Wilfried Vandaele: “Ik heb een rotkarakter. Dat werkt in de politiek”

Wilfried Vandaele: "Vroeger was ik tegen die cumul. Vandaag zie ik dat anders." © Christophe De Muynck
Redactie KW

Wilfried Vandaele, fractievoorzitter van N-VA in het Vlaams parlement, betreurt het geruzie tussen zijn partij en Open VLD. De burgemeester van De Haan waarschuwt voor de werking van de Vlaamse regering. Wij hebben een uitgebreid gesprek over de gevoelige betonstop, zijn politieke ambities en de gevolgen van corona. Of we hem de hand mogen schudden? “Zolang u maar niet begint te kussen”, knipoogt hij.

Het statige gemeentehuis van De Haan is onze plek van afspraak. In het bureau van de burgemeester hangt een portret van Albert Einstein. Het Duitse genie verbleef zes maanden in deze badplaats, in Villa Savoyarde, in het woelige jaar 1933. De nazi’s hadden net de macht gegrepen in zijn vaderland. “Dit portret is geschilderd door Alfons Blomme, een Roeselarenaar”, weet Wilfried Vandaele. “We hebben nóg werken over Einstein in het gemeentehuis hangen. Ik zal ze u na het gesprek tonen. U ziet: wij zijn fier op onze bekendste inwoner. Wist u trouwens dat ook Herman Van Rompuy hier een huis heeft? Dat is onze tweede bekendste inwoner. Ik heb hem destijds ereburger gemaakt, toen ik nog schepen van Cultuur was. Dat werd niet door iedereen gewaardeerd, omdat hij geen vaste inwoner is.”

“Ik had geweigerd om fractievoorzitter te worden, maar na twintig uur ben ik bezweken voor Bart De Wever”

Wilfried Vandaele is meteen op dreef. Hij praat enthousiast over zijn gemeente. O ja, we schudden elkaar de hand vooraleer we plaatsnemen. Of dat eigenlijk nog mag, nu het coronavirus dit land in de ban heeft? “Zolang u maar niet begint te kussen”, knipoogt hij.

Uw collega van Sint-Lambrechts-Woluwe neemt zware maatregelen. Wie terugkeert van een risicogebied, wordt er twee weken de toegang ontzegd tot scholen, gemeentelijke gebouwen en openbare plaatsen.

Wilfried Vandaele: “Dat is overdreven, vind ik. We moeten niet panikeren. Al ben ik wel verrast door de snelle verspreiding van het virus. Ik merk ook dat veel mensen ongerust zijn. Wij voorzien nog geen maatregelen. (denkt na) Ik zou zelfs niet weten wat ik kan doen.”

Elkaar niet meer kussen, zo adviseert minister Maggie De Block (Open VLD).

“Wat wij dus niet gedaan hebben. Oef. (lacht) Neen, ik ga als burgemeester geen hygiënisch advies geven. Ik kan me wel voorstellen dat er moet nagedacht worden over grote toeristische evenementen. Maar dat is nu nog niet aan de orde in De Haan. Ik hoop dat het virus tegen de zomer verdwenen is.”

Wilfried Vandaele:
Wilfried Vandaele: “Ik wil vooral vermijden dat de federale strubbelingen het Vlaams niveau onder druk zetten.”© Christophe De Muynck

Zijn telefoon rinkelt. “Het is Zuhal (Demir, Vlaams minister van Omgeving, red.). Die moet ik opnemen.” Het gesprek gaat over de bouwshift, of betonstop, het plan van de Vlaamse regering om na 2040 geen open ruimte meer in te nemen. Deze week kwam in het nieuws dat dat plan minstens twaalf miljard euro zal kosten. “Dat wordt een dure grap”, zegt Wilfried Vandaele, eenmaal de telefoon neerligt. “Ik heb dat voorspeld. Maar we moeten iets doen. Ik ben voorstander van de bouwshift. U weet dat ik een groene jongen ben. We moeten onze open ruimte maximaal bewaren. De vraag is nu hoe we de mensen gaan compenseren.”

Of gaat dat plan de vuilnisbak in?

“Ik mag hopen van niet. We moeten alleen nadenken over de compensaties. Is het nodig om alle mensen voor honderd procent te compenseren met klinkende munt? Dát zou gigantisch veel geld kosten. Maar er zijn alternatieven. Verhandelbare bouwrechten bijvoorbeeld. (denkt na) Dit is geen eenvoudig dossier. Het zogenaamde instrumentendecreet moet de middelen aanreiken om mensen te compenseren als hun grond een andere bestemming krijgt. Dat wordt nu de uitdaging: ervoor zorgen dat dat haalbaar en betaalbaar is.”

U behoort tot de groene flank van uw partij. Eerlijk: kan u tevreden zijn met de klimaatambities van deze Vlaamse regering?

“Het kan altijd ambitieuzer. Anderzijds heb ik liever een regering die waarmaakt wat ze belooft dan een regering die vooral luid roept. Wij zouden ook kunnen beloven dat we Vlaanderen klimaatneutraal gaan maken tegen 2050. Wie gaat u op het matje roepen als dat niet lukt? Ik zal er niet meer zijn. Zuhal zal dan ook al met haar rollator op zwier zijn. Ik vind het daarom verstandig om realistische doelstellingen voorop te zetten die vervolgens ook gehaald worden.”

“De federale impasse weegt op de Vlaamse regering. Het geruzie tussen partijen doet daar geen goed aan”

U was in de vorige legislatuur vaak streng voor Joke Schauvliege (CD&V). Zal u even streng zijn voor uw partijgenote Zuhal Demir die haar opvolgt?

“Zeker. Maar ik zal het debat intern voeren. Dat is niet abnormaal, denk ik. Ik geloof wel in Zuhal. Zij heeft een slecht karakter. Dat kan helpen om iets in beweging te zetten. Ik merk dat bij mezelf. Ik heb ook een rotkarakter. Dat werkt in de politiek. (knipoogt) Ze heeft bovendien ijzersterke mensen op haar kabinet. Ik denk soms dat dat het probleem van Joke Schauvliege was. Zij werd niet goed omringd.”

Was u niet graag die belangrijke Klimaatminister geweest?

“Neen. Ik zou zelfs neen gezegd hebben, mocht die vraag gekomen zijn. Ik ben zestig jaar, hé. Het is goed dat mijn partij kiest voor jonge mensen. Bovendien heb ik de inwoners van De Haan beloofd om zes jaar lang burgemeester te blijven. Ik ga die belofte niet verbreken voor een ministerpost.”

Wilfried Vandaele:
Wilfried Vandaele: “Confederalisme, federalisme, meer autonomie, onafhankelijkheid: dat is allemaal terminologie, hé.”© Christophe De Muynck

Was u ontgoocheld dat u geen voorzitter van het parlement mocht blijven?

“Ook niet. Want ook dan had ik wellicht moeten kiezen. (denkt na) Ik ben eigenlijk toevallig voorzitter geworden na de akkefietjes van Kris (Van Dijck, die in opspraak kwam in een fraudezaak, maar vrijgesproken werd, red.). Ik kon toen onmogelijk neen zeggen. Ik heb dat drie maanden graag gedaan, maar ik was niet ontgoocheld dat Liesbeth Homans (N-VA) daarna de fakkel overnam. Ik meen het als ik zeg dat ik niet zat te wachten op die opdracht. Ik ben nu fractievoorzitter. Dat is eveneens een grote verantwoordelijkheid. Ik heb dat aanvankelijk zelfs geweigerd, maar na twintig uur ben ik toch bezweken voor de argumenten van Bart De Wever. Ik vind die koppeling tussen lokale en nationale politiek wel belangrijk. Vroeger was ik tegen die cumul. Vandaag zie ik dat anders. Ik vind het een voordeel om de wetgeving aan de praktijk te kunnen toetsen.”

De Vlaamse regering is nu vijf maanden bezig. Wat is uw eerste balans?

“Deze regering is een doorstart van de vorige regering. De coalitiepartners zijn dezelfde gebleven. Dat heeft zo zijn voordelen. We kunnen voortbouwen op wat toen op de rails gezet is. Maar dat heeft ook nadelen. De knelpunten van toen zijn niet allemaal opgelost. De bouwshift is één voorbeeld. Dat is geen makkelijke kwestie voor de drie partijen. Voorts merk je dat de federale impasse weegt op de Vlaamse regering. Ik betreur dat. Het was nochtans de bedoeling dat de drie coalitiepartners één front zouden vormen op federaal niveau.”

Bart Somers, viceminister-president voor Open VLD, ontkent dat een dergelijke afspraak is gemaakt.

“Tja. Wat kan ik daarop zeggen? (aarzelend) Dat is misschien niet neergeschreven, maar dat is wel zo afgesproken. Het zal u niet verbazen dat mijn partij wil bewijzen dat Vlaanderen wérkt, dat de Vlaamse regering wérkt. Het geruzie tussen de partijen doet daar geen goed aan.”

Waarom doet uw partij dan zo haar best om Open VLD buiten te pesten? Op Twitter werd zelfs gepost dat Gwendolyn Rutten privileges verkiest boven principes. Dat is toch ongeziene kritiek op de voorzitter van een coalitiepartner?

“U noemt dat pesten. (even stil) Je zou dat ook omgekeerd kunnen bekijken. Mogen wij niet verwachten van onze coalitiepartners dat ze aan hetzelfde zeel trekken op federaal niveau? Iedereen weet toch dat de uitvoering van het Vlaams regeerakkoord voor een stuk afhankelijk is van het federaal regeerakkoord? Het gehakketak is begonnen in december toen mevrouw Rutten een federale regering wou vormen zonder mijn partij. Dat was niet netjes. Dat heeft kwaad bloed gezet. Maar goed: het is niet zo dat wij de liberalen buiten willen. Als u dat denkt, zit u fout.”

Was u gelukkig met die post op sociale media?

“Ik was op vakantie toen dat gelanceerd werd. Ik heb dat niet gezien en ik ga dat nu ook niet meer analyseren. Dat is voorbij.”

Maar was u gelukkig daarmee?

(blaast) “U stelt lastige vragen. Een partij moet soms een moeilijke spreidstand maken tussen communicatie en beleid. Ik kan dat begrijpen. Ik probeer als fractievoorzitter vooral goed overeen te komen met de coalitiepartners. Dat lukt ook. Ik wil trouwens benadrukken dat de verstandhouding in de regering wél goed is, ondanks het geruzie tussen de partijen in de pers. Verder is dit allemaal heel delicaat.”

Daarom bent u zo voorzichtig.

“Dat ziet u goed. (glimlacht) Ik wil vooral vermijden dat de federale strubbelingen het Vlaams niveau onder druk zetten. Dat is al geen gemakkelijke opdracht.”

Wat zou een federale Vivaldi-coalitie, dus zonder N-VA, betekenen voor de Vlaamse coalitie?

“Dat zou geen cadeau zijn. Dat zou de regering zelfs zwaar onder druk zetten. Maar ik ga niet te veel vooruit lopen op de feiten. Dat is ook afhankelijk van de inhoud van een eventueel regeerakkoord.”

Iets anders. Deze Vlaamse regering ligt opnieuw overhoop met de culturele sector. Dat moet wringen voor de cultuurliefhebber die u bent?

“Dat is inderdaad zo. Dat wringt. Ik betreur dat. De N-VA is al enkele jaren de kop van Jut voor een deel van de culturele sector. Men heeft het vooral gemunt op het begrip identiteit. Zij vinden dat een bekrompen begrip. Ik niet. Ik vind identiteit een open en dynamisch begrip. Ik hoop dat we met wat goede wil toch weer tot een betere verstandhouding kunnen komen.”

Wat moet daartoe gebeuren?

“We moeten vooral meer in gesprek gaan met elkaar. Alleen zo kunnen vooroordelen weggewerkt worden. Dat zal van twee kanten moeten komen. Ik geef grif toe dat er ook bij ons mensen zitten die vooroordelen hebben over de culturele sector.”

“Confederalisme kan België redden”

U bent een N-VA’er van het eerste uur. U hebt de breuk van de Volksunie meegemaakt. Generatiegenoten van u vrezen een herhaling van dat scenario. Hoe ziet u dat?

“Dat zal niet gebeuren. De omstandigheden zijn anders. De Volksunie was een partij met vele kleuren. Een zelfstandig Vlaanderen was het gezamenlijke doel. De N-VA wordt anders georganiseerd. Veel strakker. Dat is maar goed ook. We beseffen allemaal dat we naar buiten toe aan één zeel moeten trekken. Intern mag er stevig gedebatteerd worden, maar eenmaal een beslissing genomen is, moet iedereen die verdedigen.”

Is een onafhankelijk Vlaanderen nog altijd het einddoel?

(blaast) “Confederalisme, federalisme, meer autonomie, onafhankelijkheid: dat is allemaal terminologie, hé. Het gaat erom dat een land goed bestuurd kan worden. Dat lukt niet met België. Daarom willen wij een andere constructie.”

Kan de federale impasse leiden tot het einde van België, denkt u?

(ontwijkend) “Wat is dat dan, het einde van België? Als de rol van België beperkt is, dan kunnen wij daarmee leven. De regio’s moeten zo veel mogelijk autonomie genieten: dat is ons voornaamste doel. Wat daarna overblijft op confederaal niveau, kan gezamenlijk bestuurd worden door afvaardigingen van de Vlaamse en Waalse regering. Je zou zelfs met enige ironie kunnen stellen dat het confederalisme de redding kan zijn van België en van zijn koning.” (lacht)

Een belangrijk twistpunt in uw partij is coalitievorming met Vlaams Belang. Wat vindt u daarvan?

“Die vraag is niet aan de orde. Er is geen meerderheid mogelijk met Vlaams Belang.”

Zou ú in een coalitie kunnen met Vlaams Belang?

“Ik ben een democraat. Ik zou me neerleggen bij de beslissing van de meerderheid. Maar u kent mijn imago. Ik ben meer de man van de zachte waarden, de groene jongen. Dat behoeft niet meer uitleg.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier