grote verantwoordelijkheid als burgemeester. Ik heb dat nooit in die mate gevoeld. Ik denk aan de ouderen die risico lopen op besmetting, aan de mensen die hun baan kwijt zijn, aan de zelfstandigen die het moeilijk hebben, aan de vele evenementen die afgelast worden.”

Wat kan u doen?

“Als deze crisis voorbij is, moet de heropbouw snel van start gaan. Van deze stad, en van de hele kust. Wij zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Ik pleit daarom voor een specifiek relanceplan voor de kust. Ik zou graag de trekker zijn daarvan, als burgemeester van de grootste stad. Maar ik kan dat niet alleen. De lokale besturen moeten samenwerken, met elkaar, met de hogere overheden en met de economische stakeholders. Ik wil een gefundeerd plan met grote investeringen. Losse ballonnetjes oplaten, zijn in dat kader géén goede zaak.”

Is dat een vingerwijzing naar Vlaams minister van Toerisme Zuhal Demir (N-VA) die tweedeverblijvers een waardebon wil geven voor de lokale economie?

(knikt) “Ik wil een plan, geen ballonnetjes. Bovendien zijn de tweedeverblijvers nu even geen prioriteit. Ik hoop dat die mensen dat begrijpen.”

Een deel van hen stapt in groep naar de rechter voor lagere belastingen.

(feller) “Ik betreur dat. Dat is misbruik maken van de situatie. Of moet morgen ook iemand die zijn wagen al twee weken niet meer mag gebruiken, om een lagere verkeersbelasting vragen? Als iedereen zo begint, zal de relance niet lukken.”

De burgemeester van Knokke schrapt nu al alle zomerevenementen.

“Dat is te voorbarig, vind ik. Ik ben een realist, maar ook een optimist. Ik wil nog even afwachten, tot begin mei. Ik ben jarig op 4 mei. Ik hoop dat dat de dag van de heropstanding wordt. (lacht) Dan gaan we sowieso beslissingen moeten nemen. Maar ik wil vandaag nog niets uitsluiten. Het kan ook dat evenementen in een lightversie doorgaan.”

Denkt u aan Theater aan Zee?

“Dat is één voorbeeld.”

Wat is eigenlijk uw guilty pleasure in deze quarantaine?

“Moet ik dat verklappen? (lacht) Ik ben beginnen gamen. Rummikub. Ik kende dat spel eigenlijk niet. Ik ben zelfs licht verslaafd geraakt, vrees ik. Als ‘s avonds het werk gedaan is en iedereen slaapt, begin ik te spelen, in alle eenzaamheid. Dat is dan tegen onzichtbare tegenstanders van waar ook ter wereld.”

U blijft mij verrassen. Eerlijk, meneer Tommelein, bent u niet bang geweest toen bleek dat het virus u te pakken had?

“Ja, toch wel. Ik ben hard geschrokken. Maar tegelijk was het een opluchting. Het virus is toevallig ontdekt, na een hartonderzoek. De dokters zagen plekken op mijn longen. Ze wilden nader onderzoek. Was dat geen corona, dan was dat iets anders. Mogelijk iets ergers. Ik heb toen 24 uur in onzekerheid geleefd. Dat was heel beangstigend, moet ik toegeven.”