Zo overtuig je kandidaten om op je verkiezingslijst te staan: “Bluvn kaffie drinken”

© BELGA
Ilse Naudts

In alle gemeenten zijn partijen nu volop in de weer om kandidaten te ronselen voor hun verkiezingslijsten. Een heel gepuzzel: voldoende mannen en vrouwen, uit elke deelgemeente iemand, kandidaten uit het verenigingsleven… Wie een groot netwerk heeft, krijgt dikwijls de vraag om ‘mee te gaan’, vanuit allerlei politieke hoeken. Welke argumenten geven dan de doorslag? En hoe overtuig je kandidaten?

De gemeenteraadsverkiezingen leggen op 14 oktober in je gemeente de machtsverhoudingen vast. Het toppunt van democratie? Misschien is de lijstvorming binnen de partijen nog belangrijker. Want alleen op die kandidaten zal je kunnen stemmen. Op nationaal vlak is die lijstvorming een scherpe machtsstrijd om de hoogst mogelijke plaats. Maar op lokaal vlak is het vaak een hels karwei om de lijst gevuld te krijgen.

Kleur bekennen

Kurt Windels stelt als onafhankelijk burgemeester in Ingelmunster een lijst samen met kandidaten van De Brug, N-VA, Open VLD en een aantal onafhankelijken. “En dat is mijn grootste argument om kandidaten te overtuigen. Bij ons moeten ze geen kleur bekennen. Liefde voor de gemeente: dat is de enige voorwaarde.” Datzelfde verhaal bij Dominique Stove in Izegem. “De partij Stip heeft geen kleur. Doordat we volledig nieuw zijn, kunnen we onze kandidaten veel inspraak geven.”

Dat is mijn grootste argument om kandidaten te overtuigen. Bij ons moeten ze geen kleur bekennen

Bij kartellijsten en centrumpartijen is je politieke ideologie niet altijd doorslaggevend. Dat is wel zo bij Vlaams Belang. “Wij hebben veel sympathisanten en medewerkers die suggesties doen, maar niet durven opkomen”, zegt Bruggeling Yves Buysse. “Wat gaan de mensen denken: die schrik zit er nog altijd in. Vooral zelfstandigen blijven naar de buitenwereld toe liever neutraal. In grote steden loopt het deze keer vlotter dan verwacht, maar in kleine gemeenten blijft het moeilijk. Als je een geëngageerde kandidaat vindt die er schwung in kan brengen, gaat het wel beter. Zoals in Nieuwpoort met Johan Vanblaere. Maar we zijn vanuit het provinciebestuur vandaag voorzichtiger dan vroeger. Liever kwaliteit dan kwantiteit. Onze ambitie is niet zoveel mogelijk lijsten en zoveel mogelijk mensen. We willen de kandidaten screenen.”

Als je mannen voor 60 procent overtuigd hebt, doen ze over het algemeen wel mee. Vrouwen moet je 100 procent overtuigen

Dat er minstens evenveel mannen als vrouwen op de lijst moeten staan, ligt wettelijk vast. “Een kwalitatief voordeel”, vindt Kurt Windels, burgemeester van Ingelmunster. Maar het vinden van vrouwen is lastig. “Als je mannen voor 60 procent overtuigd hebt, doen ze over het algemeen wel mee. Vrouwen moet je 100 procent overtuigen en dan engageren ze zich voor 200 procent. Bij hen is het alles of niets.”

Tijd, of toch het gebrek eraan, is het belangrijkste argument om geen politiek engagement aan te gaan. “De moeilijkste profielen zijn dertigers en veertigers“, zegt Pol Van Den Driessche (N-VA). “Mijn zoon Roeland was in zijn gemeente Oostkamp gevraagd om op de lijst te staan. Hij is politiek geïnteresseerd, maar heeft een drukke job, een huis, een kindje… Een hele drukke levensfase. Het is begrijpelijk dat mensen het dan niet zien zitten om in de politiek te stappen.”

Dat verhaal is ook in veel andere gemeenten te horen. “Het zijn gegeerde profielen. Vaak zijn dezelfde mensen ook al door andere ‘lijstvormers’ aangesproken”, bevestigt Kurt Windels. “In de politiek zoek je mensen die hun wortels hebben in het verenigingsleven, mensen die veel mensen kennen en zich graag inzetten voor hun omgeving. Kinderen, carrière, engagement in de ouderraad en de sportclub… Dan kan dat politiek engagement er soms echt niet meer bij.”

Zo overtuig je kandidaten om op je verkiezingslijst te staan:
© BELGA

“Zeker in die doelgroep is vooral het vinden van vrouwen moeilijk”, zegt Miguel Stevens van CD&V Ieper. “Wij hebben mannen moeten teleurstellen, maar hebben wel nog drie plaatsen voor vrouwen open staan. In deelgemeente Dikkebus hebben we nog niemand.” In je eigen omgeving is het vaak makkelijker te ronselen dan buiten je kennissenkring. “Ik ben nu zes jaar voorzitter en heb al die jaren naar geschikte kandidaten gezocht”, zegt Miguel Stevens. “Het begin is het moeilijkste. Zodra je een of twee sterke namen naar voren kan brengen, gaat de bal aan het rollen. Zij brengen op hun beurt interessante kandidaten aan en overtuigen mee. De laatste gaatjes zijn opnieuw niet evident.”

Het is moeilijk om mensen van allochtone afkomst te motiveren om op je lijst te staan als je niet verankerd zit in hun netwerk

Voor Groen is vrouwen vinden dan weer geen probleem. “In Oostende zeker niet”, zegt Wouter De Vriendt. “In lokale afdelingen is het soms wat meer puzzelen, zeker op de plaatsen waar we voor het eerst opkomen. Dan kan je niet werken op automatische piloot. Voor Groen is het ideologische profiel van de kandidaten erg belangrijk. Duurzame mobiliteit, levenskwaliteit… Thema’s die in ons DNA zitten. Het is moeilijk om mensen van allochtone afkomst te motiveren om op je lijst te staan als je niet verankerd zit in hun netwerk. In Oostende hebben we een duurzame band met verscheidene allochtone organisaties. Daar lukt het. In andere gemeenten is dat niet altijd iets dat je in de laatste maanden nog kan realiseren.” Al helpt het in Oostende ook dat Groen bijna het enige alternatief is naast de stadslijst van Johan Vande Lanotte (SP.A). “Wellicht wel”, geeft Wouter De Vriendt toe. “En het speelt ook mee dat ik nationaal politiek actief ben.”

Voor een machtspartij met bekende gezichten is het dus makkelijker om de lijst gevuld te krijgen. “Dat klopt”, zegt Daniël Vanhessche, burgemeester van Jabbeke, waar CD&V sinds jaar en dag een absolute meerderheid heeft. “Onze lijst ligt al meer dan een maand vast. Wij hebben mensen moeten teleurstellen.”

Partijen zoeken heel verschillende profielen: vrouwen en mannen, jongeren en senioren, cultuurliefhebbers en sportlui, vrije beroepen, arbeiders, onderwijzers… Het helpt om iemand te overtuigen in een thema dat hem of haar aanbelangt: “Iemand die luidop ijvert voor een veiligere straat, kan je daarover aanspreken en vragen of hij of zij dat punt via de politiek wil helpen realiseren”, zegt Pol Van Den Driessche (N-VA). “Iedereen moet zichzelf kunnen herkennen in de lijst. Wie kan er beter meepraten over toegankelijkheid dan iemand met een beperking? Wie kan er beter zijn visie geven over integratie dan iemand met buitenlandse roots? Alle thema’s in je stad moeten op je lijst zoveel mogelijk vertegenwoordigd zijn.”

Verzuiling

Naast die verschillende profielen speelt bij CD&V hier en daar de verzuiling nog mee. “Ik zou het liever anders zien, maar bij ons moet er op de lijst flink onderhandeld worden over de vertegenwoordig van de middenstand, de landbouw en het ACW“, erkent Daniël Vanhessche. Dat is minder in grote steden. “De zuilen zijn bij ons uitgespeeld”, zegt Jean de Bethune van CD&V Kortrijk. “Er staan natuurlijk nog mensen met een achtergrond uit de zuilen op onze lijst, maar wij trekken resoluut de kaart van de vernieuwing. En als je wil vernieuwen, moet je dat geloofwaardig doen. Als onze kandidaten enthousiast en geloofwaardig zijn, kunnen ze kiezers makkelijker overtuigen. 80% van onze lijst is nu gevuld.”

Helpt het om te blijven vragen en te overtuigen? “Dat denk ik niet”, zegt Mercedes Van Volcem van Open VLD Brugge. “Voor mij is het gevoel soms belangrijker dan het juiste profiel. In het begin moet er vooral een klik zijn en pols je nog niet te veel naar de politieke ambities. Wanneer je dan de vraag stelt en de kandidaten niet van in het begin enthousiast reageren, zijn ze volgens mij nooit 100% geëngageerd. Soms hebben mensen veel vragen en twijfels. Dan helpt het natuurlijk wel om de dingen uit te leggen. Wat is dat eigenlijk, gemeentepolitiek? Wat wordt er verwacht? Je moet tijd nemen, maar doorduwen werkt volgens mij niet.”

Pol Van Den Driessche (N-VA), die kandidaten ronselt in dezelfde stad, denkt daar anders over. “Mijn tactiek? Bluvn kaffie drinken… Vragen beantwoorden. Je project uitleggen… Met Nele Caus, de vrouw die op onze lijst de tweede plaats heeft, hebben zowel mijn voorzitter Dirk Barbier als ikzelf verscheidene gesprekken gevoerd. Ik had al bijna de hoop opgegeven, maar na een laatste gesprek van meer dan drie uur, en verschillende koppen koffie, hebben we haar toch over de streep gehaald. Dat maakt haar zeker niet minder gemotiveerd.”

Al is bekendheid dikwijls belangrijker dan het engagement. Uiteindelijk gaat het over hoeveel stemmen je achter je naam krijgt. Of zoals Kurt Windels het formuleert: “De verkiezing blijft een bollekeskermis.”