Backgroundartieste Inge Daveloose stelt internationaal gerenommeerd werk tentoon in Brugge

De Jabbeekse kunstenares Inge Daveloose ontwerpt en tekent sinds 1990 de achtergronden voor tekenfilms van topregisseurs. Samen met enkele van haar internationale collega’s stelt ze nu eigen kunst, maar ook tekenfilmkunst tentoon in de Brugse Garemijnzaal. “Het is en blijft een werk van lange adem, een monnikenwerk”, zegt Inge.

Sinds 1990 ontwerpt en tekent Inge de achtergronden voor tekenfilms van internationaal gekende regisseurs en bedrijven. “Mijn eerste stappen in de animatiewereld zette ik bij Taxandria, het animatieproject van Raoul Servais. Een van mijn leraars in het Kask in Gent gaf toen les in animatiefilm en vertelde ons dat ze mensen zochten om aan het project mee te werken. Zo ben ik toevallig in die wereld gerold.”

Snelle ontwikkeling

Asterix in America, Blub, ik ben een vis!, De kleine IJsbeer 2, Who framed Roger Rabbit… Het lijstje animatiefilms waar background-artieste Inge Daveloose aan meewerkte, is indrukwekkend. “En in die wereld evolueert alles uiteraard heel snel. De grootste ontwikkeling is de stap naar de digitale wereld geweest. Vroeger moest je ter plaatse zijn en werden de achtergronden geschilderd op papier. Toen was het echt nog in alle opzichten een ambacht. Voor Asterix in America ben ik, samen met vier andere collega’s, twee jaar in Berlijn gaan wonen. Nu werk je gewoon vanachter je computer thuis, waar je de achtergrondbeelden van die tekenfilms maakt.”

Misschien zijn we geen echte kunstenaars, maar binnen de eigen creaties hebben we de absolute vrijheid

“Ik ga al bijna 30 jaar mee in dit wereldje, mijn verdienste is dan ook dat ik mee ben geëvolueerd. Maar nog altijd geldt dat hoe duidelijker de richtlijnen zijn van de opdrachtgevende regisseur, hoe vlotter de opdracht verloopt”, meent Inge Daveloose. “Maar correcties toepassen gaat nu natuurlijk veel vlotter. Je kan immers vlot je laatste aanpassingen laten vallen of spelen met de kleurschakeringen. Maar het is en blijft een werk van lange adem, een monnikenwerk. Een animatie maak je immers beeld per beeld, seconde na seconde. Vaak zijn animatiefilmproducties dan ook een internationale aangelegenheid en brengen ze kunstenaars en animators samen van over de ganse wereld.”

Eigen kunst

De tentoonstelling, met Inge als curator, zal animatiefilms en kunst tonen van animatie professionals en van de leerling van de animatie-afdeling van de Brugse kunstacademie. Een tiental animatieprofessionals met verschillende nationaliteiten komen uit het buitenland om deel te nemen aan de tentoonstelling. Met deze tentoonstelling wil Inge niet alleen tonen wat een animatiefilmer doet, maar ook de andere veelzijdige kunstige kanten van deze vakmensen tonen.

“Misschien zijn wij dan geen echte kunstenaars, maar binnen de eigen creaties hebben we de absolute vrijheid. Iets wat een kunstenaar dan weer niet heeft. Een select gezelschap van animatietalent toont er hun werk. Een deel ervan heeft elkaar leren kennen tijdens de productie van ‘The thief and the cobbler’ van animatiegrootmeester Richard Williams. Zo toont de Canadees Philip Vallentin zijn eigen glaskunst en juweelontwerp. Peter Western, die recent een Bafta won, pakt uit met zijn schilderijen en schetsen. Zelf breng ik schilderijen, keramieken vogels en een projectie op Japans papier.”

“Andere deelnemende artiesten zijn Karel Dhondt, Charlotte Houwing, Jan Michels, Michael en Zoe Schelfthout, Isabel Radage, Neil Ross, Steve Small, Michael Schlingmann, Sharon Smith, Lisa Valentin en Claire Wright. Ook de leerlingen van de animatie-afdeling van de Brugse academie krijgen er hun plaats. Ik geef er les beeldende vorming, maar wou ook de leerkrachten en leerlingen animatie mee hebben in dit verhaal.”

Door filmexpert

De opening op donderdag 29 september wordt verzorgd door filmexpert Wouter Hessels, met een performance van Marc Peire. Wie te weten wil komen wat een animatiefilmer zoal maakt op en naast het witte doek, kan vanaf 30 augustus tot 10 september terecht in de Garemijnzaal onder het Brugse Belfort. De ingang is gratis. (Patrick Anthone)