Ann De Craemer stelt haar boek voor: “We hebben meer renners als Yves Lampaert nodig”
Chasse patate. Stoempen. Een cartouche verschieten. Skarten. Het zijn maar enkele van de zeventig wondermooie wielerwoorden en -termen die Ann De Craemer, samen met co-auteur Michel Wuyts, heeft verzameld in het Groot Vlaams Wielerwoordenboek. “Het ‘wieleriaans’ is een unieke taal.”
De Tieltse Ann De Craemer (37) is al haar hele leven fan van de koers. “Het zit in mijn DNA. De eerste renner die ik leerde kennen, was Claude Criquielion. Een goeie coureur en het woord ‘kriek’ stak in zijn naam. Als kind was ik daar verzot op”, glimlacht ze. “Ik was toen al bezig met taalspelletjes.”
Bij Anns ouders was het als het ware elke zondagnamiddag koers op televisie. “Alle grote wedstrijden volgden we op de voet en mijn papa ging er helemaal in op. Ik werd gewoon meegezogen in het hele verhaal en gaandeweg begon ik ook te supporteren. Aanvankelijk voor de Belgen, maar toen ik het tactisch spelletje en het wielerploegenverhaal begon te snappen, was ik helemaal verkocht.”
Idee tijdens de koers
Zoveel jaren later klopt het hart van Ann nog even hevig voor de koers. “Bij elke grote klassieker zit ik voor televisie”, benadrukt ze. “Dan zorg ik dat mijn werk klaar is en mag niemand me storen. Die momenten zijn heilig voor me.”
Haar grote jeugdheld was Johan Museeuw. “De Leeuw van Vlaanderen”, mijmert ze. “Ik herinner me nog dat ik een koerspetje van hem had en achter onze ouderlijke woonst in de Kasteelstraat lag een helling. Die fietste ik op en af, me inbeeldend dat ik Johan Museeuw was. Ondertussen gaf ik commentaar op mijn virtuele prestaties. Ik was renner en commentator in één.”
“Toen ik achter onze ouderlijke woonst in de Kasteelstraat de helling op fietste, was ik renner en commentator in één”
Het idee voor het Groot Vlaams Wielerwoordenboek rijpte, hoe kan het ook anders, tijdens een koers op televisie. “In mei 2017 zat ik naar een wedstrijd te kijken en poneerde Michel Wuyts (61) weer een van zijn heerlijke uitdrukkingen. Plots schoot door mijn hoofd dat het wel fijn zou zijn om al die typische woorden en zinsneden in één boek te bundelen.“
Een mailtje naar de uitgeverij later zat het project al op de rails. “Ik kreeg meteen een enthousiast antwoord, maar ik wilde het project niet alleen uitvoeren. Michel Wuyts, toch dé stem van de Vlaamse wielerwereld, moest mee aan boord. Ik legde hem via mail mijn voorstel en idee uit en nog diezelfde dag kreeg ik een antwoord. Hij wilde me graag spreken. In geen tijd was mijn ingeving een concreet gegeven worden. Zo heb ik het graag.”
‘Wieleriaans’
Ann stelde samen met Michel Wuyts een uitgebreide longlist aan wielerwoorden en -termen op, waarvan er uiteindelijk zeventig het boek hebben gehaald. “Het is geenszins onze bedoeling om volledig te zijn, wel om het gevoel van de Vlaamse wielerwereld te verwoorden. Ik leg elke term met sappig taalgebruik uit, Michel Wuyts zorgt telkens voor een passende anekdote uit de rijke wielergeschiedenis. Een geslaagde combinatie.”
De vele typische termen heeft Ann zelfs in een nieuwe taal gegoten: het ‘wieleriaans’. “En die is uniek in de wereld. Een erg volkse taal, een exponent van onze Vlaamse samenleving. Werkelijk iederéén kan zich er in vinden, want de koers is écht van ons. Van arbeider tot bedrijfsleider van een multinational, wanneer de renners passeren klopt ons hart voor hetzelfde doel.”
Wuyts = wielerencyclopedie
Zelf een favoriet woord uit het Groot Vlaams Wielerwoordenboek halen, is voor Ann een lastige opgave. “Er zijn zoveel mooie uitdrukkingen”, lacht ze. “Vierkant draaien vind ik een schitterende uitspraak en en danseuse leg ik uit als flirten met de flanken van een berg. Gabarit springt er misschien wel uit. Met dat woord wordt het postuur van de coureur op zijn fiets omschreven. Geen idee wie daarmee op de proppen is gekomen. Zich choco rijden is nog zo’n geniale zin. Hoe kom je er op? Van de meeste woorden in het boek weten we echt niet wie ze voor het eerst gebruikt heeft. Ook dat mysterieuze kantje is eigen aan de wielersport.”
“Nederlanders kunnen dit werk écht als een woordenboek gebruiken”
Ann benadrukt dat Michel Wuyts voor dat tikkeltje extra zorgt. “Als hij over het wielrennen spreekt, luistert iedereen. Een autoriteit zonder gelijke. En hij kan op een erg volkse manier vertellen. De verhalen die hij heeft neergepend, zijn trouwens uitstekend geschreven. Er schuilt een heus schrijftalent in de man. Maar bovenal is hij een wandelende wielerencyclopedie. Dat heb ik zelf mogen ervaren.”
Hofleverancier
Met het Groot Vlaams Wielerwoordenboek wil Ann ook een stukje Vlaams erfgoed bewaren. “Want dat is het zeker. Die terminologie mag nooit verdwijnen, al lijkt dat momenteel zeker niet aan de orde. Het ‘wieleriaans’ is zelfs een levende taal. Er komen nog regelmatig woorden bij. Met dank aan renners als Yves Lampaert. Hij was het die van skarten een overbekende uitdrukking heeft gemaakt. De helft van het peloton skart nu regelmatig”, lacht Ann. “We mogen hem gerust de Ingelmunsterse hofleverancier van de wielertaal noemen. Ook daarom hebben we hem het allereerste exemplaar van het boek overhandigd. Renners als hem kleuren de koers.”
Dat het Groot Vlaams Wielerwoordenboek in Vlaanderen straks een hit onder de kerstboom zal worden, staat buiten kijf. Maar ook bij onze noorderburen moet het boek aanslaan. “Zij zijn even gek van de koers en volgen die liever via de Belgische televisie dan op hun eigen zenders. Ik mocht op de Nederlandse radio al een boompje opzetten over het boek en voor hen is het ‘wieleriaans’ een grote ontdekkingstocht. Heel veel woorden en uitdrukkingen zijn voor Nederlanders compleet onbekend. Maar straks kunnen ze de koers volgen met het Groot Vlaams Wielerwoordenboek naast hen op de sofa. En het als een écht woordenboek gebruiken”, grinnikt Ann.
Het ‘Groot Vlaams Wielerwoordenboek’ is uitgegeven bij Polis, telt 220 pagina en kost 19,99 euro. p>
Nieuwe roman staat in de steigers p>
Het Groot Vlaams Wielerwoordenboek was voor Ann een welkome afwisseling. “Ik schrijf voornamelijk romans, dit was een compleet andere uitdaging”, geeft ze mee. “En dat houdt me wel scherp. Maar nu focus ik me weer op een nieuwe roman. De eerste ideeën daarvoor staan al in de steigers. Ik zal de lezer waarschijnlijk verrassen, want dit keer gebruik ik niet Tielt of de nabije omgeving als invalshoek, maar richt ik me op de liefde. Een universeel thema.” p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier