10.000 stappen in Lendelede: “Zonder zon zal ik heel veel pillen moeten slikken”

Het Patrijzenbos. © Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Volgens de weerberichten zit ik goed. Het zal een droge, zonnige dag worden met eventueel in de late namiddag kans op een buitje. 10.000 stappen en vier seizoenen later heb ik er weer een argument bij om nooit meer de weerberichten te geloven. Gelukkig is een schuilplaats nooit veraf in Lendelede. En is zowat ieder mens die er woont een geboren verteller.

Staalblauwe lucht in de voormiddag. Strakke, koude wind wel, maar de krokussen en de lelies staan al in bloei en mijn voeten snakken naar stappen. Vraag me niet hoe, maar ik ben nog maar 471 stappen ver als ik bij een blok kom te staan, waar in melkkoeien van letters te lezen valt dat dit het Diensten- en Ontmoetingscentrum is. De man die ik er ontmoet, heet Wim Dierick. Zijn bleke ogen passen bij zijn witgrijze krullen. Dat hij een sprekend gezicht heeft, komt ook doordat hij graag praat. Zo kom ik te weten dat hij beroepsmuzikant was voor hij in Lendelede bij de cultuurdienst werkte. In een ver verleden zat hij in het kwintet van de legendarische Theo Mertens en als Vaya Con Dios wat extra blaaskracht kon gebruiken, stond hij naast Dani Klein op het podium. Tegenwoordig kan je hem nog op trompet en accordeon bezig zien en horen bij de Turbo Alive Band. Maar inmiddels werkt hij dus 17 jaar met veel enthousiasme in Lendelede.

God de vader met de lampen op het dorpsplein.
God de vader met de lampen op het dorpsplein.© Kurt Vandemaele

“Kijk, Lendelééft, ons tijdschrift”, hij zwaait ermee. “We doen ons best om zo veel mogelijk leven in de brouwerij te brengen.” Op zijn computerscherm staat een artikel dat voor het nieuwste nummer van Lendelééft bestemd is. Het gaat over een actie waarbij iedere boom die verdwijnt, vervangen wordt door twee nieuwe. Waar ik verkeerdelijk uit afleid dat er vroeger de helft minder bomen stonden in Lendelede. “Nee, de bedoeling is dat er dubbel zoveel bijkomen”, lacht hij. “Hopelijk verdwijnen er dan binnenkort veel bomen”, zeg ik nog voor ik hem innig de hand schud en zelf verdwijn.

Roland Garros

Op het dorpsplein is er geen groter licht dan God de vader, die staat te blinken met lampen rond zijn hoofd. De kerkdeur staat open. Ik ga binnen, stop 20 cent stoelgeld in de bus en ga zitten. Blij dat je er bent lees ik op een affiche. Er is niets mis met de kerk, maar zo zonder mis, is er toch weinig sfeer. Ik stap op.

Kasteel Dassonville.
Kasteel Dassonville.© Kurt Vandemaele

Met heimwee kijk ik naar het kasteeltje van Dassonville, met voorsprong het mooiste gebouw van Lendelede. Ooit strompelde ik daar na een trouwfeest dronken buiten. Op het dorpsplein is er nog een café of vijf. Ja, Lendelede leeft waarlijk. Ook De Drie Koningen bestaat nog. Tijdens WO I hielden de Duitsers daar Roland Garros gevangen nadat ze hem uit de lucht hadden geschoten. Roland Garros was toen nog gewoon een heldhaftige gevechtspiloot, geen Frans tennistornooi. Er zijn opvallend veel bankjes en stoeltjes in Lendelede, van waarop je even van het uitzicht kunt genieten. Zelfs wanneer er niets te zien is.

In de Kuurnsestraat staan er zitbankjes met uitzicht op garages.
In de Kuurnsestraat staan er zitbankjes met uitzicht op garages.© Kurt Vandemaele

Zoals de stoeltjes in het begin van de Kuurnsestraat, met uitzicht op een rij garages. In de voortuintjes staat hier en daar al een bloempje in bloei waarmee mensen hun steentje bijdragen aan het straatbeeld. Maar veel grote kunst ontwaar je niet.

Tijdens WO I hielden de Duitsers Roland Garros gevangen in Lendelede nadat ze hem uit de lucht hadden geschoten

Tot ik in de Nieuwstraat manshoge metalen cijfers tegen een houten wand zie prijken. Het nummer 75. Een huis dat eruit durft te springen. Ik bel aan en word begroet door een man die zich voorstelt als Koen Vandewalle. “In één woord?”, vraag ik. “Ja, een man uit één stuk”, lacht hij. Een antwoord waarin je cynische humor of zelfspot zou kunnen horen, want Koen mankt als het gevolg van een zwaar motorongeval dat hem in ’92 wekenlang tussen leven en dood liet zweven. Zijn rechterbeen kan hij sindsdien niet meer plooien. Jarenlang verplaatste hij zich met een roeifiets, vandaag doet hij het met een hippe, zwarte elektrische retro-motorfiets, voorzien van het opschrift Me to You.

Koen Vandewalle poseert met zijn hippe, zwarte elektrische retro-motorfiets.
Koen Vandewalle poseert met zijn hippe, zwarte elektrische retro-motorfiets.© Kurt Vandemaele

“De naam van een stichting die altijd op zoek is naar fondsen voor het onderzoek naar leukemie”, legt hij uit. “Een vriendin is vijf jaar terug overleden aan de ziekte en sindsdien zetten mijn vrouw en ik ons in als vrijwilliger bij acties van de vereniging.” Zijn inzet voor mensen die het minder getroffen hebben, heeft vast ook te maken met wat hij zelf meemaakte. “Ja, ik besef nog iedere dag hoeveel geluk ik heb gehad”, zegt Koen. “Ik ben blij dat ik leef, ik heb een tweede kans gehad. Als mensen me zeggen dat ik chance heb gehad, zeg ik: Absoluut, en jullie hebben nog meer chance, want je hebt niets. Laat het dus een boodschap zijn voor iedereen. Geniet van het leven.”

De melkende burgemeester

Bij de Bergkapel sta ik eenzaam van het uitzicht te genieten terwijl ik tracht te vergeten dat ook deze buurt binnenkort verkaveld wordt. Wanneer het begint te druppelen, ren ik richting centrum. Een fikse hagelbui dwingt me even in één van de openstaande garages waar ik net gepasseerd ben en ik staar er naar de lege zitbankjes. De straten kleuren nog wit wanneer ik verder loop tot aan een grote kleerwinkel: Mostaert. Dat is meteen ook de naam van Mieke. Ze vertelt dat haar ouders in ’72 hun ijzerwarenzaak inruilden voor een kledingzaak. Binnen 2 jaar is Mieke 50. Zelf staat ze al van in ’88 in de winkel. “Ik was toen 18. Ik vind het nog altijd heerlijk om hier te mogen staan.” In de hele ruime winkel vinden dames en heren van alle leeftijden outfits voor alle gelegenheden. “Het aanbod is hier toch wel wat anders dan in de zaken die je in de stad zult aantreffen”, zegt Mieke Mostaert. “We trachten mee te gaan met de trends, maar we gaan niet vooruitlopen, niet extravagant doen. Als mensen hier iets passen dat hen niet staat, dan zal ik het ook zeggen. Als je door Mostaert gekleed bent, dan wil ik dat je mag gezien worden”, legt de joviale dame uit.

Mieke Mostaert van de gelijknamige kledingzaak.
Mieke Mostaert van de gelijknamige kledingzaak.© Kurt Vandemaele

Ik voel nog nattigheid als ik buitenkom en 326 stappen verder stap ik in het gemeentehuis bij een andere sterke vrouw binnen. Carine Dewaele zit er aan tafel met Jules, haar jongste kleinzoon. “Mensen komen hier dikwijls hun verhaal doen”, zegt ze. “Ze verwachten van mij dat ik luister en raad geef. Als vrouw kan ik me misschien wel iets makkelijker inleven in de gezinssituaties waarover het vaak gaat.” Ze is de burgermoeder van Lendelede. Altijd beschikbaar. “Mijn agenda laat dat ook toe. Omdat ik fulltime burgemeester ben en omdat onze kinderen het huis uit zijn. Ik heb er de tijd voor en ik maak er de tijd voor. Je gaat slapen en je staat op met dat burgemeesterschap. Bezorgdheid”, zegt ze. “Ik ben altijd bezorgd.” En toch is ze in de job gedonderd. “Ik ben gehuwd op m’n twintigste. Ik was van Ingelmunster afkomstig. Ik had mijn moderne humaniora gedaan, twee jaar op het secretariaat van een school gewerkt en toen ben ik mijn man gevolgd naar Lendelede. Waar hij melkveehouder was. Ik heb dertig jaar koeien gemolken. Hoe het kan lopen in het leven, nietwaar?” Of zoals Bredero (een Nederlands dichter, red.) eerder al zei: het kan verkeren.

Carine Dewaele, burgermoeder van Lendelede.
Carine Dewaele, burgermoeder van Lendelede.© Kurt Vandemaele

Zeshonderd stappen daar vandaan heeft Rudy Bruneel jarenlang alles wat hij deed met hart en ziel gedaan. Hij heeft van Lendelede een wielerdorp gemaakt. Als ploegleider van jonge wielrenners heeft hij monumenten als Tom Boonen en Stijn Devolder voor de toekomst klaargestoomd. Dat gebeurde allemaal vanuit Café De Kluisberg. “Tegenwoordig mag je niet meer roken, je riskeert gigantische boetes als je een pint te veel op hebt en zonder sportverenigingen kan je je café maar beter sluiten”, zegt Rudy. De Kluisberg wordt sinds een aantal jaren uitgebaat door zijn dochter Sofie. Zelf woont Rudy nog met zijn vrouw boven het café en als het druk is, steken vader en moeder nog wel eens een handje toe. “Ik heb destijds de krantenronde en het café gekregen van mijn ouders. Of ja, de uitbating ervan. Het was toen nog een huurcafé, pas later hebben we het gekocht. Maar zowel cafés als kranten hebben nu nog maar weinig toekomst. Mijn dochter zal het nog wel kunnen uitzingen. Maar daarna? Nee.”

Rudy Bruneel en dochter Sofie in café De Kluisberg.
Rudy Bruneel en dochter Sofie in café De Kluisberg.© Kurt Vandemaele

Vorig jaar organiseerde Rudy samen met zijn maten van Lendelede Koerse het Belgisch Kampioenschap voor Nieuwelingen. Dat hoopt hij volgend jaar nog eens over te doen. “Onze burgemeester heeft daar enorm veel voor gedaan. Dat is een ongelooflijk dul madamke.” Ook op politiek vlak heeft hij heel veel respect voor haar. “Maar ik heb zeventien kleuren in de politiek. Afhankelijk van wie en wat ik nodig heb”, zegt hij. “Dat duurt het langst.”

Groenbeleving

Hij kijkt naar buiten en wijst naar de overkant. “Ze gaan hier een hele wijk zetten voor mijn deur. Hopelijk met volk dat af en toe dorst heeft. Dat het café kan blijven draaien. Hier rechtover zou een appartementsblok komen. Hopelijk blijft de burgemeester met haar gebouw een meter of twintig van de weg af, zodat ik mijn zon niet verlies. Ik heb een bypass en ik heb veel vitamine D nodig. Zonder zon zal ik heel veel pillen moeten slikken.” Voor een man die zijn hele leven in de drank heeft gezeten, is zijn humor echt wel kurkdroog.

Rudy kan natuurlijk ook in het kersverse Patrijzenbos terecht om wat frisse lucht en zonneschijn te halen. 2.500 stappen in de Kuurnestraat. Om vervolgens 1.500 drassige stappen tussen de jonge boompjes te zetten. Als dit een bos is, ben ik een reus. Maar modder is er wel en deze groene long zal groeien. Dat doen bomen.

De gemeente heeft de Hoeve Vercamer gekocht, daar vlakbij. “We gaan er een ontmoetingscentrum van maken voor natuuractiviteiten en groenbeleving. Er zitten wat diertjes en je kan er met de familie komen picknicken”, vertelde de burgermoeder me nog. Mijn bottines wegen als lood. Maar ik stap nog naar Sint-Katherina, het gehucht dat bij de fusies in ’76 onder Heule, Kuurne en Lendelede werd verdeeld. Geen buurgemeente die Lendelede toen wou opslorpen. Wisten zij veel hoezeer Lendelééft.

Stappen in de modder tussen de bomen.
Stappen in de modder tussen de bomen.© Kurt Vandemaele