101-jarige verzetsstrijdster wordt gehuldigd: “De mensen moesten de waarheid kennen”

Frida Laverge krijgt de leeuw met sabels van het gewapend verzet opgespeld. © KDS
Els Deleu
Els Deleu Medewerker KW

Op 15 oktober wordt Frida Laverge (101) gehuldigd omwille van haar indrukwekkende inzet voor het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze zette meermaals haar leven op het spel en deed zelfs verder toen ze zwanger was van haar eerste kind. “Maar wij deden nooit iets crimineels. De mensen hadden toch recht op de waarheid?”, kijkt de kranige Markse terug.

Frida Laverge werd in Heule geboren tijdens de Eerste Wereldoorlog, op 5 december 1917. Ze werkte lange tijd in een confectiefabriek, was werkvrouw in het Atheneum op de Pottelberg en was bediende bij Rap en Rein tot aan haar pensioen. In september 1940 trouwde ze met Omer Vandemeulebroucke. Het koppel speelde een grote rol in het verzet bij het Onafhankelijkheidsfront in Kortrijk.

Pamfletten

Fridas man Omer was mecanicien in de firma De Coene. Door het vervoeren van auto’s kon hij gemakkelijk ongezien de sluikpers verdelen. Al in december 1941 raakte hij betrokken bij het verzet. Zijn opdracht bestond voornamelijk uit het reorganiseren van de sluikpers en het drukken van clandestiene bladen. Omer en Frida bouwden bij hen thuis een illegale drukkerij uit. “Het was niet gemakkelijk: we moesten papier en kopieerpapier kopen en bijna niemand mocht het weten“, herinnert ze zich nog goed. “Mijn man had iets gefabriceerd om op de typemachine te plaatsen om pamfletten te drukken. Ik verspreidde de sluikpers door mijn kinderwagen vol pamfletten te leggen. Achteraf werd gezegd dat ik daarboven mijn kindje legde, maar het was eigenlijk een pop. Ik zou mijn kinderen nooit zo in gevaar brengen. Mijn eerste zoon is trouwens pas in 1944 geboren.”

Frida bracht de clandestiene bladen naar het hoofddepot of buste die bij mensen thuis. “Als er geen brievenbus was, stopte ik ze soms onder de deur. Ik speelde ook heel veel informatie over militaire bewegingen door. We wisten waar we seinen konden opvangen en kenden de plekken waar Duitsers zaten.” Na de verdwijning van haar oom Prosper Vermeulen, die in Komen gearresteerd werd, zette ze samen met Omer ook zijn werk voort. “Nonkel zat dan wel vast, wij wilden de verantwoordelijkheid opnemen om de mensen te blijven informeren“, zegt ze daarover.

“Na een reeks arrestaties in 1942 moesten we ons systeem trouwens grondig veranderen en met schuilnamen werken. Wie opgepakt werd en onder dwang verhoord werd kon op die manier geen andere mensen meetrekken. Zelfs werkte ik onder de naam ‘Hilde’, Omer stond gekend als ‘Oscar’. De verschillende cellen die binnen het Onafhankelijkheidsfront werkten, werden onder een koepel gevormd, waar iedereen zijn taak had.” De hele oorlog kon Frida haar activiteiten voortzetten zonder opgepakt te worden door de Duitse politiediensten. “Het was soms erg gevaarlijk”, vertelt ze. “Maar het was het wel waard.”

Het gaat mij niet om de bloemen, maar deze erkenning doet deugd – Frida Laverge, verzetsstrijder in WO II

Concentratiekamp

Als Frida terugblikt op de periode in de oorlog is ze tamelijk stil, want ze maakte veel mee. Telkens benadrukt ze dat ze nooit misdaden pleegde. “Er waren anderen die wel vetes hadden op iemand. Omer en ik wilden gewoon dat iedereen de juiste informatie te horen of te lezen kreeg. De pers kon geen eerlijke berichtgeving meer brengen. Terwijl de mensen toch recht hadden op de waarheid?

“Oh”, zucht Frida. “Er is zoveel gebeurd. Zaken waar je soms liever niet aan denkt.”

Frida Laverge en zoon Ghislain Vandemeulebroucke.
Frida Laverge en zoon Ghislain Vandemeulebroucke.© KDS

Dat beaamt ook haar zoon Ghislain (61) die nog wat meer toelichting geeft. Hij is opgegroeid met de verhalen uit de oorlog en weet er – hoewel hij later geboren werd – heel veel van. Zo dacht de familie dat nonkel Prosper vast zat in Gent en ze wisten dat er daar niet voldoende eten was. “Mama trok elke week met de fiets naar Gent om eten te brengen. Het werd altijd aanvaard. Achteraf hoorden ze dat nonkel slechts een korte tijd in Gent gezeten had en al lang naar een concentratiekamp in Duitsland overgebracht was. De Duitsers aten het eten zelf op!” De oom van Frida overleefde het concentratiekamp en kwam na de oorlog terug. “Hij heeft veel verteld wat er allemaal in die kampen gebeurde”, zegt Frida. “Toen de oorlog bijna gedaan was begon hij goede hoop te hebben er toch levend en tamelijk ongehavend uit te komen. Al hebben ze hem de laatste dagen wel nog in zijn hand geschoten.”

Na de oorlog

Omer en Frida drukten heel wat pamfletten gedurende de oorlog en zetten meer dan eens hun leven op het spel. Na de oorlog – in 1946 – kregen ze nog een enorme belastingbrief van vijf jaar ver. “Dat was omdat we in het verzet zaten. Mijn man moest zelfs zijn moto waar hij zo aan gehecht was, verkopen om die belastingen te kunnen betalen. Zelf ging ik na de oorlog weer werken, tot ik drie kinderen had. Later, toen er één van hen ging studeren, moest ik toch opnieuw aan het werk.”

Frida werd na de Tweede Wereldoorlog uiteindelijk erkend als weerstander en kreeg net als haar man de graad van luitenant toegekend. In het Museum van de Weerstand ligt alles wat ten huize Vandemeulebroucke gedrukt en uitgegeven werd. Op de herdenking van het bevrijdingsfeest in 2014 werd ze voor het eerst gehuldigd. Dit jaar kon ze er niet bij zijn op de herdenking en daarom wordt ze nog eens apart gehuldigd. “Het gaat me niet over de bloemen, maar het doet toch deugd als mensen ons en ons werk willen erkennen“, zegt ze. Frida wordt gedecoreerd met de leeuw met sabels van het gewapend verzet.