Wouter De Vriendt: “Vlaamse Visveiling draait op kosten van de gemeenschap”

"De lusten voor de privé, de lasten voor de overheid, dat gaat niet", vindt Groen-Kamerlid Wouter De Vriendt (rechts), hier met Oostends Groen-voorzitter Kristof Cornelis.
Redactie KW

Volgens Groen-politicus Wouter De Vriendt draait de Vlaamse Visveiling op kosten van de gemeenschap. Twee derde van de personeelsleden worden als vislosser betaald en krijgen naast hun verloning nog een werkloosheidsvergoeding.

Het zit zo: van de 120 tot 130 personeelsleden van de Vlaamse Visveiling in Zeebrugge en Oostende zijn er 80 erkend als vislosser. Het statuut is niet alleen toegekend aan vislossers- en sorteerders, maar ook aan mensen die veilen, logistiek werk doen, poetsen… in de visveiling. “Ook een poetsvrouw is dus officieel vislosser, op voorwaarde dat ze ook de veilingvloer schoonmaakt en niet enkel de burelen”, zegt Wouter De Vriendt. De regeling is conform de cao, die door de Vlaamse Visveiling, de reders en de vakbonden werd onderhandeld onder het voorzitterschap van een sociaal bemiddelaar van de RVA.

“Maar door een KB uit 1991 wordt een vislosser als fulltime werknemer beschouwd, ondanks het feit dat met dagcontracten gewerkt wordt”, aldus Wouter De Vriendt. “Daardoor kunnen al deze werknemers nog werkloosheidsuitkeringen bovenop hun loon genieten voor de dagen waarop ze geen contract hebben en dit ongeacht het aantal uur per week dat ze met dagcontracten presteren. Concreet wordt in de Vlaamse Visveiling drie dagen per week geveild, uitzonderlijk eens vier, maar op die dagen wordt tien tot twaalf uur per dag gepresteerd, zodat de werknemers de facto aan een fulltime loon komen.”

“Dit moet stoppen”

“Het regulier loon voor de vislossers is aan de lage kant, maar de werkloosheidsuitkering komt daar bovenop. De kost voor de overheid, realistisch geschat, bedraagt 576.000 euro per jaar. Dit moet stoppen. Het misbruik moet opgespoord en aangeklaagd worden. Het statuut van vislosser moet veel strikter worden toegekend, de controle op het paritair comité moet worden aangescherpt en het statuut zelf dient te worden aagenpast, want een dagcontract is niet meer aangepast aan de realiteit van de werkvloer. Een normaal voltijds contract met glijdende uren zou beter zijn. Ook moeten de controles op het systematisch presteren van overuren opgevoerd worden.”

Volgens Wouter De Vriendt bestaat binnen de RVA veel onvrede over deze regeling. Hij zal minister van Werk Kris Peeters en staatssecretaris voor Sociale Fraude Bart Tommelein over de kwestie ondervragen in de Kamer. (HH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier