Babette Desfossez in India: “Je kunt je hier echt aan álles verwachten”

Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

Babette Desfossez woont sinds november 2014 in New Delhi, Indian, samen met haar man Frédéric Leirman en de kinderen Noam (14) en Maura (12). Ze werkt er voor de FOD Financiën, Douane en Accijnzen als douaneattaché voor India, en ze kunnen er maximaal zes jaar blijven.

Wat houdt de job van een douaneattaché in India precies in?

“Douaneattachés kunnen ondersteuning bieden en alle nuttige inlichtingen geven over de douane- en accijnsregelgeving. Voorbeelden zijn verschuldigde belastingen bij invoer of invoerprocedures. Ze staan ook rechtstreeks in contact met de douanediensten en beschikken er over een uitgebreid netwerk. In de praktijk krijg ik vragen van Belgische bedrijven rond de douanewetgeving in India. Als er problemen zijn met de inklaring van hun goederen, dan probeer ik eerst het probleem te begrijpen en dan een oplossing te zoeken.”

“De regio’s organiseren ‘road shows’ om Indische bedrijven aan te trekken om te investeren in België. Ik participeer aan deze roadshows om aan de Indische bedrijven de voordelen uit te leggen van het invoeren van goederen via België. Indische bedrijven die al geïnvesteerd hebben in België, kunnen mij ook contacteren als ze vragen of problemen hebben. Daarnaast probeer ik een netwerk uit te bouwen dat mij kan helpen mijn functie goed uit te voeren.”

Het is je eerste ervaring als expat, terwijl je van 2010 tot 2014 als ontvanger werkte in het douanekantoor in Roeselare. Hoe was het om plotseling naar het buitenland te verhuizen?

“Ik ben hier aangekomen met onze twee kinderen, maar zonder mijn man. We woonden in het begin in een gemeubeld appartement, omdat onze container met meubels nog onderweg was. De kinderen en ikzelf voelden ons vanaf het begin heel erg thuis in India. We zijn met kerst terug naar België gegaan en begin januari zijn we met vier terug gekeerd. Mijn man vond dat het leek alsof wij al jaren in Delhi woonden. Ook hij is hier heel gelukkig.”

Babette Desfossez in India:

“We hadden niet echt aanpassingsproblemen. Het was wel onze droom om in het buitenland te wonen en te werken, dus zien we dit als een unieke kans en focussen we op het positieve. Als je ziet hoe arme mensen hier leven en hoe positief ze in het leven staan, dan is het mijns inziens gewoon not done om je druk te maken om futiliteiten. Het leven is hier ook gewoon makkelijker. Je wordt in winkels en op restaurant behandeld als een koning, je hebt veel hulp in het huishouden. Je kan echt focussen op je werk en je gezin en de rest wordt voor een betaalbare prijs voor jou gedaan.”

Welke zaken hebben jou het meest verbaasd?

“In India zijn er geen problemen, alleen oplossingen. Het duurt soms wel eventjes voor de zaken zijn opgelost, maar ze slagen er op één of andere manier in om de dingen te doen werken. Als je internet bijvoorbeeld uitvalt, moet je niet verbaasd zijn dat er om 20 uur ‘s avonds op een zondag iemand aan je deur staat om het probleem op te lossen. Het lukt meestal niet van de eerste keer, maar je wordt altijd heel snel geholpen.”

Babette Desfossez in India:

“Als er werkmannen komen om iets te herstellen, dan staat daar een elektricien met enkel een schroevendraaier in zijn hand. Ze leggen de zekeringen niet af, draaien de stekkers open en proberen het euvel te herstellen. Meestal zijn er ook altijd één of twee ploegbazen, en één man om te werken. Doordat arbeid hier zo goedkoop is, is efficiëntie een begrip dat ze niet echt kennen.”

“Delhi is een heel vervuilde en drukbevolkte stad, maar je hebt hier ongelooflijk veel dieren. Er zijn kleine eekhoorns, pauwen, lizzards, kleine papegaaien, arends, apen, heel veel straathonden en ontelbaar veel soorten prachtige vogels. Terwijl je bij ons amper nog insecten en vogels ziet. De stad is ook enorm groen.”

Babette Desfossez in India:

“Ik arriveerde hier in de kerstperiode. Hier zijn niet zo veel mensen katholiek, maar iedereen wenst je prettige kerstdagen. Indiërs houden van feesten en vinden het leuk als anderen een feestdag in het vooruitzicht hebben. Mijn huisbaas is een traditionele Hindu, maar toch hadden ze voor de gezelligheid een kerstboom bij hen thuis staan. Er is veel respect voor elkaars godsdienst.”

Heb je je beeld van India moeten bijstellen?

“Mijn eerste reis buiten Europa was naar New Delhi en Rajastan, in 1996. Het land is sindsdien wel geëvolueerd, maar voor sommige zaken dan weer niet. Er lopen bijvoorbeeld nog altijd veel koeien op straat, maar toch veel minder dan 20 jaar geleden. Omdat je in de media altijd negatieve zaken leest over de omgang met vrouwen, vreesde ik dat het als vrouw niet makkelijk zou zijn om hier te werken. Ik heb natuurlijk het voordeel dat ik Westers ben, maar ik moet zeggen dat ik het niet als een nadeel ervaar om hier als vrouw te werken. De Indische mannen zijn meestal vriendelijk en voornaam in de omgang.”

Is het vlot werken voor de Belgische ambassade in een land als India?

Babette Desfossez in India:

“De Indische administratie is natuurlijk helemaal anders dan in België. In België willen we als douane bedrijfsvriendelijk zijn, maar in Indië is dat nog niet aan de orde. Er zijn veel regels en ministeries. Er is ook een groot verschil tussen de theorie en de praktijk. Mocht alles lopen zoals bij ons, zou ik mijns inziens ook minder toegevoegde waarde hebben voor de Belgische bedrijven. De job is heel boeiend en gevarieerd. Eén van de slogans is ‘Incredible India’ en dat is zo juist. Je kan je hier echt aan alles verwachten.”

Word je soms nog overvallen door ‘heimwee naar huis’?

“Ik ben hier graag en mis België niet echt. Het voordeel is natuurlijk dat je kan Skypen met het thuisfront. Mijn dochter mist België soms wel, maar ze is op het einde van het schooljaar – dat eindigt hier midden juni – naar haar oude lagere school geweest voor twee weken. Ze heeft dat twee schooljaren kunnen doen en dat was voor haar fantastisch.”

India kent nog altijd een grote kloof tussen rijk en arm. Merk je dit in het dagelijkse leven en zo ja, op welke manier?

Babette Desfossez in India:

“In het straatbeeld zie je bedelaars, ook kleine kinderen. De ‘servants’ wonen in servant quarters. Dit zijn meestal kleine kamers van 3 op 5 meter, waar ze vaak met het hele gezin van vijf personen wonen. Ze hebben een badkamer, een soort Frans toilet en een douchekop en een kraan, waar ze zich met drie tot vier families wassen. Ze hebben wel een cooler, een soort airco op water. De kinderen van de bedienden studeren meestal wel – er is een soort voorrangsysteem voor bepaalde kastes op de universiteiten – waardoor ze zich toch zullen kunnen opwerken. Het zal niet zo eenvoudig zijn, omdat je, om een goede job te vinden na je studies, meestal de juiste mensen moet kennen.”

“Aan de andere kant word je soms uitgenodigd in prachtige huizen van superrijke Indiërs. Om hier te kunnen wonen, moet je je bewust zijn dat je deze maatschappij niet kunt veranderen. Wij proberen ons huispersoneel goed te behandelen en hen te helpen waar nodig.”

Wat doe je er in je vrije tijd?

“Ik volg Hindi lessen en ga regelmatig zwemmen. Door de vervuiling is sporten hier geen sinecure. In een lang weekend gaan we regelmatig op reis. We bezoeken vrienden, gaan iets eten. Het verschil met België is dat we meer reizen en dat we meer tijd met elkaar doorbrengen als gezin.”

Stel dat onze lezers op reis willen naar India: wat zijn de do’s en don’ts volgens een ‘local’ als jij?

“Vermijd dat je ‘Delhi belly’ krijgt. Drink regelmatig fresh lime soda – spuitwater of water met limoensap – en coconut water. Het helpt voor de werking van je buik. Eet vooral vegetarisch. Vegetarisch eten is heel gevarieerd en lekker en je wordt er minder snel ziek door…”

(Frederik Jaques)