Aan Tafel bij Eric en Andrea: “We droomden van onze boerderij”

(Foto WK)
Redactie KW

Aan Tafel brengt ons deze week bij Eric Van Daele (77), voorzitter van het feestcomité in Sint-Andries, en zijn echtgenote Andrea Silversmit (75). “We eten graag bourgondisch.”

Eric Van Daele – steenkapper op rust, feestcomitévoorzitter en oldtimerfreak – is er vorig weekend 77 geworden. “We hebben dat met heel de familie uitgebreid gevierd”, zegt hij. Maar Eric en zijn vrouw Andrea genieten alle dagen wel van het goede leven. “Een entrecôte op de grill, dat is van het beste. En hartje zomer of putje winter, ik zou elke dag mijn barbecue aansteken. ‘t Mag zelfs nog vriezen dat het kraakt”, aldus Eric.

In zijn tuin wonen kangoeroes, een pony, kippen en siereenden… En Pipo de papegaai, die ook wel een frietje lust. “Mijn vrouw en ik hebben elk onze eigen papegaai. Die van haar heet Chico”, glimlacht Eric. “Toen deze hoeve destijds te koop stond, leek ons dat een buitenkansje, ook al hebben we er eerst zes jaar moeten aan verbouwen omdat alles op invallen stond… Maar we droomden er al lang van om op een boerderijtje te wonen. De oude ziel is bij de verbouwingen bewaard gebleven.” Erics ouderlijke huis ligt daar ook niet ver vandaan. “We woonden in een van de herenhuizen achter de Gistelsesteenweg. Als kind liep ik dan door de bilk om hier bij boer Krawatje en zijn vrouw eieren en koekebrood te komen halen”, vertelt hij.

Gek op boten

Behalve een dierenliefhebber en een oldtimerfreak, schuilt er ook een kapitein in Eric.

“Hartje zomer of putje winter, ik zou wel elke dag mijn barbecue aansteken”

“Ik ben altijd zot geweest van boten, heb zelf ook 20 jaar gevaren. Van een Gentse reder kreeg ik destijds een Friese zeeschouw, zo’n Hollandse vissersboot, cadeau. In ruil moest ik voor die mens een aantal klusjes doen in zijn villa in Sint-Martens-Latem: ik heb daar een sierschouw gezet en een terras aangelegd in natuursteen”, aldus Eric. “Maar ik vind zo’n boot dus de ultieme vorm van vrijheid. Wij voeren er altijd mee naar Arnemuiden.”

Drang naar avontuur

Die drang naar avontuur blijkt in de genen te zitten: Erics oudere broer Dolf vertrok in 1959 met de motor naar Congo.

“Eerst tot in Marseille en dan verder tot in Afrika. Via de missionarissen kregen we thuis af en toe een brief van hem, maar ik heb mijn broer na zijn vertrek nooit meer teruggezien. Hij woonde ginder in een hutje in de brousse en leefde er in stamverband; van de jacht en de visvangst”, vertelt Eric.

Zijn broer Dolf is er vandaag niet meer. “Maar hij heeft dus in zekere zin wel zijn droom kunnen waarmaken: als kind zei hij altijd dat hij ‘olifantenjager’ wou worden…

Zelf heeft Eric ondertussen al achterkleinkinderen. “Ik ben op mijn 18de papa geworden. En aangezien mijn vrouw zelfs nog jonger was, geloofde niemand dat ze de mama was van onze zoon. Ik herinner me nog dat we op een keer bij Willy Lustenhouwer zaten, in zijn reisbureau De Zwaluwen in de Philipstockstraat. ‘Je hebt die jongen gewoon groot gekócht’, zei hij toen hij mijn vrouw en zoon naast elkaar zag zitten”, lacht Eric. (WK)

Waarom hou je van Brugge?

“Eerst en vooral woon ik heel graag op Sint-Andries omdat we hier eigenlijk nooit miserie hebben. Het is hier rustig wonen, en ik hou ook van die volkse aard van Sint-Andries”, zegt Eric. “In Brugge ga ik soms wel eens winkelen met mijn vrouw, of we doen een terrasje. Ik heb dan altijd veel aandacht voor de beelden in de gevels: als je bijvoorbeeld op de Burg staat en van daar de Blinde-Ezelstraat inloopt, moet je er maar eens op letten. Daar zijn beelden te zien, waar ik ooit nog aan mee heb helpen kappen. Ik heb destijds zelfs eens een siertegel uitgekapt voor het buitenverblijf van paus Paulus, met een tekst in gezegende steen. Het letterbeeldhouwen heb ik in Brugge van de familie Boudens geleerd”, aldus Eric.

Wat is jullie favoriete plekje?

Eric blijkt een favoriet visadresje te hebben. “Martins visrestaurant in Zeebrugge! Dat restaurant wordt nu uitgebaat door de zoon van Cercle-icoon Juultje Verriest, en het is echt een aanrader.”

“En in Ponton A, eveneens in Zeebrugge, kan je ons ook dikwijls aantreffen. Je hebt er een mooi zicht op de haven, er is een groot terras en je kunt er heel lekker eten. Het restaurant wordt dan ook nog eens uitgebaat door een Sint-Andriezenaar”, aldus Eric.

“En verder zit ik in Brugge vooral heel graag aan de Flandria jachthaven. Dat is dan weer de kapitein in mij, die de kop opsteekt.”

Wat doe je dit weekend?

“Ik ga in ‘t weekend altijd ofwel kleiduifschieten in Jabbeke, ofwel karabijnschieten in Oostende. En als het weer het enigszins toelaat, haal ik mijn oldtimers van stal voor een ritje door de Brugse binnenstad. Ik heb een Packard uit 1926, een Rolls-Royce uit 1937, een Mini Cooper uit 1978 en een Porsche cabrio van het jaar 1990. Maar mijn oudste oldtimer is een Renault KJ van 1924. Ze ‘klappen’ altijd van die Egyptenaren en hun piramides, maar die oldtimers zijn ook een echt wonder”, vindt Eric, die met zijn paradepaardjes altijd veel bijval oogst.

“Het is echt een plezier om met zo’n oldtimer een grote toer te maken door ‘t stad. In de Katelijnestraat krijg ik dan soms een applausje van de toeristen.” (WK)

Wat is jullie lievelingsgerecht?

“Andrea en ik eten graag bourgondisch; op restaurant bestellen we ook meestal een côte à l’os met frietjes”, zegt Eric.

“En behalve een goede steak af en toe, lusten we ook allebei graag vis. Ik eet nu op doktersadvies minder vlees – te veel vlees is niet goed voor het hart -, en dus eten we véél vis, meer dan één keer per week zelfs.”

“De ene keer zijn dat dan tongetjes en de andere keer roggevleugels, bijvoorbeeld. En liefst altijd met een goed glaasje wijn erbij, of een picon als aperitief.”

Waarom hou je van Brugge?

“Eerst en vooral woon ik heel graag op Sint-Andries omdat we hier eigenlijk nooit miserie hebben. Het is hier rustig wonen, en ik hou ook van die volkse aard van Sint-Andries”, zegt Eric. “In Brugge ga ik soms wel eens winkelen met mijn vrouw, of we doen een terrasje. Ik heb dan altijd veel aandacht voor de beelden in de gevels: als je bijvoorbeeld op de Burg staat en van daar de Blinde-Ezelstraat inloopt, moet je er maar eens op letten. Daar zijn beelden te zien, waar ik ooit nog aan mee heb helpen kappen. Ik heb destijds zelfs eens een siertegel uitgekapt voor het buitenverblijf van paus Paulus, met een tekst in gezegende steen. Het letterbeeldhouwen heb ik in Brugge van de familie Boudens geleerd”, aldus Eric.

Wat is jullie favoriete plekje?

Eric blijkt een favoriet visadresje te hebben. “Martins visrestaurant in Zeebrugge! Dat restaurant wordt nu uitgebaat door de zoon van Cercle-icoon Juultje Verriest, en het is echt een aanrader.”

“En in Ponton A, eveneens in Zeebrugge, kan je ons ook dikwijls aantreffen. Je hebt er een mooi zicht op de haven, er is een groot terras en je kunt er heel lekker eten. Het restaurant wordt dan ook nog eens uitgebaat door een Sint-Andriezenaar”, aldus Eric.

“En verder zit ik in Brugge vooral heel graag aan de Flandria jachthaven. Dat is dan weer de kapitein in mij, die de kop opsteekt.”

Wat doe je dit weekend?

“Ik ga in ‘t weekend altijd ofwel kleiduifschieten in Jabbeke, ofwel karabijnschieten in Oostende. En als het weer het enigszins toelaat, haal ik mijn oldtimers van stal voor een ritje door de Brugse binnenstad. Ik heb een Packard uit 1926, een Rolls-Royce uit 1937, een Mini Cooper uit 1978 en een Porsche cabrio van het jaar 1990. Maar mijn oudste oldtimer is een Renault KJ van 1924. Ze ‘klappen’ altijd van die Egyptenaren en hun piramides, maar die oldtimers zijn ook een echt wonder”, vindt Eric, die met zijn paradepaardjes altijd veel bijval oogst.

“Het is echt een plezier om met zo’n oldtimer een grote toer te maken door ‘t stad. In de Katelijnestraat krijg ik dan soms een applausje van de toeristen.” (WK)

Wat is jullie lievelingsgerecht?

“Andrea en ik eten graag bourgondisch; op restaurant bestellen we ook meestal een côte à l’os met frietjes”, zegt Eric.

“En behalve een goede steak af en toe, lusten we ook allebei graag vis. Ik eet nu op doktersadvies minder vlees – te veel vlees is niet goed voor het hart -, en dus eten we véél vis, meer dan één keer per week zelfs.”

“De ene keer zijn dat dan tongetjes en de andere keer roggevleugels, bijvoorbeeld. En liefst altijd met een goed glaasje wijn erbij, of een picon als aperitief.”

Waarom hou je van Brugge?

“Eerst en vooral woon ik heel graag op Sint-Andries omdat we hier eigenlijk nooit miserie hebben. Het is hier rustig wonen, en ik hou ook van die volkse aard van Sint-Andries”, zegt Eric. “In Brugge ga ik soms wel eens winkelen met mijn vrouw, of we doen een terrasje. Ik heb dan altijd veel aandacht voor de beelden in de gevels: als je bijvoorbeeld op de Burg staat en van daar de Blinde-Ezelstraat inloopt, moet je er maar eens op letten. Daar zijn beelden te zien, waar ik ooit nog aan mee heb helpen kappen. Ik heb destijds zelfs eens een siertegel uitgekapt voor het buitenverblijf van paus Paulus, met een tekst in gezegende steen. Het letterbeeldhouwen heb ik in Brugge van de familie Boudens geleerd”, aldus Eric.

Wat is jullie favoriete plekje?

Eric blijkt een favoriet visadresje te hebben. “Martins visrestaurant in Zeebrugge! Dat restaurant wordt nu uitgebaat door de zoon van Cercle-icoon Juultje Verriest, en het is echt een aanrader.”

“En in Ponton A, eveneens in Zeebrugge, kan je ons ook dikwijls aantreffen. Je hebt er een mooi zicht op de haven, er is een groot terras en je kunt er heel lekker eten. Het restaurant wordt dan ook nog eens uitgebaat door een Sint-Andriezenaar”, aldus Eric.

“En verder zit ik in Brugge vooral heel graag aan de Flandria jachthaven. Dat is dan weer de kapitein in mij, die de kop opsteekt.”

Wat doe je dit weekend?

“Ik ga in ‘t weekend altijd ofwel kleiduifschieten in Jabbeke, ofwel karabijnschieten in Oostende. En als het weer het enigszins toelaat, haal ik mijn oldtimers van stal voor een ritje door de Brugse binnenstad. Ik heb een Packard uit 1926, een Rolls-Royce uit 1937, een Mini Cooper uit 1978 en een Porsche cabrio van het jaar 1990. Maar mijn oudste oldtimer is een Renault KJ van 1924. Ze ‘klappen’ altijd van die Egyptenaren en hun piramides, maar die oldtimers zijn ook een echt wonder”, vindt Eric, die met zijn paradepaardjes altijd veel bijval oogst.

“Het is echt een plezier om met zo’n oldtimer een grote toer te maken door ‘t stad. In de Katelijnestraat krijg ik dan soms een applausje van de toeristen.” (WK)

Wat is jullie lievelingsgerecht?

“Andrea en ik eten graag bourgondisch; op restaurant bestellen we ook meestal een côte à l’os met frietjes”, zegt Eric.

“En behalve een goede steak af en toe, lusten we ook allebei graag vis. Ik eet nu op doktersadvies minder vlees – te veel vlees is niet goed voor het hart -, en dus eten we véél vis, meer dan één keer per week zelfs.”

“De ene keer zijn dat dan tongetjes en de andere keer roggevleugels, bijvoorbeeld. En liefst altijd met een goed glaasje wijn erbij, of een picon als aperitief.”

Waarom hou je van Brugge?

“Eerst en vooral woon ik heel graag op Sint-Andries omdat we hier eigenlijk nooit miserie hebben. Het is hier rustig wonen, en ik hou ook van die volkse aard van Sint-Andries”, zegt Eric. “In Brugge ga ik soms wel eens winkelen met mijn vrouw, of we doen een terrasje. Ik heb dan altijd veel aandacht voor de beelden in de gevels: als je bijvoorbeeld op de Burg staat en van daar de Blinde-Ezelstraat inloopt, moet je er maar eens op letten. Daar zijn beelden te zien, waar ik ooit nog aan mee heb helpen kappen. Ik heb destijds zelfs eens een siertegel uitgekapt voor het buitenverblijf van paus Paulus, met een tekst in gezegende steen. Het letterbeeldhouwen heb ik in Brugge van de familie Boudens geleerd”, aldus Eric.

Wat is jullie favoriete plekje?

Eric blijkt een favoriet visadresje te hebben. “Martins visrestaurant in Zeebrugge! Dat restaurant wordt nu uitgebaat door de zoon van Cercle-icoon Juultje Verriest, en het is echt een aanrader.”

“En in Ponton A, eveneens in Zeebrugge, kan je ons ook dikwijls aantreffen. Je hebt er een mooi zicht op de haven, er is een groot terras en je kunt er heel lekker eten. Het restaurant wordt dan ook nog eens uitgebaat door een Sint-Andriezenaar”, aldus Eric.

“En verder zit ik in Brugge vooral heel graag aan de Flandria jachthaven. Dat is dan weer de kapitein in mij, die de kop opsteekt.”

Wat doe je dit weekend?

“Ik ga in ‘t weekend altijd ofwel kleiduifschieten in Jabbeke, ofwel karabijnschieten in Oostende. En als het weer het enigszins toelaat, haal ik mijn oldtimers van stal voor een ritje door de Brugse binnenstad. Ik heb een Packard uit 1926, een Rolls-Royce uit 1937, een Mini Cooper uit 1978 en een Porsche cabrio van het jaar 1990. Maar mijn oudste oldtimer is een Renault KJ van 1924. Ze ‘klappen’ altijd van die Egyptenaren en hun piramides, maar die oldtimers zijn ook een echt wonder”, vindt Eric, die met zijn paradepaardjes altijd veel bijval oogst.

“Het is echt een plezier om met zo’n oldtimer een grote toer te maken door ‘t stad. In de Katelijnestraat krijg ik dan soms een applausje van de toeristen.” (WK)