Astrid Heggerick komt met nieuw wielerteam en uitgebreidere BONK-collectie: “Nekwarmers komen van gerecycleerde petflessen”

Astrid Heggerick maakt een erezaak van een duurzaam aanbod bij haar vrijetijdslabel BONK Cycling Club. © foto WME
Redactie KW

Wielrenster en ontwerpster Astrid Heggerick laat er in 2022 geen gras over groeien. Ze stampte een nieuw damesteam uit de grond en broedt op alweer een nieuwe collectie voor haar vrijetijdslabel BONK Cycling Club, met een vette knipoog naar de sport die haar vorige zomer ook aan een job bij Cycling Vlaanderen hielp.

Astrid stamt niet uit een wielerfamilie en toch heeft ze de microbe van geen vreemden. “Mijn broer Anthony, die zeven jaar ouder is, koerste op recreatief niveau en als kleine zus imiteer je graag… Vandaar dat ik me op 12-jarige leeftijd aansloot bij de Tieltse Renners”, vertelt de Tieltse.

Na twee jaar haakte Astrid door gezondheidsproblemen af, maar corona deed de oude liefde weer in alle hevigheid oplaaien. “Vorig jaar nam ik de draad terug op bij KDM-Pack Cycling Team en voor komend seizoen ga ik nog een stapje verder door zelf een nieuw dameswielerteam te trekken.”

Je maakt ons benieuwd.

Astrid Heggerick: “Ik trok mijn stoute schoenen aan en ging bij fietsenwinkel Bataia vragen of er naast een mannenteam ook geen plaats was voor een vrouwenteam. Momenteel zijn we met vijf rensters, die strijd gaan leveren bij de dames elite. Met onder andere een gewezen jeugdkampioene en een renster die de 400 kilometer van de Flandrien Challenge in één dag uitreed, zit er wel wat talent samen. Mijn ambitie is in de eerste plaats koersen uitrijden. We zijn vooral een groep vriendinnen die beantwoordt aan het profiel van Bataia Cycle Club: er moet een hoekje af zijn. (lacht) De ploeg straalt een bepaald showgehalte uit. Bij Bataia draait het voor 20 procent om fietsen en 80 procent om attitude.”

Vloeide je liefde voor het ontwerpen van wieler- en vrijetijdskledij voort uit je passie voor de wielersport?

“In mijn jeugdjaren was ik al graag bezig met Photoshop en Illustrator en keek ik vooral in de richting van mijn persoonlijke voorkeuren, zoals streetwear en zaken in de hiphopsfeer. Op 13-jarige leeftijd ontwierp ik al mijn eerste kledinglijn (SKRWU, red.), waarmee ik stopte toen ik ging voortstuderen en ik in de knoei was geraakt met de toekomstplannen voor mijn label. Ik deed maar wat, er zat geen strategie achter, maar in deze tijden hoor je een concreet businessplan te hebben om je bedrijfje van de grond te krijgen.”

Wat was een jaar geleden de trigger om toch weer te gaan ontwerpen?

“Het vak trends en ondernemen op school. Tijdens die les kwam het besef hoezeer ik het wel miste om een webshop te runnen, een klein geluksmomentje te kennen bij elke bestelling die binnenkomt, om de pakketjes voor levering klaar te maken… Toen dacht ik: waarom begin ik niet met een heel nieuw concept? Heel wat kledingmerken spelen in op het flandriengehalte van de fietsliefhebber, terwijl ik eerder de focus wou leggen op kleine zaken die gebeuren op de fiets. We speelden allemaal wel al eens een bidon kwijt op de ruwe Vlaamse kasseien. En zo was BONK (verwijzend naar de Engels term voor een klop van de hamer krijgen, red.) geboren.”

Een bestelling die binnenloopt, is mijn klein geluksmomentje

Je collecties neigen eerder naar vrijetijdskledij dan naar pure fietstenues.

“Gravelrijden wint momenteel stevig aan populariteit. In de VS zie je nog veel meer dan hier dat beoefenaars een gewone T-shirt boven hun koersbroek dragen, waarmee het vrijheidsgevoel op de fiets wordt gesymboliseerd. Wel wordt aan elke lijn een typisch fietsattribuut toegevoegd. Het begon met bidons, daarna kwamen er kousen en nekwarmers bij, een koerspetje en voor mijn volgende collectie wil ik een onderlijfje ontwerpen. Zo kom ik op termijn toch tot een volledige wieleroutfit.”

Waarom wijd je niet meteen een hele collectie aan een wielertenue?

“Uit financiële overwegingen. Ik bracht bijvoorbeeld nog geen wielerbroek op de markt, wat veruit het belangrijkste kledingstuk is. Maar daar gaat veel research achter schuil en op dat vlak ben ik nogal veeleisend. Ik wil BONK op een natuurlijke basis zien groeien. Ik zie me niet snel naar een producent stappen en zeggen: dat ontwerp wil ik. Nee, ik wil zelf de keuze hebben of een mouw een centimeter korter of langer moet, welk type rits er wordt gebruikt, waar de zakken komen…”

Die productie is zowat het enige wat je niet zelf doet?

“Inderdaad, maar ze is hoofdzakelijk Belgisch. Niks made in China. Ook de koerspetjes zijn van Europese makelij. Ik wil de keten zo kort mogelijk houden.”

En je maakt een erezaak van een duurzaam aanbod.

“Hoe moeilijk het ook is, we doen enorm ons best op dat vlak. De BONK-nekwarmers zijn gemaakt van gerecycleerde petflessen, de T-shirts uit organisch katoen. Maar de zorg voor het milieu zit ook in andere dingen: de leverenveloppen zijn vervaardigd uit gerecycleerd papier, terwijl er voor bedrukkingen naar bio-afbreekbare inkt wordt gegrepen.”

Hoe presteer je het op die manier om al je artikelen tussen de 10 en 35 euro te verkopen?

“Door de keten zo kort mogelijk te houden. Het is een kwestie van goed over de boekhouding te waken en opportuniteiten te zien.”

Je vertelde me in een eerder interview dat je BONK ook in de winkels wilt krijgen. Lukt dat?

“We liggen intussen in de rekken bij Bataia in Gent en binnenkort ook in hun nieuwe winkel in Oudenaarde. Ook in hun webshop is het label verkrijgbaar, net als in mijn eigen webshop natuurlijk.” (TVW)

Meer info en bestellen via www.bonkcyclingclub.com.

Astrid Heggerick


Privé: Astrid Heggerick (22) verbleef tijdens haar studies vooral op kot in Gent, maar is nog altijd gedomicilieerd in haar ouderlijk huis in de Egemsesteenweg. Haar partner is Britt Beliën.

Loopbaan: Na haar bachelorstudie Sport en Bewegen is ze sinds september vorig jaar als sporttechnisch medewerker competitie (BMX, mountainbike, e-racing en gravel) bij Cycling Vlaanderen aan de slag.

Vrije tijd: Buiten de wielersport probeert ze af en toe een koffietje te drinken met vrienden.