Vijf vragen over het fenomeen ‘flitspeiling’

Bart Casteleyn
Bart Casteleyn Hoofdredacteur KW

De gemeenteraadsverkiezingen van 2018 zijn uitgeroepen tot de allereerste Facebookverkiezingen. Politici gebruiken het medium massaal om hun boodschap uit te dragen en zieltjes te winnen. Maar ook uw krant is mee met zijn tijd. Via Facebook hielden wij een exclusieve flitspeiling in samenwerking met Nadja Desmet van het Sociale Media Buro uit Tielt en de Nederlandse professionele peiler Aart Paardekooper. Samen beantwoorden we vijf essentiële vragen over dit nieuwe fenomeen.

1. Wat is een flitspeiling?

Nadja Desmet: “Een flitspeiling is niet gewoon een poll plaatsen op Facebook en mensen laten reageren. Dat zou wetenschappelijk niet correct zijn. Zo’n peiling pakken we even serieus aan als een ‘ouderwetse’ politieke enquête via telefoon of mail. Een flitspeiling is nog niet zo bekend bij ons. In Nederland is het al meer ingeburgerd. Daar wordt het door de overheid ook vaak gebruikt als beleidsinstrument. De gemeenten bevragen er hun inwoners mee over bepaalde topics. Het is een snelle, efficiënte en correcte manier om de vinger aan de pols te houden.”

2. Hoe werkt zo’n peiling via Facebook?

Nadja Desmet: “Via een dark post plaatsen we de advertentie met de vragenlijst in de tijdlijn van geselecteerde Facebookgebruikers. Een dark post is een bericht dat niet op de tijdslijn van de Facebookpagina verschijnt, maar speciaal voor de advertentie is opgemaakt. In dit geval hebben we met de Facebookpagina van De Zeewacht Kust onze enquête ‘Wie moet de volgende burgemeester van Oostende worden?’ gepusht naar mensen die in Oostende wonen. Zodra we voldoende respondenten hadden om representatief te zijn, stopte de advertentie.”

3. Gebeurt de peiling echt ‘in een flits’?

Nadja Desmet: “Het gaat alleszins razendsnel! Want de naam verwijst inderdaad naar de snelheid waarmee je kan peilen. In dit geval hadden we in 10 uur tijd meer dan 1.700 respondenten. We hadden er 1.000 nodig om representatief te zijn, maar we hebben er toch wat meer verzameld voor de weging van de resultaten.”

4. Waarom is de uitslag even betrouwbaar als bij een gewone enquête?

Aart Paardekooper: “Bij de bevraging stellen we ook bijkomende demografische vragen, zodat we scheefheid in groepen kunnen corrigeren door weging op gegevens van de stad. Daarnaast wegen we ook op welke partij men in 2012 stemde. Dit voorkomt vertekende of scheefgetrokken resultaten en zorgt ervoor dat je representatieve uitspraken kunt doen. Of manipulatie mogelijk is? Bij politieke peilingen zie je bijna altijd pogingen daartoe. Zaterdag zagen we minstens vier kandidaten een oproep doen op Facebook om de peiling in te vullen. Bij sommigen zagen we dat ook in de peiling: tijdelijk en zeer beperkt. Het effect was niet alleen tijdelijk, het verdampte door het grote volume aan mensen die de peiling volledig hebben ingevuld: ruim 1.250 Oostendenaars. Daar kan geen politicus tegenop. Door óók nog eens te corrigeren op stemgedrag in 2012 werden de manipulatiepogingen tenietgedaan. Dat gebeurt als het goed is ook met een traditionele enquête. Zo kunnen beide methodes aangeven wat de betrouwbaarheidsmarge is. Met één verschil: aan een traditioneel onderzoek kan niet iedereen meedoen, omdat die met vaste panels worden gedaan. Dit type peiling kenmerkt zich juist doordat twee derde van de bevolking kan meedoen.”

5. Wanneer vond de Oostendse peiling plaats?

Bart Casteleyn, nieuwsmanager De Zeewacht Kust: “Op zaterdag 22 september, vanaf 6 uur ‘s morgens. Die timing stond al wekenlang vast en extern was niemand op de hoogte. Maar, toeval: op vrijdag 21 september bracht de Oostendse N-VA wel het nieuws naar buiten dat er geld van de stad via de basketclub naar Johan Vande Lanotte zou gegaan zijn. De burgemeester weerlegde meteen deze feiten, maar het is onmogelijk te zeggen of het de uitslag van deze peiling heeft beïnvloed.”