40 jaar geleden stierf prins Karel in Oostende

Laura Meursing, de secretaresse van Prins Karel, bleef tot aan zijn dood aan zijn zijde. Hij hield ervan om haar te schilderen, dit zie je aan het onafgewerkte portret dat je naast haar ziet. © Collectie Johnny Monteyne
Marc Loy
Marc Loy Medewerker KW

Op donderdag 1 juni is het precies veertig jaar geleden dat prins Karel stierf in het toenmalige Heilig Hartziekenhuis. Hij werd net geen tachtig jaar. De oom van Boudewijn en Albert redde na de Tweede Wereldoorlog de monarchie door als prins-regent van België zijn afwezige broer Leopold III te vervangen. Daarna trok hij zich terug op wat vandaag het domein Atlantikwall Raversyde is. Dat eert nu de wat excentrieke bewoner van het toen nog koninklijk domein met een foto-expo, De prins van Raversijde. “Op foto’s wilde hij altijd de grootste zijn. Dan ging hij op enkele telefoonboeken staan.”

Via oud-pastoor Joris Verbrugge, een goede vriend van de prins, verwierf Johnny Monteyne (62) – die zelf de prins niet persoonlijk gekend heeft – zijn eerste werkjes van Karel van Vlaanderen. De start van een ruime collectie van kunstwerken, maar ook van veel anekdotes. “Als de prins zich eenzaam voelde, zocht hij gezelschap. Zelfs ’s nachts belde hij dan de pastoor op om onder andere over het geloof te praten. Al was hij geen kerkganger, toch zag je hem soms in het Duinenkerkje.”

Ook Hilaire Vaneesen, de klusjesman van de prins tot aan diens dood, heeft Johnny goed gekend: “Ik heb bij Hilaire tientallen polaroid-foto’s en andere zaken van de prins kunnen kopen. Wat kon die man sappig vertellen over zijn monseigneur!”

‘Wat zeg je gie doa?’

Bij een eerste contact met Raversijdenaren kwam Karel terughoudend en mensenschuw over, maar eens het ijs was gebroken, was hij vriendelijk, minzaam en soms zelfs gezellig en humoristisch… Hij nam de mensen graag beet, zo leerde Johnny uit de vele getuigenissen.

Johnny Monteyne: “Prins Karel nam de mensen graag beet.”
Johnny Monteyne: “Prins Karel nam de mensen graag beet.” © ML

Nous allons au staminee, zei hij dan tegen zijn adjunct, en dan trokken ze per fiets naar zijn stamcafé De Schulle, en andere herbergen. Hijzelf was dan soms verkleed en met een pruik op. West-Vlaams bleef wel een taalbarrière: verder dan een hilarisch ‘Wat zeg je gie doa?’ kwam hij niet.”

“Met zijn personeel en de werklui – tegen wie hij altijd Algemeen Nederlands sprak – ging hij beleefd en vriendelijk om, maar als hem iets tegenviel, kon hij volgens zijn klusjesman schelden, vloeken en vernederen… Maar de volgende dag was hij alles vergeten”, vertelt Johnny. “En werd je uitgenodigd in zijn bescheiden villa, dan vereeuwigde de prins zich steevast op een polaroid-foto met zijn bezoeker(s). Maar hij wilde altijd de grootste zijn… Dan ging hij op één of meerdere telefoonboeken staan. En op zijn verjaardag bestelde hij bij bakker Maertens altijd dezelfde taart, voor vier personen: biscuit met slagroom, met daarop één rode roos van marsepein.”

Prins Karel had verschillende passies in het leven, waaronder schilderen. Hij schilderde vaak op een tafel in zijn keuken.
Prins Karel had verschillende passies in het leven, waaronder schilderen. Hij schilderde vaak op een tafel in zijn keuken. © Collectie Johnny Monteyne

“Zonder prins Karel was er geen domein Atlantikwall Raversyde geweest”

Op 10 oktober 1903 wordt in Brussel Karel Theodoor Hendrik Anton Meinrad geboren, de tweede zoon van het latere koningspaar Albert I en Elisabeth. Tijdens en kort na de Eerste Wereldoorlog krijgt hij een opleiding bij de Royal Navy. In de Tweede Wereldoorlog duikt hij onder en bij de bevrijding komt hij als prins-regent op de troon, bij afwezigheid van zijn broer Leopold III, die met zijn gezin in Duitsland verblijft.

Karel is vijf jaar waarnemend staatshoofd. In die periode ondertekent hij de wetten op het stemrecht voor vrouwen, op de sociale zekerheid, en op de oprichting van de Raad van State. Op internationaal vlak wordt de Benelux opgericht en treedt België toe tot de Verenigde Naties (VN) en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Karel brengt staatsbezoeken aan de Verenigde Staten en Congo, en onderhoudt de beste relaties met Churchill, de generaals De Gaulle en Eisenhower, en de Amerikaanse president Truman.

Handen uit de mouwen

Al tijdens het interbellum verblijft de prins vaak op zijn domein Raversijde, dat hij erft van zijn vader en in de volgende decennia via aankoop, ruil en schenking weet uit te breiden en met nieuwe constructies of verbouwingen opfleurt tot zo’n 13 hectare duin- en parkgebied. Daarbij steekt hij zelf graag de handen uit de mouwen. Na zijn regentschap tot 1950 verblijft hij er omzeggens permanent, tot zijn dood in 1983.

“Het provinciedomein zou er nooit geweest zijn zonder de prins. Tot aan zijn dood bleef hij zich verzetten tegen de afbraak van de bunkers, loopgraven en geschutstellingen uit beide wereldoorlogen op zijn domein”, stelt Mathieu de Meyer, de conservator van het domein Atlantikwall Raversyde. De wat zonderlinge eenzaat en artistieke prins is geen onbekende in Raversijde en omstreken, en wordt door de dichte en verre buren in de armen gesloten.

Vanaf 1 juni is er in het gratis toegankelijk deel van het provinciedomein de fototentoonstelling ‘De prins van Raversijde’: een 40-tal foto’s op groot formaat, afkomstig uit Atlantikwall Raversyde, privécollecties en de collectie van het Koninklijk Archief, over Karels rijkgevulde leven, van kleine jongen tot zijn laatste levensjaren.

Zelf is Atlantikwall Raversyde op zoek naar verhalen en weetjes over prins Karel. Misschien heb je hem zelf nog gekend of ontmoet? Laat het ons dan zeker weten en stuur een mailtje naar info@raversyde.be.
Jacques Lanoye met zijn door prins Karel in 1980 geschetste portret.
Jacques Lanoye met zijn door prins Karel in 1980 geschetste portret. © ML

Jacques Lanoye, kind aan huis bij prins Karel: “Wij hadden het vooral over kunst of de dagelijkse dingen”

Antiquair en galeriehouder op rust Jacques Lanoye (84) was kind aan huis in het paviljoen van prins Karel in Raversijde. “Ik kreeg zelfs zijn huissleutels, want een bel was er niet.”

De vader van Jacques Lanoye, Robert, was uitgever van Le Courier du Littoral en vurig verdediger van prins Karel. Tijdens een interview met de prins in zijn paviljoen in Raversijde vergezelde zoon Jacques, drukker van opleiding, hem. “Ik kon het meteen goed vinden met de prins en na een poos kreeg ik zelfs de sleutel van zijn voordeur. Niet zelden belde hij mij op met de vraag of ik niet langskwam om wat bij te praten. Zo gebeurde het dat ik twee à drie keer per week bij hem en zijn zes of zeven katten langsging voor een informele babbel. Nee, niet over politiek of de moeilijke familiale relaties: hij had gebroken met zijn broer, de vroegere koning Leopold III, maar kreeg nog veel genegenheid en bezoek van wijlen koning Boudewijn en Fabiola en toenmalig prins Albert.”

In slaap voor tv

“Wij hadden het vooral over kunst of de dagelijkse dingen. En altijd in het Frans, zijn moedertaal. Soms werd ik bij mijn visites vergast op pannenkoeken en bleef ik ook ’s avonds nog tv kijken, waarbij we meestal allebei in slaap vielen. Hij had ook lak aan iedere schijn van protocol, maar ik sprak hem wel, zoals iedereen, aan met monseigneur. Hij was ook de peter van mijn zoon Laurent Charles Lanoye.”

We zien v.l.n.r. Jacques Lanoye, prins Karel en Liliane Masure van de gelijknamige charcuteriezaak in de Kapellestraat.
We zien v.l.n.r. Jacques Lanoye, prins Karel en Liliane Masure van de gelijknamige charcuteriezaak in de Kapellestraat. © ML

“Toen ik de antiekzaak De Cirkel in de Langestraat uitbaatte, had ik een groene bestelwagen. In die bestelwagen reed hij het liefst met mij mee naar de stad of naar vernissages, want dan viel zijn aanwezigheid onderweg minder op. Ook zijn dochter, die hij nooit heeft willen adopteren, Isabelle Wybo, is nog vaak in ons appartement op de Albert I-promenade op bezoek geweest. Ze is geboren uit de door Leopold III verboden relatie met de Brusselse bakkersdochter Jacqueline Wéry. Zij droeg de familienaam van haar stiefvader en heeft nog lang in Middelkerke gewoond.”

Prins Karel voelde zich in zijn kunst geïnspireerd door zijn omgeving, hij maakte verschillende werken waarop zijn domein te herkennen is. Hier zien we het ‘paviljoentje’, dat lange tijd zijn woning was, en de Vlaamse Zaal, de huidige toegang tot Atlantikwall Raversyde.
Prins Karel voelde zich in zijn kunst geïnspireerd door zijn omgeving, hij maakte verschillende werken waarop zijn domein te herkennen is. Hier zien we het ‘paviljoentje’, dat lange tijd zijn woning was, en de Vlaamse Zaal, de huidige toegang tot Atlantikwall Raversyde. © Collectie Atlantikwall Raversyde
Johan Verstreken bij het paviljoen van prins Karel op het domein Atlantikwall Raversyde, waar hij na W.O. II permanent verbleef tot zijn dood in 1983.
Johan Verstreken bij het paviljoen van prins Karel op het domein Atlantikwall Raversyde, waar hij na W.O. II permanent verbleef tot zijn dood in 1983. © ML

Johan Verstreken: “Ik kreeg een tik van zijn wandelstok”

Hoewel er qua leeftijd zes decennia gapen tussen prins Karel (1903-1983) en Johan Verstreken (58), hoort de voormalige presentator, producer en politicus tot het uitdunnend kransje dat de prins nog gekend en ontmoet heeft.

Johans tante woonde aan De Duinenweg waar de straat een bocht van 90° maakt en mocht zich dus ooit een directe buur van prins Karel noemen. “Ik ging vaak bij haar op bezoek en met wat buurkameraadjes kropen we dan, broekjes van tien, onder de prikkeldraad door het prinselijk domein binnen. Avontuur verzekerd want het mocht natuurlijk niet. Eén keer volgde dan ook de onvermijdelijke confrontatie. Sluipend door de struiken voelde ik plots een wandelstok op mijn schouder tikken en een oude, rijzige man, de prins zelf zo bleek, die ons ons vaderlijke streng in gebroken Nederlands aansprak: Wat doen jullie hier? Weet je niet dat het hier vol bommen en mijnen ligt? Veel te gevaarlijk om hier te spelen, dus. Wij dropen dan ook braaf af. Maar al rap beseften we ook, dat mocht het zo gevaarlijk zijn de prins daar toch ook niet zou wandelen! Binnen de kortste was zijn domein dus weer ons favoriete speeltuin en -duin.”

Ooit zag Johan in de Duinenweg koning Boudewijn voorbijrijden. Die kwam incognito zijn oom bezoeken die er als een eenzaat op het schofele af leefde en vriendelijk maar gereserveerd was in de omgang. “Zoals die keer dat mijn moeder hem op het nu verdwenen bruggetje over de Duinenweg zag wandelen en hij haar vriendelijk toewuifde. Na zijn overlijden heb ik ook gezien dat zijn inboedel geplunderd werd en zag ik mensen die er met fietsen, huisgerei, flessen wijn… vandoor gingen.”

Geen hoogbouw

“Maar”, zo eindigt Johan positief, “dankzij de prins verrees er geen storende hoogbouw op de dijk ter hoogte van Raversijde!” Ook ontmoette Johan Verstreken een paar keer koningin Fabiola. Maar dat is weer een ander verhaal.