Amélie Mottrie: “Ik wil iets betekenen voor de mensen, vooral voor kindjes in de psychiatrie”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele trekt door de straten van Kortrijk en stelt aan de voorbijgangers één vraag: “Wie ziej gie?”. Een vraag die velen onder ons zo vaak zouden willen stellen. De antwoorden krijg je hier te zien in de videoreeks ‘De Kortrijkzaan’. Leer de mensen uit je buurt kennen. Maak kennis met Amélie, de jonge psychologe die, met enige vertraging, haar thesis wil afwerken over kinderen die kampen met autisme. “Opvoeden is zowat het moeilijkste wat er bestaat.”

Tussen twee maartse buien door troffen we Amélie aan bij het voormalige kaartershuisje op ‘t Plein, toepasselijk ‘t Plein genoemd. Een heerlijk trefpunt in het park waar jong en oud het goed met elkaar kunnen vinden. Amélie blijkt er een goeie klant. Ze wordt binnenkort 31 en samen met haar zes jaar jongere vriend Vic Pattyn verwacht ze in september haar eerste kindje. Daar zullen ze het wel uitvoerig over gehad hebben voor ze de stap zetten. Want Amélie is psychologe en werkt momenteel als kinderopvoedster in De Korbeel. Ze weet beter dan wie ook hoe moeilijk het is een kind op te voeden.

De kindjes waarmee Amélie werkt zijn heel jong, tussen 0 en 7, en het is mede aan hen te danken dat zij zo van haar job houdt. De jonge psychologe – die van haar zwangerschap profiteert om eindelijk haar thesis af te werken – hoopt dat ze de kindjes in De Korbeel een steuntje in de rug kan geven, zodat ze de juiste weg op raken. Sommigen onder hen hebben het wat moeilijk op school, of zijn niet in het beste gezin terechtgekomen. Anderen lijden aan ADHD of autisme. Of bij nog anderen zijn het dan weer de ouders die enige ondersteuning bij de opvoeding van hun kind kunnen gebruiken.

Als psychologe hoopt Amélie zich verder te specialiseren in de kinderwereld. ‘De speltherapie zegt me wel veel,’ legt ze uit. Maar eerst dus die thesis nog. ‘Ik doe alles met enige vertraging,” lacht ze. Die thesis moet gaan over broertjes en zusjes van kindjes die al gediagnosticeerd zijn met autisme. Zodat men sneller ziet of die kinderen ook dezelfde eigenschappen vertonen. Om vroege problemen op te sporen. En om te zien hoe ouders omgaan met een nieuw kindje dat mogelijks ook autisme heeft.

Haar thesis zou Amélie af willen hebben voor het kindje er is, in september. “Maar de zelfdiscipline laat me wel eens in de steek. En mijn man en ik zijn heel sociaal. We komen graag onder de mensen, trekken graag op met vrienden. En we gaan graag eten. Eten is mijn voornaamste hobby.” Ze lacht maar ze is wel serieus. Geen toeval. Haar vader is Philippe Mottrie, kookt bij de mensen aan huis, “en mijn moeder kan ook heel goed koken,” zegt ze.

Als ze in de toekomst kijkt, dan wil ze vooral een goeie mama worden, want ze weet onderhand dat “opvoeden zowat het moeilijkste is dat er bestaat in de wereld.” Dat voornemen kadert in een groter plan. “Ik wil een goed gezin vormen voor ons kindje. Kindjes eventueel. Mocht het kunnen, zou ik er meer willen.” Dat kan misschien helpen om haar grote ambitie waar te maken: “Gelukkig blijven. En mekaar graag blijven zien.” Gemakkelijk gezegd. Dat beseft ze zelf ook wel. “We zien wel wat er nog op ons pad komt. Ik denk dat het één van de moeilijkste opgaven is in het leven om te appreciëren wat je hebt. Een andere ambitie is gewoon iets betekenen voor de mensen, voor de kindjes in de psychiatrie vooral. Dat ze een eerlijke kans krijgen voor de rest van hun leven.”