Barbara Roose hekelt gebrekkige onderhoudswerken in Brugs Begijnhof

De toeristen maken het gras op het binnenplein van het Begijnhof kapot. (Foto TVH)
Stefan Vankerkhoven

“De stedelijke groendienst onderhoudt het binnenplein van het Begijnhof onvoldoende”, vindt uitbaatster Barbara Roose van de religieuze winkel ‘De Wijngaard’. “Daardoor verliest het Begijnhof, dat toch Unesco Werelderfgoed is, zijn glans.” De vrouw ondernam zelf actie en spande rode lintjes rond het grasperk.

Barbara Roose baat al 35 jaar de religieuze winkel De Wijngaard in het Brugse Begijnhof uit. Aanvankelijk was ze in dienst bij de Zusters Benedictinessen, die het Begijnhof beheren, maar sinds enkele jaren werkt Barbara voor de De Talentade, een cvba die gelinkt is met het Brugse bisdom en vier winkels runt waar Bijbels, doopkaarsen, trouwboekjes en liturgische literatuur kunnen aangekocht worden.

“Stadsdienst laat steken vallen”

De voorbije jaren heeft Barbara Roose de verloedering van het Begijnhof zien toenemen. Vroeger zorgden de zusters Benedictinessen, die de regel van Benedictus volgen met als Latijnse spreuk ora et labora (bid en werk, red.), zelf voor het onderhoud van hun domein. Maar nu zijn er nog amper acht kloosterzusters in het Begijnhof en moet de stedelijke dienst Openbaar Domein die klus klaren. En die stadsdienst laat volgens de winkelierster heel wat steken vallen. “Het duurt veel te lang eer het gras gemaaid wordt. Er groeit onkruid onderaan de bomen. Afgewaaide takken worden niet verwijderd en blijven liggen in het grachtje langs ons grasperk.”

“Het geheel geeft een slordige, niet onderhouden indruk, het Unesco Werelderfgoed onwaardig. Het Begijnhof is zijn glans kwijt. Dat is toch hemeltergend, zoiets schaadt ook het imago van Brugge. Nagenoeg alle 7 miljoen toeristen die Brugge jaarlijks bezoeken, willen het Begijnhof zien. En dan worden ze met onkruid en een kapotte grasmat geconfronteerd! Ik heb er al heel veel klachten over gehoord. Het probleem is dat het de toeristen zelf zijn die weinig respect tonen voor ons patrimonium. Overal staan bordjes, met de vraag om de stilte te bewaren en het grasperk niet te betreden. Aan het eerste gebod geven de meesten gehoor, aan het tweede niet. Toeristen stappen ongegeneerd op het gras, waardoor er geen grassprietjes meer zijn aan de rand van ons binnenplein. Dat Bruggelingen af en toe in het voorjaar een communiefoto willen nemen tussen de paaslelies, tot daar aan toe. Maar toeristen met kinderen laten zomaar toe dat hun kroost onze paaslelies kapot plukt”, zucht Barbara.

“Kwatongen beweren dat een rode burgemeester en schepen het christelijk domein niet genegen zijn”

“Om verder onheil te verhinderen, heb ik dan maar zelf een touwtje gehangen langs de rand van ons binnenplein”, vervolgt Barbara. “Ik gebruik zelfs speciaal een rood lint, dat normaal gezien enkel voor cadeauverpakkingen voorzien is, om onze socialistische burgemeester en groenschepen niet voor het hoofd te stoten. Kwatongen beweren immers dat het onderhoud sinds de vorige verkiezingen verminderd is, omdat een rode burgemeester en een rode schepen een christelijk domein niet genegen zijn. Ik durf niet te geloven dat dit een reden is, maar ik begrijp echt niet dat de stedelijke groendienst niet bereid is om wat gras bij te zaaien.”

“Strikt genomen is mijn actie niet veroorloofd. Omdat het Begijnhof werelderfgoed is, mag je niks veranderen aan dit patrimonium. Herhaalde keren heb ik een wit touw rond de bomen en het grasperk gehangen, maar stiekem heeft iemand van dienst patrimoniumbeheer dat touw telkens opnieuw verwijderd. Misschien dat een rood lint op wat meer begrip kan rekenen“, glimlacht Barbara Roose.

Wildplassen

Het is niet haar enige bron van ergernis. Barbara Roose stelde al bij herhaling vast dat toeristen tegen de gevel van de Begijnhofkerk plassen. “Een dame heeft er zelfs een grote boodschap achtergelaten. Dat is allemaal toegenomen sinds de sluiting van de openbare toiletten aan de Begijnenvest. De wc-meneer is nu al bijna twee jaar met pensioen, blijkbaar vindt men geen opvolger. Er is echt nood aan meer publieke toiletten, zeker voor de dames.”

“Toeristen die dringend moeten, gaan niet terugkeren naar het Bargeplein. Om de haverklap komen toeristen hier met toegeknepen billen binnen in mijn winkel en roepen in paniek toilet, toilet. Maar mijn wc in mijn winkel is geen publieke plek. Ik zou nochtans veel geld verdienen als wc-madam in het Begijnhof. Ik heb het een keer toegelaten aan een Chinese toerist, maar achteraf ontdekte ik dat die met zijn schoenen op de wc-bril gekropen was en al rechtstaande zijn boodschap achtergelaten had.”

Auto’s

Een ander, heikel punt is dat een aantal bewoonsters van het Begijnhof ongegeneerd hun auto achterlaten op het domein. “Naast de acht zusters wonen er 42 dames in het Begijnhof”, zegt Barbara Roose. “Diegenen die een auto hebben, beschikken over een bewonerskaart en kunnen hun voertuig gratis kwijt in de Professor J. Sebrechtsstraat. Dat zij het domein oprijden om hun boodschappen uit te laden is geen probleem, maar enkelen onder hen parkeren hun auto langdurig in het Begijnhof. Dat is toch geen zicht in ons werelderfgoed. ‘t Is al erg genoeg dat er hier geregeld toeristen per fiets rondrijden. En dan is er nog het gehandicaptenpad langs de rand van ons grasperk. Een tof initiatief, dat veel geld gekost heeft. Maar geen enkele rolstoelgebruiker raakt het steile bruggetje aan onze ingangspoort over”, besluit Barbara.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier