Acht jaar na dodelijke brand: proces rond sociale dumping bij Krismar in Wingene alweer uitgesteld

© NS
Redactie KW

Het strafproces tegen het omstreden transportbedrijf Krismar in Wingene is vandaag voor de zoveelste keer uitgesteld. De strafrechter in Brugge wil de resultaten van een recent verhoor van chauffeurs door de Poolse sociale zekerheidsdienst aan het dossier laten toevoegen. De verdediging had hier op aangedrongen.

Het onderzoek naar mensenhandel, huisjesmelkerij en grootschalige sociale dumping ging van start toen er in de nacht van 31 maart op 1 april 2012 twee Poolse mecaniciens om het leven kwamen bij een zware brand in een loods van Krismar. Het bedrijf bleek op grote schaal Poolse truckers en mecaniciens uit te buiten. Liefst 168 werknemers kregen een te laag loon en sociale bijdragen werden massaal ontweken. Krismar zou zo ruim vier miljoen euro verdiend hebben op de kap van de slachtoffers. Zes jaar na de brand werd het proces in september 2018 ingeleid in de Brugse rechtbank. Voor aanvullend onderzoek werd het evenwel uitgesteld naar 24 april 2020. Maar door de coronacrisis volgde toen een nieuw uitstel naar vrijdag 22 mei.

Deze voormiddag werd het proces hervat maar Dieter Dejonghe, de advocaat van Krismar-zaakvoerder Kris C., drong meteen aan op een nieuw uitstel voor bijkomend onderzoek. De Poolse sociale zekerheidsdienst onderwierp in het voorjaar opnieuw enkele chauffeurs aan een verhoor en de raadsman wil de resultaten hiervan aan het dossier laten toevoegen. “Zoniet worden de rechten van verdediging geschonden”, stelde hij. Arbeidsauditeur Filiep De Ketelaere noemde het verzoek van meester Dejonghe een poging om het dossier op de lange baan te schuiven en verzette zich tegen een nieuw uitstel. De bewuste stukken leverden volgens hem immers geen nieuwe inzichten op.

De rechter trok zich terug voor beraad en besliste uiteindelijk om de pleidooien uit te stellen naar 23 oktober. (AFr)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier