Alain Van Geeteruyen: “Knokke achter me laten was mijn beste beslissing ooit”

Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

Alain Van Geeteruyen heeft verre roots in Belsele en Moerbeke-Waas, maar begon een horecazaak in Knokke-Heist. Tot hij het daar genoeg had van de protserige en oneerlijke mentaliteit en meer zingeving ging zoeken in Thailand.

Je had aanvankelijk je eigen horecazaak in Knokke, ‘Le Panier d’Or’. Waarom had je het plotseling gehad met deze mondaine badstad?

“Knokke is de stad van de rijken, maar buiten het echte goud is niet alles wat er blinkt ook goud. Veel van die zogenaamde rijken zijn leeg. Je hebt zij die denken dat ze boven iedereen staan, omdat ze meer geld hebben, en zij die niets hebben en doen alsof. Het leven in Knokke, dat hoofdzakelijk rond geld verdienen draait, vond ik zo leeg dat ik tien jaar lang elk jaar als vrijwilliger ging meedraaien bij ontwikkelingshulp in India. Als tegengewicht. Uiteindelijk besloot ik ook voorgoed andere oorden op te zoeken. Het was mijn beste beslissing ooit. Ik heb het mij nog geen minuut beklaagd.”

Je hebt er een bijzonder ruim vakantieresort: Relax Bay Resort. Was het iets bestaands dat je hebt overgenomen of heb jij dit zelf uit de grond gestampt?

“Het resort bestond al, wij hebben het aanvankelijk gehuurd maar na een tijd heb ik me in de zaak ingekocht. Na heel wat beslommeringen heb ik intussen een Thaise directeur genomen, die ondertussen mijn vriend is geworden. Hij kon mijn ‘sociale’ westerse ideeën omzetten in de Thaise cultuur, en is zelf, hoewel van de hoge klasse, erg sociaal ingesteld.”

Alain Van Geeteruyen:

“Dank zij hem staan we nu waar we staan, met 45 personeelsleden in dienst. Het merendeel zijn meisjes, want de meeste jongens zijn hier bepamperd door hun ouders en laten de vrouwen werken. Meisjes daarentegen moeten voor hun kinderen zorgen en zijn meestal hardere werkers. Iedere afdelingschef is een vrouw en zij beslissen wie bij hen werkt. Ze draaien mee in het rekruteringsproces van ons resort.”

Je noemt jezelf sociaal ingesteld. Op welk vlak uit zich dat als werkgever?

“Ik heb er de werkdag van 9 uren ingevoerd – met daarin een uurtje vrij – maar ook vakantiegeld, overuren en werk met een bonussysteem. In Thailand lukt dat, want de lonen liggen er verhoudingsgewijs tot bij ons laag. Trouwens, geld kun je toch niet meenemen in de kist. In een hotel zijn service en eeuwige vriendelijkheid erg belangrijk. Dat kan je personeel alleen geven als je hen goed behandelt en betaalt.”

Alain Van Geeteruyen:

“In het hotel hebben we behuizing voor iedereen en ik woon zelf tussen het personeel. Ik heb er zelfs straatverlichting aangebracht, want de meisjes voelen er zich veiliger door. Aangezien werken en wonen min of meer samengaan in Thailand, of toch in die streek, heb ik dus ons eigen dorpje gecreëerd.”

Woon je er samen met een partner/echtgenote en een gezin, of als alleenstaande?

“Ik ben gescheiden in België, en na verloop van tijd ben ik met een nieuwe vriendin gaan samenwonen in Thailand. Ik heb er opnieuw een zoontje van 5 jaar. En neen, ik kende mijn vriendin niet voor ik naar Thailand ging. Een raad: de reden om naar Azië te gaan mag nooit een vrouw zijn. Doe je dat, dan weet je gegarandeerd dat het misloopt. Het is een volledig andere cultuur en je moet er echt voor open staan.”

Alain Van Geeteruyen:

Je woont dus zelf ook in Relax Bay Resort. Is je stulpje dan even oogverblindend als het resort zelf?

“Mijn stulpje is even bamboe-achtig, een soort Tarzanhutje, als het resort, ja. Mooi, maar zonder welke luxe dan ook. Ooit sijpelde het water door het strooien dak van mijn living, of beter gezegd: mijn voorkamer.”

Alain Van Geeteruyen:

Het oogt allemaal fantastisch mooi en haast paradijselijk. Kan de natuur er anderzijds ook lelijk huis houden, of zijn jullie daar voorlopig van gespaard gebleven?

“De tsunami was voor mijn tijd, maar door de ligging van het eiland viel het daar best mee. Natuurlijk was de bar weggespoeld, en ook het strandmeubilair en de moto’s op de parking, maar voor de rest was er geen schade. Alle toeristen zijn daarna wel vertrokken, dus boekten ze totaal geen winst dat jaar. Door het verlies moesten de toenmalige eigenaars op zoek naar een partner, zo ben ik erin gerold.”

Alain Van Geeteruyen:

“De natuur kan hier wel hard zijn. Termieten eten de kamers op, regen breekt onze bamboedaken en de vochtigheid dringt in de kamers en maakt ze muf als ze niet dagelijks geventileerd worden. Het laagseizoen is duur in onderhoud, zeer duur zelfs.”

Draai jij zelf ook nog actief mee in de werking van het resort? Op welk vlak?

“In mijn eerste jaar hier heb ik enkel het computersysteem opgesteld, vanaf het tweede jaar ben ik meer en meer betrokken geraakt, grotendeels vanwege de ‘slechte leiding’ door onze toenmalige directeur. Ik heb toen vier jaar min of meer de boel zelf geleid tot mijn Thaise manager – die jammer genoeg voor hem een workaholic is – zich moest bewijzen tegenover zijn familie en ik hem beetje bij beetje de leiding heb gegeven. Nu ben ik baas, maar in de praktijk eerder onderdirecteur in plaats van directeur. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar we komen goed overeen.”

Alain Van Geeteruyen:

Voel je een zekere rancune tegenover de mensen die bij je vertrek dachten dat je niet wist waaraan je begon?

“Er zullen er inderdaad wel veel geweest zijn die toch eens goed zouden lachen mocht het een mislukking zijn geworden, ja. Tot nu toe heb ik geluk gehad en gaat alles goed, maar in een vreemd land en zeker in Azië moet je altijd op je hoede zijn. Het kan zo verkeren.”

Zijn er Belgische zaken die je wel eens mist? Gewone Vlaamse boerenkost bijvoorbeeld?

“Ja, maar we maken die dingen zelf op ons eiland. Ik was chef-kok in België, dus ik kan dat gerust zelf maken. Zo hebben we eens bij 28 graden zuurkool gegeten, maken we zelf karbonades en noem maar op. In de eerste jaren was je drie uren onderweg naar een warenhuis voor de horeca en had je zelfs geen room op het eiland. Maar jaar na jaar ging het er op vooruit en nu kun je hier bijna alles krijgen.”

Alain Van Geeteruyen:

Kom je nog vaak naar je thuisland terug?

“Elk jaar toch voor twee maanden. Ik heb er namelijk een bibliotheek en één van de grootste collecties militaire boeken en foto’s van de Eerste en Tweede Wereldoorlog en over de Belgische kust. Ik heb zowat 19.000 foto’s en een 35 gigabyte aan manuscripten en boeken ingescand en schrijf ook zelf boeken. Enfin, drie kleine werkjes zijn uit en er zitten een tiental manuscripten in de loop. Dit jaar zou een boek moeten uitkomen over de Lange Max, een 38 cm-kanon dat ooit opgesteld stond waar nu het Lange Max Museum is, in Koekelaere. Het heeft me toch vijf jaar opzoekingen gekost om alles te vinden.”

Zie je jezelf ooit nog voorgoed terugkeren naar ons land? Sommigen willen toch graag ‘hier oud worden’ of zelfs ‘hier begraven worden’. Hoe zit dat bij jou?

“Daar heb ik nu eens totaal geen idee van. Ik heb ooit mijn restaurant opgegeven en ben vertrokken. Ik kijk nooit achterom, maar ik leer wel uit het verleden. Dus: alles is nog mogelijk!”

Alain Van Geeteruyen:

(Frederik Jaques)