Avelgemse renner, één jaar na doodsmak: “Drie minuten zitten is al grote overwinning”

Seppe met zijn ouders Kathleen Vanmarcke en Wouter Pappijn. © GBA
Redactie KW

Een jaar na zijn zware valpartij is wielrenner Seppe Pappijn nog volop aan het revalideren in het UZ Gent. De jongeman was een tijdlang in levensgevaar, maar keert stap voor stap terug. “Zijn eerste woordje ‘mama’ zal ik nooit meer vergeten”, glimlacht Kathleen Vanmarcke.

Exact één jaar geleden sloeg het noodlot toe. Op 25 mei 2017 wordt de jonge wielrenner Seppe Pappijn uit Rugge in het Waalse dorpje Wodecq aangereden. Het verdicht is zeer zwaar: een hersenbloeding, beschadiging van de hersenstam en tal van breuken. De eerste weken en maanden vecht Seppe elke dag voor zijn leven. Hij wordt 13 dagen lang in coma gehouden, voor zijn ouders Kathleen en Wouter, broer Wannes en zus Marie een ware hel.

We gingen tot drie keer per dag naar het ziekenhuis. Elk sprankeltje hoop dat we kregen, werd ons snel ontnomen door de vele complicaties. Onze Seppe daar zo zien liggen, was echt onwezenlijk”, vertelt mama Kathleen Vanmarcke, een jaar later.

Revalidatie

In oktober 2017, bijna een half jaar na de val, krijgen de dokters en de familie positieve signalen. Seppes toestand was stabiel en dus werd er beslist om hem over te brengen naar het UZ Gent. De start van een zware revalidatie. “We waren blij met zijn overplaatsing en putten moed uit het feit dat hij kon beginnen aan zijn weg terug, maar het bleef moeilijk. Seppe was dan wel wakker, hij reageerde niet. Hij was zeer mager, kon niet slikken, niet praten, niet zitten, hij werd kunstmatig gevoed,… Kortom, hij moest alles opnieuw leren. Vanaf nul“, zegt Kathleen.

“Toch zijn we de moed niet kwijtgeraakt, al duurde het lang voor we effectief vooruitgang zagen. Ik ben zelf verpleegster en ken veel van de medische wereld. Dat maakte de situatie er voor mij niet evidenter op. Maar mijn man en ik weten wat men vandaag al kan. Dat gaf ons vertrouwen.”

Vandaag krijgt Seppe intensieve revalidatie met kinesitherapie, logopedie en ergotherapie. Sinds een vijftal weken kan de Avelgemnaar opnieuw praten. Met losse woorden en korte zinnetjes zoekt Seppe terug contact, tot grote blijdschap van zijn familie. “We verstaan het nog niet altijd, maar Seppe geeft toch de indruk dat hij ons begrijpt. Zijn eerste woordje ‘mama’ zal ik wellicht nooit meer vergeten. Voor mij is dat een teken dat we op de goede weg zitten.”

Seppe aan de slag in Vlamertinge, luttele dagen voor zijn zware val.
Seppe aan de slag in Vlamertinge, luttele dagen voor zijn zware val.© Foto Coghe

Dag na dag werkt Seppe hard, het gaat beter en beter. “Hij kan nu al opnieuw drie minuten alleen zitten, kan zijn hoofd zelfstandig oprichten en ook zijn slikreflex keert stilaan terug. Hij eet opnieuw zeer goed“, glimlacht Kathleen. “Hij kijkt ondertussen ook al weer televisie en kan al kleine rekensommetjes oplossen. Voor ons als gezin is het vooral belangrijk terug contact te kunnen leggen met onze zoon en broer.”

Gevangen

Broer Wannes en zus Marie komen net als hun ouders meermaals per week naar het UZ in Gent. Het ritme van de familie Pappijn draait bij momenten op automatische piloot. “Buiten de dagelijkse routine, telt niets anders dan Seppe. Het is soms erg zwaar, maar de stappen die hij zet, helpen ons om verder te gaan. Bij ons thuis is het nu soms lachen, wenen en veel praten. Het is dankzij mijn man en mijn twee andere kinderen dat ik me erdoor kan slaan.”

Voor Seppe zelf is het einde nog niet in zicht. De sportieve intelligente jongen moet alles terug leren én bovendien zichzelf accepteren. “Hopelijk mag hij komende zomer al eens naar huis voor een weekend“, kijkt mama Kathleen vooruit. “Hoelang hij nog in het ziekenhuis moet blijven? Nog minstens een jaar. De dag dat Seppe definitief opnieuw thuis komt, zal onze grootste overwinning zijn.”

“Weet je, onze Seppe is een doorzetter. Hij zat maanden gevangen in zijn eigen lichaam. Ik hoop van harte dat hij binnen een jaar zélf zijn ervaringen aan jullie kan vertellen. Dat zou formidabel zijn“, besluit Kathleen.

(Geert Balcaen)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier