Vlaams Parlementslid Kurt Vanryckeghem (CD&V) doet opvallende oproep voor nieuwe samenwerking: “Laat ons eerlijk zijn, CD&V en N-VA zijn tweelingbroers”

Kurt Vanryckeghem: “Een burgemeester kan het verschil maken, een parlementslid amper of niet. Ik vraag me dikwijls af wat ik daar zit te doen, in die plenaire zittingen.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Kurt Vanryckeghem neemt binnen twee jaar definitief afscheid van de politiek. Op een hoogtepunt, zo zegt het Waregemse CD&V-boegbeeld zelf. Het betekent dat het parlementslid vrijuit kan praten. En dat doet hij ook. Over de toekomst van zijn partij bijvoorbeeld. “Je kan niet blijven afbrokkelen. Een nieuwe samenwerking met N-VA zou logisch zijn.” Maar ook over het cadeau van Barack Obama…

Kurt Vanryckeghem

• Geboren op 14 oktober 1965 in Waregem

• Kinesitherapeut van opleiding

• Woont in Waregem

• Zelfstandig kinesist van 1988 tot 2001

• Schepen in Waregem van 2001 tot 2006

• Burgemeester van Waregem van 2007 tot vandaag

• Vlaams Parlementslid van 2019 tot vandaag

Het stadhuis van Waregem. Het bureau van de burgemeester is gelegen op de derde verdieping. Mijn oog valt op de vele paarden die de ruimte kleur geven. Een ijzeren versie, een pluchen versie, een kunstzinnige versie, noem maar op. Waregem, de stad van het paard, is fier op zijn embleem. “Waregem Koerse bestaat zelfs 175 jaar en is het grootste eendaagse sportevenement in België”, zegt de fiere burgervader Kurt Vanryckeghem (CD&V). In juni kondigde de man zijn politiek pensioen aan, een verrassing voor iedereen, ook binnen zijn partij. Vanryckeghem behaalde vorige keer nog een absolute meerderheid in Waregem en werd daarna voor het eerst verkozen in het Vlaams Parlement. De man geniet breed aanzien.

Bent u de politiek beu?

“Neen, helemaal niets zelfs. Dat klinkt vreemd, zeker? (lacht) Te veel politici klampen zich vast aan hun mandaat. Ik wou stoppen op een hoogtepunt. Ik zou nog makkelijk een extra legislatuur kunnen verderdoen, maar ik wil eerlijk zijn met mezelf en mijn kiezers: ik voel niet meer de frisheid van vijftien jaar geleden. Dan is het beter om de fakkel door te geven aan de jonge generatie. Ik heb deze beslissing tijdig genomen zodat ik de komende twee jaar onbevangen kan werken.”

U zal maar liefst achttien jaar burgemeester geweest zijn. Welke stempel hebt u op Waregem gedrukt?

“Waregem is geëvolueerd van een ietwat onbekende gemeente naar een regionale stad met aanzien op economisch, cultureel en sportief vlak. Ik ben ook fier op de vernieuwing van onze kernen. Waregem is klaar voor de toekomst. Ik denk te mogen zeggen dat dat de verdienste is van mezelf en mijn team.”

Het fusiedebat laait weer helemaal op. Is dat nog een dossier voor u of is dat voor uw opvolger?

“Dat is voor mijn opvolger. Ik denk trouwens niet dat er nog veel fusiegesprekken zullen uitlekken voor de verkiezingen van 2024. Wie zou dat nog riskeren? Het zou politieke zelfmoord zijn. Ik denk wel dat er na de verkiezingen een spontane fusiegolf zal ontstaan. We hebben zonet doorgekregen wat afvalverwerking in de toekomst zal kosten. Kleinere gemeenten zullen het niet meer alleen aankunnen.”

En Waregem?

“Wij zijn een relatief rijke stad, met dank aan onze bloeiende bedrijven en de lage werkloosheid. Dat maakt dat we tegen een stootje kunnen. We tellen intussen bijna 40.000 inwoners. Dat moet volstaan, denk ik. Maar goed: dat is voor mijn opvolger. Ik ga mij daar verder niet mee moeien.”

Wat was het hoogtepunt van uw carrière?

“Dat staat op de vensterbank. (wijst een foto aan met Barack Obama op) Dat was het meest uitzonderlijke moment. De Amerikaanse president die naar Waregem komt, wie had dat kunnen denken? Het was in 2014, naar aanleiding van honderd jaar Wereldoorlog I. Waregem is de enige Belgische gemeente met een Amerikaanse begraafplaats. (op dreef) Ik mocht eigenlijk niet aanwezig zijn, zo werd mij enkele dagen op voorhand gezegd op de ambassade. Alleen de koning en premier Elio Di Rupo waren welkom. Toen heb ik toch eens mijn tanden laten zien. Als de president van Amerika Waregem bezoekt, dan zal ik hem verwelkomen. Punt. Desnoods ga ik op de openbare weg staan. Het moet indruk gemaakt hebben, want even later lieten ze weten dat ik hem mocht ontvangen.” (lacht)

Mocht u hem zeggen wat u wou?

“Dat wel. We hebben enkele minuten onder vier ogen kunnen praten. Hij was heel hartelijk. De hartelijkste van de drie, moet ik zeggen. How are you, mister mayor?, zei hij en hij sloeg zijn arm om me heen. Ik heb een boek gekregen over de vriendschapsbanden tussen België en Amerika. Ik wou hem ook een cadeau geven, een kunstwerk van Jan Desmarets, maar dat werd niet toegestaan door de Amerikaanse veiligheidsdiensten. Wellicht waren ze bang dat ik hem de kop zou inslaan. (lacht) Alles was heel strikt georganiseerd. Hij kwam aangereden met een hele colonne, waaronder drie Beasts (de officiële staatswagen voor de VS-president, red.), zodat niemand weet in welke wagen hij zit. Overal waren sluipschutters opgesteld. Ik kreeg een vierkante meter bewegingsruimte. Zot, hé. De man had zelfs een eigen ziekenwagen mee, met operatietafel en bloedzakjes. Ik heb even kunnen spieken terwijl hij zijn speech gaf, want alleen de koning en de premier mochten mee binnen.”

Kurt Vanryckeghem: “Onze voorzitter Sammy Mahdi heeft gegokt en verloren. We hebben één grote fout gemaakt: onze communicatie. Die was gewoon slecht.”
Kurt Vanryckeghem: “Onze voorzitter Sammy Mahdi heeft gegokt en verloren. We hebben één grote fout gemaakt: onze communicatie. Die was gewoon slecht.” © Christophe De Muynck

Waarom ligt deze begraafplaats eigenlijk in Waregem?

“Omdat er hier veel Amerikanen gestorven zijn. Enkele honderden. Na de oorlog werd deze grond door de stad geschonken aan de Amerikaanse overheid. Daarom is het eigenlijk Amerikaans grondgebied. Wij hebben daar niets te zeggen.”

Wat ligt u eigenlijk best: burgemeester of parlementslid?

“Burgemeester, zonder twijfel. Een burgemeester kan het verschil maken, een parlementslid amper of niet. Je kan wel eens meeschrijven aan een decreet of een resolutie, maar finaal is het de regering die beslist. Eerlijk: ik vraag me dikwijls af wat ik daar zit te doen, in die plenaire zittingen. Gelukkig heb ik mijn laptop bij zodat ik mails kan beantwoorden. Wellicht zal dat herkenbaar klinken voor gemeenteraadsleden van de meerderheid, want ook lokaal is dat een probleem. Het schepencollege beslist en de gemeenteraad moet mee stemmen.”

Werd u als parlementslid betrokken bij de beslissing van uw partij om de septemberverklaring van minister-president Jan Jambon (N-VA) alsnog te steunen?

“Te kort en te laat. Ik begrijp niet dat zulke belangrijke onderhandelingen altijd in de laatste dagen en zelfs uren plaatsvinden, waardoor er amper tijd is voor de parlementsleden om het grondig te bestuderen. Ik betreur dat.”

Was u akkoord met de beslissing?

“Dat wel. Het was geen makkelijke beslissing. Het was eigenlijk kiezen tussen de pest en de cholera. Voor de media waren we sowieso de slechteriken. Omdat we uiteindelijk toegaven over de kinderbijslag, werd geschreven dat we geen ruggengraat hebben. Hadden we het been stijf gehouden, dan zouden we weggezet zijn als een onverantwoordelijke partij. Dat is het lot van een partij die in de hoek zit waar de klappen vallen, zeker? We hebben één grote fout gemaakt: onze communicatie. Die was gewoon slecht. Onze ministers hebben véél maatregelen binnengehaald. De jobbonus bijvoorbeeld. Of de steun aan de bedrijven. Maar wie spreekt daarover? Het gaat alleen over de indexering van de kinderbijslag.”

Naar wie wijst u dan?

“Naar de partij. Die heeft te veel op de indexering gefocust. Gevolg: vandaag lijkt het alsof we op elk domein toegegeven hebben. Onze voorzitter (Sammy Mahdi, red.) heeft gegokt en verloren.”

Het voortbestaan van de partij staat op het spel, zei u in Het Laatste Nieuws.

(pikt in) “Dat is ook zo. Je kan niet blijven afbrokkelen, hé. We moeten de realiteit onder ogen zien. Als je zakt naar minder dan tien procent, dan zit je met een serieus probleem. Dan moet er iets gebeuren. Ik was altijd voorstander van het kartel met N-VA. Ik heb de splitsing altijd een spijtige zaak gevonden. Een nieuwe samenwerking zou logisch zijn, vind ik.”

Las u wat N-VA-politica Els van Doesburg vorig weekend in De Zondag zei?

“Ik hoorde het maandag bij mijn kinesist. Het leek wel alsof er telepathie mee gemoeid was. Net toen ik aan het nadenken was over dit gesprek en wat ik u wou zeggen, begon hij over dat interview. (lacht) Wel, ik denk dat ze gelijk heeft. Er zijn te veel partijen in Vlaanderen. En laat ons eerlijk: N-VA en CD&V zijn tweelingbroers, hé. Onze programma’s lijken inhoudelijk heel hard op elkaar.”

Dat wordt vooral gezegd in West-Vlaamse CD&V-middens. Sammy Mahdi is het daar niet mee eens.

“Ik weet het. Het is voorlopig de strategie van de partij om alleen verder te gaan. Begrijp me niet verkeerd: ik steun de voorzitter, hoor. Ik geloof ook in zijn capaciteiten. Maar een partij kan niet blijven zakken, hé. Ooit zal er iets moeten gebeuren. En dan kijk ik naar een nieuwe samenwerking met N-VA. Het klopt dat dat in West-Vlaanderen meer leeft dan elders. Dat is niet nieuw. Ook vroeger leunden wij redelijk dicht aan tegen de Volksunie. Het is ook Yves Leterme die het kartel gesloten heeft. Maar weet u wat mij ook opvalt? Wie tegen samenwerking is, verwijst meestal naar emoties en geschiedenis, zelden naar inhoudelijke argumenten. (denkt na) Ik ga ook haatmail krijgen, omdat ik deze dingen vertel. Ik weet dat. Maar goed: het is omdat ik begaan ben met de partij.”

Kurt Vanryckeghem met journalist Paul Cobbaert.
Kurt Vanryckeghem met journalist Paul Cobbaert. © Christophe De Muynck

Hebt u uiteindelijk geapplaudisseerd voor de speech van Jan Jambon?

“Jawel, en dat werd me niet door elke collega in dank afgenomen. Maar we moeten vooruit, vind ik. We hebben beslist om de regering te steunen en dat was de minst slechte beslissing. Onze kiezers verwachten dat wij verantwoordelijkheid opnemen. Let op: ik was het niet altijd eens met zijn woorden. Ik vond zijn sneren naar onze voorzitter ongepast. Hij had zijn frustraties achterwege moeten laten.”

Zal u ook het stikstofakkoord van Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) blijven steunen?

“Dat is een moeilijke vraag. We zijn allemaal akkoord dat er iets moet gebeuren aan de stikstofuitstoot, ook de landbouwsector. Alleen: waarom moet het zo drastisch gebeuren? Je krijgt soms de indruk dat de minister een vete uitvecht met de Boerenbond. Dat vind ik spijtig. Er moet een nieuwe oplossing komen voor de bedrijven die in de gevarenzone zitten. Sommige kregen amper vijf jaar geleden nog groen licht om uit te breiden. Zij worden niet correct behandeld.”

U klinkt gedreven. Bent u zeker dat u wil stoppen?

“Jawel. (lacht) Maar ik doe nog altijd graag aan politiek. Ik zou het alle jonge mensen aanraden. Al vrees ik dat het moeilijk wordt om de lijsten te vullen. De verruwing van de politiek, vooral op sociale media, is geen goede evolutie. Ik heb gelezen wat mensen durven schrijven onder het bericht van Vincent Van Quickenborne (Open VLD), toen die bedreigd werd en in een safehouse zat. Dat was zó beschamend. Nu goed: ik zal enthousiast blijven tot mijn allerlaatste dag.”

U bent meer dan twintig jaar beroepspoliticus. Weegt dat ook op uw privéleven?

(knikt) “Een burgemeester kan zijn gsm nooit aan de kant leggen. Je moet dag en nacht bereikbaar zijn voor politie en brandweer. Je bent eigenlijk elke seconde bezig met je werk. Dus ja, het vraagt veel, maar ik heb het nooit als een last ervaren. Anders hou je dat niet vol.”

Hebt u een gezin?

“Ik heb een partner, maar die is pas laat in mijn leven gekomen. Dat maakt een verschil natuurlijk. Ik had alle tijd en ruimte om volledig voor de politiek te gaan.”

U zal amper 59 jaar zijn als u stopt. Wat dan? Opnieuw kinesist worden?

“Neen, dat zou te veel bijscholing vragen. Ik weet het begot nog niet. Wellicht eerst enkele sabbatmaanden, het hoofd vrijmaken en nadenken. Of ik in Waregem blijf wonen? Sowieso. Ik heb nooit verder dan honderd meter van de kerktoren gewoond. Waar zou ik naartoe trekken? (lacht) Ik ben het kakkernest van een gezin van zes kinderen. Mijn vader was ook politicus. Hij was drie jaar burgemeester. Die kriebel heb ik van hem te pakken. Mijn grootvader van moederszijde was dan weer de oprichter van de VU in Gent. Het zal van hem zijn dat ik die Vlaamse reflex heb.” (knipoogt)