Avonturier Hogan Beernaert blijft op zoek naar speciale uitdagingen: “Zal helaas niet in Siberië zijn”

Met de dood van Dixie Dansercoer ben ik een goeie vriend kwijt (foto Kurt De Schuytener) © Kurt De Schuytener
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

In tijden dat machtswellustelingen met wapens de landsgrenzen verleggen, wordt het ook voor zij die hun eigen grenzen willen verleggen niet gemakkelijker. Hogan Beernaert stak in 2009 in zijn eentje het Baikalmeer over. 690 km op ski’s en te voet door Siberië. Geen Belg deed ooit beter. Zijn hoop om dat record nog scherper te stellen, laat hij varen.

Intussen is Hogan Beernaert 64. Zijn plan om 1300 km alleen door Siberië te trekken, werd in 2019 al eens uitgesteld door de dood van zijn moeder, de daaropvolgende jaren maakte covid zo’n expeditie onmogelijk. “Ik zou er 50 dagen over doen. De weg leek eindelijk vrij, maar door de waanzin van Poetin zal ik dat voornemen wellicht voorgoed mogen opbergen.”

Mijn Noordpoolreis moest ik opgeven door achtervolging van ijsbeer

Het is inmiddels tien jaar geleden dat hij met een van zijn krachttoeren het nieuws haalde. In 2012 wou hij te voet naar de magnetische noordpool. “Ik had daar heel lang aan gewerkt,” zegt hij. “Maar het werd een echte afknapper. Ik vloog naar het hoogste punt van Canada, Nunavut, waar je toen al 250 euro per nacht betaalde voor logement. Toen ik dacht te vertrekken, brak er een storm uit, die volgens de voorspellingen elf dagen zou duren. Ik betaalde alles zelf, dus om kosten te besparen, trok ik daar noodgedwongen weer weg. Toen ik eindelijk kon vertrekken, moest ik helaas na een drietal dagen al opgeven. Ik werd op de hielen gezeten door een ijsbeer. Ik had een wapen meegekregen, een echt oorlogswapen, maar dat blokkeerde. En dus kwam er een einde aan dat exploot.”

De dood van Dixie

Sindsdien bleef Hogan niet stilzitten. Een jaar later zat hij in Nepal, bovenop de Larkya Peak (6249 m). “Dat was mijn dertiende reis naar Nepal,” herinnert hij zich. Hij heeft het allemaal bijgehouden. Die keer dat hij de ‘Transsaharienne’ liep in Algerije, “dat was in maart 2010. 270 km door de Hoggarwoestijn. Ik eindigde daar 14de bij de elite.” Een lange-afstandsloop van 300 km in Oman, in 2014, moest hij vroegtijdig staken door een voedselvergiftiging.

De dood van Dixie is een enorme klap voor me geweest

“En in 2015 ben ik voor het eerst met Dixie Dansercoer meegegaan op één van zijn expedities naar Spitsbergen. Ik ben co-gids in zijn firma, Polar Experience. Zijn dood is een enorme klap geweest voor mij. Dixie was iemand op wie ik altijd kon rekenen. Ik kende hem 25 jaar. Hij gaf me vaak raad en ik mocht ook altijd materiaal van hem gebruiken. Ja, ik ben een goeie vriend kwijt. Natuurlijk, hij was een professional. Hij was ook bezig met wetenschap en ecologie. Dat laatste interesseert me natuurlijk ook. Ik ben beroepsmatig altijd boomverzorger geweest. Maar ik heb nooit de connecties gehad die hij had. Netwerken, sponsors zoeken, daar ben ik veel minder sterk in. Ik mis hem.” In 2016 begeleidde hij Dixie bij de oversteek van de Vatnajokull-gletsjer in Ijsland. “Dat waren expedities met klanten. Daar was de focus heel anders. ’s Nachts stond ik op om de sneeuw van de tenten te ruimen.”

Film in Groenland

In 2019 trok Hogan met een Franse ploeg naar Terre De Liverpool in Groenland. In ’96 had hij de ijskap van Groenland al eens overgestoken, dus hij wist een beetje aan wat zich te verwachten. “We waren met zijn zessen, allemaal mannen die zot zijn extreme gebieden. Terre de Liverpool is echt wel onherbergzaam. Je vliegt er met een gecharterd vliegtuigje vanuit Ijsland naartoe. We hebben daar een heel mooie film gemaakt met drones. Nu er weer volk in de zalen mag, hoop ik die dit jaar eens te kunnen vertonen.”

Niet dat hij veel thuis is. Nu hij en zijn vrouw met pensioen zijn, zwerven ze de wereld rond. Ze zijn net terug van drie maanden Lanzarote. Enkele jaren geleden liep hij nog de Northface Eiger Trail. En hij blijft trainen.

Het is goed om af en toe alleen te zijn met je gedachten

“Ja, lopen, wandelen, langlaufen. De ene keer zitten we in Tirol, dan weer in de Dolomieten of we gaan langlaufen in het Juragebergte. Als ik hier ben, ga ik graag al eens een pintje drinken met de maten. En dat is goed voor een tijd, maar mag niet te lang duren. Want ik zoek in alles de extremen op,” lacht hij.

“Het is goed om af en toe alleen te zijn met je gedachten, lange tochten te doen en dan een plons te nemen in een ijsmeer. Vroeger dook ik ’s winters wel vaker in de Gavers en liep ik met natte broek terug naar huis, maar dat zorgde altijd voor scheve blikken. Ik heb nu een zwemvijver uitgegraven in de tuin en dan ga ik tussen de vissen liggen. Ik wil scherp blijven staan. Dat ik in korte tijd weer klaar kan zijn om zo’n speciale uitdaging of expeditie aan te gaan. Al zal dat wellicht niet in Siberië zijn, vrees ik. Jammer, ik heb die expeditie zo vaak uitgesteld dat Dixie op een keer zei: “Als je al één record verbroken hebt, dan is het wel het record ‘uitstellen’. Ik kijk nu vooral richting Frans-Polynesië. Lijkt me de ideale streek voor een nieuwe uitdaging.”