Archeologen vinden opnieuw skeletten op de Leet

Redactie KW

Op de Leet zijn archeologen weer op skeletten gestoten. Het gaat opnieuw om menselijke resten uit een middeleeuws kerkhof, dat afgelopen voorjaar even werd blootgelegd aan de andere kant van de kathedraal. Terwijl het aantal op te graven skeletten voor volgend jaar op ‘duizenden’ wordt geschat, gaat het nu om ‘honderden’. De gevolgen voor de kostprijs en timing van de werken moeten nog blijken.

Deze week werden opnieuw skeletten opgegraven uit een middeleeuws kerkhof op de werf van De Leet. Dit keer niet bij de Janseniusstraat, maar aan de andere kant van de kathedraal op het Vandenpeereboomplein bij de Coomansstraat. Donderdag maakte het stadsbestuur bekend dat de afwerking van het nabijgelegen kruispunt met de Boterstraat vertraging opliep.

Opgeschoven deadline

“Maar dat heeft weinig te maken met de nieuwe skeletten”, aldus schepen van Openbaar Domein Ives Goudeseune (Vooruit). “Vooral een technisch defect en het slechte weer hebben ervoor gezorgd dat de deadline van 15 oktober voor het kruispunt wordt verschoven naar begin november. Ook de opgraving van het oud Vleeshuis heeft voor wat vertraging gezorgd bij deze belangrijke verbinding voor verkeer uit de stationsomgeving richting Grote Markt.”

Normaal opent het kruispunt vanaf 2 november voor alle verkeer, maar nog niet naar het Vandenpeereboomplein, waar de opgravingen en rioleringswerken stelselmatig moeten opschuiven in een sleuf richting stadsschouwburg. “Op basis van de densiteit van de skeletten in het eerste niveau kan het statistisch gezien gaan om 400 tot 500 skeletten in deze sleuf”, verklaarde archeoloog Olivier Van Remoorter.

“Rijkere mensen”

“Het middeleeuws kerkhof komt verder op het plein dan we voorheen dachten”, aldus Van Remoorter. “De skeletten uit de twaalfde tot dertiende eeuw zijn goed bewaard doordat ze relatief diep in de klei zitten. Het gros van de begravingen gebeurde in kisten, wat duidt op iets rijkere mensen. De rijksten liggen onder de kerk of stenen grafplaat, of in een bakstenen kelder. Dat hebben we nog niet aangetroffen. Momenteel staat de teller op 23 skeletten. We stoppen met verder graven van de sleuf tot er uitsluitsel is over wat er met de rest van de werken zal gebeuren.”

“Die opgraving kan een aanzienlijke impact hebben op de kostprijs en de timing van de werken, maar dat zal de nabije toekomst uitwijzen”, voorspelt Goudeseune.

Drie miljoen euro kosten

En dan zijn er nog de skeletten onder het nabijgelegen Sint-Maartensplein, dat pas volgend jaar wordt blootgelegd. Daar kúnnen zo’n 5.000 skeletten verstoord worden, waardoor ze moeten worden opgegraven. “Afhankelijk van de grootte van het archeologisch team op het terrein en logistieke factoren, is sprake van 14 tot 16 maanden archeologisch onderzoek en een kosteninschatting van circa 3 miljoen euro. Er wordt geprobeerd het rioleringstraject aan te passen, zodat heel wat skeletten niet moeten worden opgegraven”, verklaarde schepen van Onroerend Erfgoed Philip Bolle (Vooruit) eerder.

In de rioleringssleuf op het Vandenpeereboomplein treffen archeologen niet alleen skeletten aan, maar ook sporen van de ‘mottegracht’, die ooit werd aangelegd in opdracht van de Graven van Vlaanderen bij het ontstaan van de stad. De Graaf had hier namelijk vlakbij een residentie, gekend als het ‘Drietorrenkasteel’.

Mottegracht

“Het ging om de eerste residentie van de Graven van Vlaanderen in Ieper, zoals ze het Gravensteen hadden in Gent en de Burg in Brugge”, aldus archeoloog Oliver Van Remoorter. “Met zulke versterkingen consolideerden ze hun macht in de steden en ze resideerden er van tijd tot tijd. Dit is een van de eerste Ieperse nederzettingen, die niet alleen beschermd werd door deze mottegracht, maar ook door een palissadewal om mensen met kwade bedoelingen buiten te houden. Op het neerhof bij het kasteel bevonden zich belangrijke grafelijke gebouwen en functies, zoals de opslag van graan en muntstukken. Ook aanwezig: de burchtkapel die later uitgroeide tot de huidige kathedraal.”

De gracht rond het neerhof, die hier werd gevonden, werd vermoedelijk gedempt in de twaalfde eeuw, toen de Graaf deze grond schonk aan het kapittel van de Sint-Maartenskerk. De Graven van Vlaanderen verhuisden in de twaalfde eeuw hun residentie naar het Ieperse Zaalhof. (TP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier