100 jaar Spermaliehoeve: een eeuw vol geschiedenis

Jo Mehuys, Anne-Sophie Vanhoutte-Vandemeulebroucke en Wies Mehuys op het erf van de Spermaliehoeve. (foto LC)
Paul Bruneel

We schrijven 1920 als de Spermaliehoeve langs de Brugsesteenweg 41 heropgebouwd wordt na WO I. Nu 100 jaar later is het boeiend even stil te staan bij de lange geschiedenis die de hoeve met zich meedraagt. Want ze is in werkelijkheid nog veel ouder.

In 1920 werd de Spermaliehoeve heropgebouwd nadat ze beschadigd raakte door het oorlogsgeweld. De hoeve heeft echter een veel langere voorgeschiedenis en bij het binnenrijden staan op de imposante inrijpoort al enkele verwijzingen naar die bewogen tijden die teruggaan naar Jonkvrouwe Gela en de Cisterciënzerinnen omstreeks 1200.

De hofstede wordt sedert 1452 verpacht door de eigenaar, de familie de Crombrugghe de Loringhe. Huidige pachter is de familie Mehuys. Wijlen Godfried Mehuys kwam met zijn ouders vanuit Gottem aan op de hoeve in 1938. Samen met zijn echtgenote Ghislaine Decroos kreeg hij drie kinderen, Greet, Bart en Jo. Deze laatste zette de activiteiten op de hoeve verder met zijn echtgenote Anne-Sophie Vanhoutte-Vandemaele en zij hebben twee zonen: Wies (21) en Benjamin (18). Anne-Sophie spitst zich toe op het hoevetoerisme en de taalkampen voor kinderen van 6 tot 12 jaar.

Geboren verteller

Anne-Sophie: “Ik kwam in 1996 op de hoeve terecht en ik vond het fijn om het toerisme er verder te zetten in de vorm van boerderijklassen en -kampen. We hebben een vleugel van de vierkantshoeve verbouwd tot gastenverblijf en in 2018 zijn we gestart met speelse taalkampen Frans.”

Jo is de landbouwer en Wies en Benjamin helpen mee waar nodig. Godfried Mehuys was een geboren verteller en zijn ervaringen werden neergeschreven op grote panelen die opgesteld staan op de hoeve. Zo komen we straffe verhalen te weten waaronder het verhaal van 1 januari 1943 toen twee ‘feldgendarmen’ op de hoeve arriveerden op zoek naar een deserteur. “Wij wisten nergens van”, liet Godfried optekenen. “Maar toen ze vertrokken waren bleek er toch een Oostenrijker boven de paardenstal aanwezig te zijn. Bij zijn vertrek toonde hij een grote revolver en zei dat hij de eerste Duitser die hij tegenkwam zou neerschieten. We vernamen later dat een deserteur in Diksmuide het leven liet.”

Op de vlucht

Tijdens de oorlog kende de Spermaliehoeve ook een bewogen tijd. Tijdens de 18-daagse veldtocht in de meidagen van 1940 waren er heel wat mensen op de vlucht. De zolders van de hoeve zaten vol met mensen en de stallingen werden aangewend om zieke en gewonde legerpaarden te verzorgen. Tussen de vluchtelingen waren ook drie religieuzen met een groep kinderen. De overste, een bejaarde dame, kreeg van de familie Mehuys de logeerkamer, niet wetende wie de dame was. Later bleek dat het prinses Josephine was, de zus van koning Albert I. Nog in mei 1940 werd op de binnenkoer een Duitse soldaat begraven door zijn kompanen. Het stoffelijk overschot werd later overgebracht naar het Duits militair kerkhof van Lommel. Op de plek waar de Duitser begraven werd staat nu een treures. De hoeve vormde ook het decor voor de opnames van het jeugdfeuilleton Midas in 1967. Heel wat bekende acteurs waren toen van de partij. Ook andere filmploegen, waaronder deze van het programma ‘Voor boer en tuinder’ vonden de weg naar de Spermaliehoeve. Jo Mehuys is een tevreden man: “Er is hier altijd beweging, in de week zijn er kampen en in het weekend ontvangen we logies. Er valt hier altijd wel iets te beleven en dat maakt ons gelukkig.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier