Algemeen Belgisch Vlasverbond is 100 jaar oud: “Vlassers zijn de flandriens onder de ondernemers”

Jan Sijnave (links, met een tennisracket met vlasvezels in de hand), hier met de Ingelmunsterse vlasser Stefaan Mommerency, ziet een mooie toekomst weggelegd voor de Belgische vlaswereld. © Joke Couvreur
Philippe Verhaest

Al meer dan twee eeuwen is de vlasteelt onlosmakelijk verbonden met (Zuid-)West-Vlaanderen. De stiel groeide uit van een pure ambacht tot een hoogtechnologische sector. “Ook de volgende honderd jaar zal vlas niet weg te denken zijn”, zegt Jan Sijnave, voorzitter van het Algemeen Belgisch Vlasverbond (ABV). Vlas wordt niet enkel voor textiel gebruikt, maar ook voor nieuwe toepassingen, onder andere in de bouwsector.

Vlas. Onze provincie, en dan vooral het zuiden, bouwde haar fundamenten op het edele gewas. Anno 2020 is West-Vlaanderen nog altijd 41 vlasbedrijven rijk en de sector heeft zich doorheen de jaren al enkele keren opnieuw uitgevonden. Niet verwonderlijk, vindt ook Jan Sijnave (62). Hij is sinds 2015 directeur van het Algemeen Belgisch Vlasverbond, het overkoepelende orgaan dat exact honderd jaar geleden boven de doopvont werd gehouden.

“Vlas is een oeroude teelt, maar tegelijk springlevend”, benadrukt hij. Dat bewijzen ook de cijfers. In 2019 werd er in totaal 15.506 hectare vlas in ons land gezaaid, goed voor 28.670 ton verhandeld vlas. Die verkoop gaat sinds 2012 alleen maar in stijgende lijn.

“Dat de teelt het bij ons – en bij uitbreiding in Noord-Frankrijk en Nederland – zo goed doet, heeft veel te maken met de terroir. Wij hebben een goeie bodemstructuur, een gematigd zeeklimaat met voldoende neerslag en drogere periodes en vooral: de expertise zit bij ons. Hier vind je het perfecte ecosysteem: zowel de verwerkers als de machinebouwers bevinden zich op een zakdoek van elkaar. Onze manier van werken kan je ook niet zomaar naar China of India kopiëren. Zie het als ons unique selling point.”

Onze manier van werken kan je niet zomaar naar China kopiëren. Dat is onze grote sterkte – Jan Sijnave

Ook de weerbaarheid van de West-Vlaamse vlassers speelt mee, klinkt het. “Noem die gerust de flandriens onder de ondernemers. Ze moeten alles kunnen. Weten hoe de vlasplant in elkaar zit, ze moeten ingenieur zijn, goed kunnen onderhandelen om hun producten aan de man te brengen én een berg administratie verzetten. Daar doe ik mijn petje voor af.”

Bijna 30.000 ton vlas verhandeld

De voorbije honderd jaar heeft de vlaswereld zich al enkele keren erg flexibel moeten opstellen, zegt Sijnave. “De stiel was eerst erg arbeidsintensief en evolueerde naar een kapitaalintensieve sector. De laatste jaren is die vooral kennisintensief. Van zweten en wroeten over mechanisatie naar innovatie. Dáár ligt de kern van het succes. De vezel is dezelfde gebleven, de toepassingen zijn alleen maar toegenomen. Vroeger gebeurde het spinnen bij wijze van spreken bij de buurman, nu bevinden de spinnerijen zich in Oost-Europa en Azië. Het is een globale commerce geworden, iets wat twee generaties geleden nog zo goed als ondenkbaar was.”

Algemeen Belgisch Vlasverbond is 100 jaar oud:
© Joke Couvreur

Tientallen jaren geleden hielp het ABV haar leden zelfs nog om de boekhouding in orde te brengen, “maar vandaag zijn we een aanspreekpunt geworden. Kennismakelaar en coach. Het is onze taak om vlassers de juiste info te bezorgen en hen uit te dagen. Wij moeten hen bijbrengen dat innovatie niet altijd vrijblijvend is, maar vaak een garantie op voortbestaan is.” De Belgische vlassector verzekert nog altijd de broodwinning van een pak mensen. “Ongeveer 1.300 Waalse en 600 Vlaamse landbouwers zaaien het vlas. In het wereldje zijn een 4.000-tal mensen (on)rechtstreeks betrokken. Dan zijn nieuwe toepassingen meer dan welkom. Maar even belangrijk is de doorstroming van jonge mensen. Zij hebben vaak een hogere opleiding op zak en bekijken de wereld door een andere bril.”

Vezel met een mooie toekomst

Voor Jan Sijnave is het duidelijk: vlas is een vezel met toekomst. “Hét grote voordeel is de veelzijdigheid. Iedereen kent de traditionele toepassingen in de textiel- en kledingsector, maar de Latijnse naam is niet voor niets Linum Usitatissimum, wat inhoudt dat het voor héél veel doeleinden kan gebruikt worden. Die mentaliteitswijziging is gestart, met duurzaamheid en ecologie als sleutelwoorden. Aan ons om de neuzen van alle vlassers in dezelfde richting te zetten. Daarom slaan we ook de handen in elkaar met andere instellingen. Zo hebben we een samenwerkingsakkoord met de KULAK en blijven we nieuwe toepassingen zoeken. Vlas kan omwille van zijn sterk isolerende en geluiddempende eigenschappen perfect gebruikt worden als bouwmateriaal. We moeten ook dúrven nieuwe producten maken . Zo wordt de toekomst concreet en bestaat ze niet alleen op papier.”

De komende jaren zullen nog enkele fusies plaatsvinden en evolueren we naar grotere vlasverwerkende bedrijven – Jan Sijnave

Toepassingen waarbij vlas vandaag al gebruikt wordt, zijn onder andere vloerbekledingen, tennisrackets en hockeysticks, vliegtuigcomponenten, designmeubels en fietsen. De iconische Amerikaanse dollarbiljetten worden dan weer met vlas uit Kuurne gemaakt.

De toekomst ziet Jan Sijnave dan ook rooskleurig tegemoet. “Ik denk dat er wellicht nog enkele fusies zullen plaatsvinden en we naar grotere vlasverwerkende bedrijven zullen evolueren, maar er zal ook steeds slimmer gewerkt worden. Vorig jaar hebben zeven vlassers het gebruik van satellietbeelden getest om hun vlasvelden efficiënter op te volgen en de eerste resultaten zijn positief. De eerste stappen zijn gezet, maar de hele sector mee krijgen, is een proces van tien jaar. Daarvoor rekenen we ook op de steun van de overheden. De complexiteit van het Europees landbouwbeleid moet dringend aangepakt worden. Als ik de vlassector één iets toewens, dan is het vooral een eenvoudigere wetgeving.”