Als grootste autohaven ter wereld krijgt Zeebrugge ook de zwaarste klap van de stilgevallen autoproductie. “We beleven een ongezien dieptepunt. Sinds april werken we nog maar aan 20 procent van de normale activiteit”, zegt Marc Adriansens, bedrijfsleider ICO en bestuurslid van de Europese federatie voor autologistiek ECG. “Deze coronacrisis is dubbel zo erg als de financiële crisis van na 2008. Het zal jaren duren voor we hiervan herstellen.”
Op het water, de wegen en het spoor rond de autobehandelaars Wallenius Wilhelmsen, International Car Operators, CLdN en Toyota is het akelig rustig. De grootste autohaven ter wereld is verlamd. Op de parkings staan een slordige 100.000 wagens te wachten om uitgevoerd te worden.
“Sinds april werken we nog maar op 20 procent van de normale activiteit. Maart en april moeten normaal onze beste maanden zijn, maar in de plaats beleven we een ongekend dieptepunt“, zegt Marc Adriansens, gedelegeerd bestuurder van International Car Operators (ICO), dat vorig jaar in Zeebrugge ruim twee miljoen en in Antwerpen een half miljoen auto’s behandelde. Die daling is slecht nieuws voor werkgelegenheid. Bij het behandelen van nieuwe wagens komt heel veel menselijke arbeid kijken. In april kenden de havenarbeiders gemiddeld de helft van de tijd werkloosheid.
Europese markt duikt
Met vorig jaar in totaal net geen drie miljoen auto’s is Zeebrugge met voorsprong de grootste autohaven ter wereld. Maar als die door maatregelen tegen de verspreiding van covid-19 stilvalt, dan krijgt de grootste de grootste klap. Door het tijdelijk stopzetten van de productie én verkoop van wagens wereldwijd blokkeerden de aan- en afvoerlijnen van verdeelpunt Zeebrugge.
Voor de autoverkoop in het Verenigd Koninkrijk was april de slechtste maand in 75 jaar
Hoe de nabije toekomst er zal uitzien, blijkt uit een pijnlijke analyse van de Europese federatie van de autologistiek ECG. Die verenigt 105 transporteurs – over zee, weg, spoor en binnenvaart – en behandelaars van nieuwe personenwagens en commerciële voertuigen. De studie komt uit op 20 procent minder vraag op de Europese markt ten opzichte van vorig jaar. Dat betekent een vermindering van de normale verkoopverwachting van meer dan 17,24 miljoen auto’s in Europa met drie miljoen tot iets meer van 14 miljoen wagens.
Dubbel zo hard
“De coronacrisis wordt dubbel zo hard als de financiële crisis van na 2008. Pas tegen het einde van dit decennium zouden de volumes weer hersteld kunnen zijn. Dat wordt pas tegen 2028, 2029 verwacht”, zegt Adriansens. Dat trage herstel komt doordat veel mensen een gedeelte van hun inkomen verliezen. In de meeste landen zou er vanaf 2021 geleidelijk economisch herstel komen. Het zorgenkindje is echter het Verenigd Koninkrijk, een belangrijke markt voor auto’s uit Zeebrugge. De Britten krijgen bovendien nog de Brexit te verteren. Volgens de ECG-studie zal het bruto nationaal product er dit jaar met maar liefst 15 procent dalen. Met andere woorden: de Britse bevolking verdient dit jaar 15 procent minder. Het effect is nu al zichtbaar. Volgens het Britse bestuurslid van ECG Mark Hindley was april 2020 voor de autoverkoop in zijn land de slechtste maand sinds 1946 (!). In de 75 jaar na de Tweede Wereldoorlog kochten de Britten nooit minder auto’s.
Chinese hoop
“Europa is onze markt dus zullen we deze crisis moeten uitzweten”, zegt Adriansens. “Het snelle herstel van de Chinese markt, waar de lockdown eerder begon en eerder eindigde, is hoopgevend. Dat kan een voorteken zijn van hoe we er ook in Europa weer bovenop kunnen komen. Mei en juni dienen zich aan als kalm, met heel veel werkloosheid. Maar nu de fabrieken en dealers weer beginnen te werken, zie ik vanaf de zomer de trafieken weer op gang komen. Maar voor de echte terugkeer naar de goede volumes wordt het nog jaren wachten.” (RJ)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier