Anneleen opent haar huis voor Oekraïense Irina

Een van de mensen die haar huis openstelde, is Anneleen Fransen, bekend als mede-oprichtster van Boven de Wolken. © GF
Leen Belpaeme
Leen Belpaeme Medewerker KW

In Oostende worden al ruim 40 Oekraïense vluchtelingen opgevangen, vooral bij gastgezinnen. Een van de mensen die haar huis openstelde, is Anneleen Fransen (41), bekend als mede-oprichtster van Boven de Wolken. Ze doet haar verhaal in de hoop andere Oostendenaars met een vrije kamer te inspireren hetzelfde te doen. “Irina is zo’n straffe en slimme jonge vrouw. Ze zat nog geen minuut stil sinds ze hier aankwam. Ze is continu in de weer om landgenoten te helpen.”

Anneleen twijfelde geen seconde om haar logeerkamer die leeg staat op te geven. Ondertussen nam Irina al haar intrek. De 24-jarige jonge vrouw werd door haar familie meteen op een bus gezet om het oorlogsgeweld te ontvluchten. Haar vriend, ouders, grootouders… verblijven wel nog in Oekraïne. Anneleen kan enkel lovende woorden vinden om haar gast te omschrijven. “Vanaf het moment dat ze hier aankwam, is ze in de weer om andere mensen te helpen. Ik zag haar nog geen moment gewoon stil zitten. Ze staat in contact met vriendinnen die een uitweg zoeken uit Oekraïne. Ze is in de weer om allerlei zaken te regelen. Ongelofelijk”, begint Anneleen.

Vrijwilligerswerk

Het eerste contact zat dus meteen goed. “Vanuit het Sociaal Huis werd gezocht naar een match tussen gastgezin en vluchteling. Dat is toch belangrijk in dit verhaal. De mensen van het Sociaal Huis kwamen ook samen met een tolk naar hier met Irina. Ze hebben toch ook eens gekeken waar ze terecht komt. Ik vond dat echt knap om te zien. Ze verontschuldigden zich bijna dat ze eens kwamen kijken, maar ik vind het maar goed ook dat ze meegaan met de mensen”, vertelt Anneleen. “De eerste kennismaking was emotioneel. Ze vroeg of dat haar kamer was en dan begon ze te wenen. Die mensen van het Sociaal Huis en ik ook”, lacht Anneleen. “De tolk kwam naar mij en bedankte me en zij dat ze heel graag wilde blijven.”

Een week later is Irina al als vrijwilliger begonnen op de school waar de kinderen van Anneleen les volgen. “De directeur had gebeld om te vragen of Irina wou komen helpen om de kinderen uit Oekraïne te begeleiden. De mama en de kinderen spreken immers geen Engels. Ze gaat nu twee uur per dag naar school om te helpen. Ze laat ze dan bijvoorbeeld ook eens vertellen wat ze meegemaakt hebben. Een logopediste kocht ook al materiaal aan waarmee ze samen met Irina Nederlandse les zal geven aan de kinderen.”

Moed en power

Anneleen merkt ook dat Irina, en haar vriendinnen met wie ze contact heeft, graag meteen willen werken. “Dat zijn slimme, goed opgeleide jonge vrouwen. Irina heeft een universitair diploma economie en had een mooie job in Oekraïne. Hier willen ze alles doen wat ze maar kunnen om geld te verdienen. Twee van haar vriendinnen zijn hier nog niet, maar ze hebben wel al een job in een horecazaak.”

Anneleen is verrast over de moed en power die de Oekraïense al getoond heeft. Irina is dan weer ontzettend blij met alle hulp die ze krijgt van Anneleen. “Ik ben haar daar zo dankbaar voor. Het is enkel omdat ik zo’n goede verblijfplaats heb, waar ik mij geen zorgen over moet maken, dat ik me ook kan inzetten om anderen te helpen.” Irina wacht bang af wat er nu zal gebeuren in haar thuisland. “Ik ben echt bezorgd over mijn vriend, mijn ouders en mijn vrienden, maar hier zitten wenen helpt niemand. Daarom zet ik me in voor anderen.”