Barbara was 20 in 2000: “Als ik dans, voel ik me goed”

Olaf Verhaeghe

‘Ik word 20 in 2000.’ Zo heette de rubriek waar meer dan 500 jonge West-Vlamingen in onze krant vertelden over hun leven. Twintig jaar later confronteren we hen met hun uitspraken van toen. De Kortrijkse Barbara Buysschaert mag vlak voor de start van 2021 deze reeks afsluiten.

“Ook ’s zondags moet ik meestal studeren. Er komt nogal wat blokwerk aan te pas. Als ik het niet doe, ben ik er niet meer bij”

“Zo voorbeeldig zeg. (lacht) Ik was toen blijkbaar nogal een blokzwijn. Of ik deed me zo voor. (lacht) Neen, ik studeerde toen inderdaad voor vertaler-tolk Engels-Spaans, maar dat heb ik uiteindelijk maar een jaar volgehouden. Het was niet echt mijn ding, bij nader inzien. Iedereen zei me wel dat ik enorm goed was met kinderen. En dan kom je al snel bij lager onderwijs uit. Ik deed dat meteen heel graag, met hart en ziel. Als ik voor de klas mocht staan, bloeide ik open. Intussen ben ik dus vier jaar directeur, eerst in Wevelgem en nu op ’t Hoge in Kortrijk. Ik jeun mij daar superhard, echt waar.”

“Ik ben absoluut geen fuifbeest. Dat ‘techno-getuut’ is niets voor mij”

“Mijn ouders waren wel behoorlijk streng, dus echt uitzetten zat er niet echt in. Ik denk dat mijn moeder in haar jonge jaren wel het een en ander heeft uitgespookt waar ze mij wat tegen wilde beschermen. Wat ik wel deed, was afspreken om bij vriendinnen te blijven slapen. Om dan zo tot vijf, zes uur te kunnen blijven dansen. (lacht) Ik denk dat ik uiteindelijk wel voldoende gefuifd heb, maar niet tot in het extreme. Als ik kijk naar wat mijn jongere broer en zussen al mochten van mijn ouders… Dat was een wereld van verschil. Ik heb het pad geëffend voor hen op dat vlak.”

“Ik kan heel goed lachen met mijn broer en jongste zus. Ze zijn zo klein, maar toch zo rechtuit. Ik bewonder hen eigenlijk echt wel”

“We hebben nog altijd een enorm goede band, alle vier de kinderen. Zeker weten. Dat heb ik het voorbije jaar, na mijn echtscheiding in maart, ook gevoeld. We staan als een blok voor elkaar. Mijn ouders hebben bewust gekozen voor twee oudere en twee jongere kinderen. Ik ben 9 en 13 jaar ouder dan mijn jongste zus en broer. En als oudste dochter krijg je in dat opzicht ook wel wat verantwoordelijkheden. Ik ben heel vaak hun oppas geweest. Ik zag hen bijna als ‘mijn kindjes’. Ze zijn niet vergeten wat ik toen voor hen heb gedaan, integendeel.”

“Muziek is heel belangrijk. Het brengt iets in mij naar boven en ik begin spontaan te bewegen”

“Dat is absoluut nog altijd het geval. Ik sta op met muziek en ga ermee slapen. Mijn dochters en ik zetten de muziek vaak vollenbak , ik denk dat de buurman er soms gek van wordt. (lacht) Ik ben nog altijd een danser, dat is en blijft een deel van mijn leven. Mijn Spotify-lijst is ook helemaal aangepast aan mijn gemoedstoestand. En ze is vooral ook heel gevarieerd. Ik ben een grote fan van Pink bijvoorbeeld, maar evengoed luister ik naar Eminem, Coldplay, Florence and the Machine of Depeche Mode. Zeker als ik ga wandelen met mijn hond steek ik mijn oortjes in en is het Spotify all the way.

“Ik kan echt niet tegen schijnheilige mensen”

“Ik ben van nature een heel open persoon. Soms een beetje te misschien. Maar dat is wel iets wat gewaardeerd wordt. Mensen weten wat ze aan me hebben. What you see is what you get. Ik heb het niet voor achterbaks gedoe. Op sociale media wordt dat nog meer in de hand gewerkt. In plaats van elkaar rechtstreeks aan te spreken, wordt er online geblameerd. Ik ben van het principe: staat er je iets niet aan, gooi het eruit. Natuurlijk altijd op een respectvolle manier.”

“Brad Pitt mag zeker bij me aan tafel komen zitten. Voorts nodig ik Nicolas Cage uit. En ik zou ook mijn oma en opa vragen”

“Brad Pitt… Tja, dat was toen dé man, hé. Mijn kamer hing ook vol met posters van hem. (lacht luid) Nicolas Cage ook, amai. Allebei oudere mannen. Neen, ik denk niet dat ik vandaag nog voor hen zou kiezen. Misschien een Dieter Coppens nu dan? Dat vind ik wel een aimabel iemand, met het hart op de juiste plaats. En hij heeft een zekere uitstraling.”

Barbara Buysschaert
Barbara Buysschaert

“Mijn grootouders wel, hen zou ik zeker nog uitnodigen. Ze zijn nu zo’n twaalf jaar geleden overleden en er gaat geen dag voorbij waarop ik niet aan hen denk. Ze hebben een heel belangrijke rol gespeeld in mijn opvoeding. En ook het huis waar ik nu woon, heb ik met hun zegen gekocht. Zelfs nu het door mijn echtscheiding wat moeilijker met me gaat, vind ik troost op het kerkhof bij hen. Ze blijven superbelangrijk voor mij.”

“Hoe ik mezelf zie over tien jaar? Hopelijk aan het werk, gelukkig getrouwd en met kindjes”

“Het werk en de kindjes, twee schatten van dochters, zijn er gekomen. Het huwelijk ook, met de toenmalige vriend. Maar na 22 jaar samen zijn we uit elkaar gegaan. Zo gaat het soms in het leven. En nu, over tien jaar… Goh. Misschien oma? Ik weet het niet. En wellicht nog directeur, hoop ik. En voor de rest zien we wel wat er op ons pad komt.”

Op 2 maart 2020 vierde Barbara Buysschaert haar 40ste verjaardag. Barbara groeide op in Kortrijk als oudste van vier kinderen. Ze is de dochter van Jan Buysschaert en Marleen Devos en heeft met Julie (39) en Stephanel (31) twee zussen en met Nicolas (27) één broer. Vandaag woont Barbara in Bissegem samen met haar twee tienerdochters Léah (15) en Amber (14) en hun golden retriever Leon. Ze werkt intussen twee jaar als directeur van basisschool ’t Hoge in Kortrijk. Eerder was ze twee jaar directeur van het Sint-Pauluscollege in Wevelgem en stond ze 15 jaar voor de klas in de basisschool van Heule-Watermolen.

Op 20 maart volgend jaar viert Barbara Buysschaert haar twintigste verjaardag. Deze studente vertaler-tolk in Gent is de dochter van Jan Buysschaert (inspecteur Beroepskrediet) en Marleen Devos (huisvrouw). Samen met broer Nicolas (6) en haar zussen Julie (17) en Stephanel (10) woont ze aan de Burgemeester Mayeurlaan 34 in Kortrijk. In haar vrije tijd houdt Barbara van (funk)dansen, cinema of gezellig iets gaan drinken.

Hoe ziet jouw doordeweekse weekend eruit?

Barbara: “Op vrijdag kom ik thuis van school en smijt ik mijn (school)boeltje in de hoek. Mijn vriend komt dan langs en we spreken vervolgens af wat we in dat weekend gaan doen. Dat kan van alles zijn: naar de cinema gaan, iets gaan eten, vrienden of vriendinnen opzoeken… Maar meestal gaan we naar de cinema of kijken we op televisie naar een mooie film. Op zaterdag studeer ik een beetje, een paar uurtjes in de voormiddag en een paar uurtjes in de namiddag. Later op de avond gaat mijn tijd naar mijn vriend en/of mijn broer en zussen. Ik ben wel absoluut geen fuifbeest. Al dat ‘techno-getuut’ is niets voor mij. Als er eens een fuif, of zoiets onder het thema de jaren ’60 wordt georganiseerd, durf ik wel eens gaan. Ook ‘s zondags moet ik wat studeren en achteraf blijf ik thuis met mijn vriend. Er komt inderdaad nogal wat blokwerk aan te pas. Als ik het niet doe, ben ik niet meer bij. Het is een lastige studierichting de ik koos!”

Je bent 19: rij je al in auto? Wat vind je in het algemeen van jongelui achter het stuur?

Barbara: “Ik heb de kans gekregen om die rijstage in drie maanden te doen, na het nemen van rijlessen. Ik ben momenteel dus in mijn oefenperiode. Het gaat al een beetje, maar nog niet echt goed. Ik heb trouwens nog niet veel tijd gehad om te oefenen. Nu ja, eerst de schoolexamens en dan de andere. De ‘jonge gasten’ achter het stuur mag je niet allemaal over dezelfde kam scheren. Niet elke jongere drinkt alcohol en rijdt toch nog in auto. Trouwens, volgens mij zijn er ook heel wat ouderen die onder invloed achter het stuur kruipen.”

Hoe zit het met je muzikale smaak?

Barbara: “Ik hoor graag funk, rap en hip-hop. Een techno-fan ben ik zeker niet, dan ben je bij mij aan het verkeerde adres. Namen? Ik heb het wel voor R. Kelly en Mariah Carey.”

Hoe belangrijk is muziek in je leven?

Barbara: “Ik vind het nogal belangrijk. Meer zelfs: ik durf beweren dat ik het nodig heb en waarschijnlijk niet zonder zou kunnen. Als ik een dag geen muziek hoor, begin ik te flippen. Muziek brengt iets in mij naar boven, dan begin ik spontaan te bewegen. Als er geen muziek op de wereld meer was, zou ik er waarschijnlijk maken.”

Hoe ouderwets vind je je ouders? Hoe streng zijn ze? Is er een verschil tussen je vader en je moeder?

Barbara: “Mijn ouders denken wel dat ze modern zijn, maar eigenlijk is dat niet zo. Ik vind ze eigenlijk nogal conservatief. Vooral qua uitgaan en zo. Af en toe maar mag ik een stapje in de wereld zetten. Ach, dat generatieconflict zal wel normaal zijn, zeker? Ik vind mijn moeder dan nog strenger dan mijn vader. Terwijl je toch eerder het omgekeerde zou verwachten. Want mijn moeder ging vroeger nogal veel uit, mijn vader daarentegen niet.”

Wat heb je (karakterieel) mee van vader en moeder?

Barbara: “Mijn moeder zegt wel altijd dat ik mijn intelligentie meeheb van mijn pa, maar dat is niet zo. Van mijn vader heb ik mijn gevoel voor stiptheid mee, van mijn moeder mijn spontaniteit en gevoeligheid.”

Krijg je zakgeld? Hoeveel? Is dat voldoende? Wat doe je er vooral mee?

Barbara: “Ik krijg geen zakgeld. Ik heb deze zomer trouwens in McDonald’s gewerkt en heb wel een centje op de bank staan. Ik vind het ook niet nodig dat ik zakgeld krijg. Als ik geld nodig heb, moet ik het maar vragen.”

Waarmee of met wie kun je echt lachen?

Barbara: “Ik kan heel goed lachen met mijn broer en jongere zus. Ze zijn zo klein, maar toch zo rechtuit. Het is soms aandoenlijk. Ook al kan het soms kwetsen wat ze zeggen: liegen of rond de pot draaien, doen ze nooit. Ik heb er zelfs een beetje bewondering voor.”

Waar kan je absoluut niet tegen, waar kom je absoluut tegen in opstand?

Barbara: “Ik kan niet tegen het feit dat bejaarde mensen als grof vuil behandeld worden. Er is te weinig respect voor de oudere mensen. Ik heb het een paar jaar geleden meegemaakt aan zee. Een aantal mensen was een bejaarde man gewoonweg aan het uitlachen. Ik deed niets, ook omdat ik toen nog meer verlegen was. Nu zou ik misschien wel reageren, ja. En voorts kan ik niet tegen schijnheilige mensen.”

Je mag vier (al of niet wereldberoemde) personen noemen met wie je eens gezellig samen aan tafel zou willen zitten. Wie?

Barbara: (Direct!) “Brad Pitt mag er al zeker komen bijzitten. Ik vind dat een heel knappe man. Hij heeft iets en ik zou hem erg graag eens ontmoeten. Die blik, hé. Verder nodig ik Nicholas Cage uit, omdat ik hem een goeie acteur vind. En voor de rest zou ik mijn oma en opa aan tafel vragen. Als ik klein was, hebben ze heel lang voor me gezorgd. Ik ben ze daar ook heel denkbaar voor. Dat laat ik soms te weinig merken. Mijn vriend? Die moet voor een keertje maar eens thuisblijven.”

Hoe zie je jezelf over zo’n 10 jaar?

Barbara: “Hopelijk ben ik tegen dan al afgestudeerd. Het is een studie van vier jaar, maar velen doen er zes jaar of meer over. Verder ben ik hopelijk aan het werk en ik zou ook graag gelukkig getrouwd zijn en kindjes hebben.”

(Filip Dumortier)