Terug naar Loppem met Meyrem Almaci: “Ik wil een minister van Toekomstige Generaties”

Meyrem Almaci: “Hoe meer we vandaag in onze kinderen investeren, hoe groter later de bonus zal zijn.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Eén jaar ouderschapsverlof voor elke ouder, een basisinkomen voor elke burger en een politieke teletijdmachine: Meyrem Almaci wil in het België van morgen vooral meer ruimte om te leven. De voorzitter van Groen legt prikkelende voorstellen op tafel. “Een volgende regering zou een minister van Toekomstige Generaties moeten hebben.” Er volgt ook een bekentenis. Almaci is verslaafd aan … Zwevezeelse florentientjes.

100 jaar geleden moest ons land weer opgebouwd worden na de Groote Oorlog. Koning Albert I nodigde daarom politici uit op het Kasteel van Loppem. Daar tekenden ze de toekomst van België uit: het stemrecht, de vrijheid van vakbonden en de gelijkheid van Nederlands en Frans werden er ingevoerd. Vandaag is dit land opnieuw in crisis. Welke hervormingen zijn nu nodig? Journalist Paul Cobbaert is even koning en haalt alle partijvoorzitters naar Loppem.


Het is een druilerige dag in Loppem. Toch is het een stralende Meyrem Almaci die door de rode poort van het kasteeldomein wandelt. De voorzitter van Groen kijkt haar ogen uit. “Wát een domein”, roept ze enthousiast. “Ik ken Loppem niet, moet ik toegeven. Ik weet dat het een West-Vlaamse gemeente is en dat hier belangrijke beslissingen zijn genomen, maar that’s it. Bedankt voor de uitnodiging, zeg. Ik vind het fijn om eens verder te kijken dan de waan van de dag. Een prachtig kasteel zoals dit prikkelt alvast om die oefening ernstig te maken. Het doet me denken aan het Egmontpaleis. Als je daar binnenkomt voor onderhandelingen, dan weet je dat het voor echt is.”

Almaci is een kind van het Waasland. Ze groeide op in een bescheiden arbeidersgezin met elf kinderen. Haar vader was een gastarbeider uit het Turkse platteland. Of ze als kind droomde van kastelen, prinsen en kikkers? Ze lacht even, maar antwoordt ernstig. “Ik waande me lange tijd een verborgen prinses. Wij waren een relatief arm gezin. Ik voelde dat verschil op school. Ik kreeg geen cadeautjes zoals anderen. Dat was confronterend. Ik hield daarom mezelf voor dat ik een prinses was en dat ooit mijn echte ouders me zouden komen halen. De armoede was niet meer dan een tijdelijke test. (even stil) Ik heb me daar later ontzettend schuldig over gevoeld. Ik hou zóveel van mijn ouders, mijn broers en zussen.”

Pleidooi voor de toekomst

Voor wie ze niet zou kennen: Meyrem Almaci is een vurige ecologiste. Drammerig, zeggen critici. De politica, die in Antwerpen woont, vertelt honderduit verhalen over vroeger en nu. Dat ze cultuurwetenschappen studeerde, maar dat ook geschiedenis een passie is. Dat ze de boeken van Stephen Fry aan het lezen is over de Griekse mythen en sagen. “Het is fascinerend om te zien hoe die verhalen later ook in andere culturen opduiken.” Al snel verschuift het gesprek naar de politiek. “Het land staat voor een tweesprong, net zoals honderd jaar geleden. Wat doen we: kiezen voor de toekomst of verder doen zoals vroeger? Ik kies resoluut voor de eerste optie.”

Welaan dan. Wat is uw politieke hervorming?

“George Washington (de eerste president van de VS, red.) zei in 1776 al dat we geen lasten mogen doorschuiven naar de toekomstige generaties. Ik zou die woorden graag herhalen. Honderd jaar geleden kregen de mannen stemrecht, zeventig jaar geleden ook de vrouwen. Vandaag moeten we een nieuwe stap zetten. Eén groep is nog niet vertegenwoordigd in onze democratie: de toekomstige generaties. Onze beslissingen hebben nochtans grote impact op hun leven. Ik wil een politieke teletijdmachine.”

U zegt?

(op dreef) “Kent u de Irokezen? Dat is een indianenstam in Noord-Amerika. Zij hanteren het mooie principe van voorouderdenken als ze een maatregel nemen. Ze bestuderen de impact voor de komende zeven generaties. Dat is één voorbeeld. Ook in de Japanse miljoenenstad Kyoto worden generaties aan elkaar verbonden. Er zijn burgerraden, waar burgers van nu debatteren met burgers in kimono die de toekomst vertegenwoordigen. Of dichter bij huis: in Finland is er een parlementaire toekomstcommissie. In Wales is er zelfs een regeringscommissaris, Sophie Howe, die bevoegd is voor toekomstige generaties.”

© Christophe De Muynck

En wat wil u nu doen?

“Oók een connectie zoeken. Vooreerst een toekomsttoets invoeren. Een afdeling van Financiën zou de impact moeten meten van elke grote maatregel op de komende drie generaties. Dat kan: die modellen bestaan. In het parlement zou een commissie moeten komen zoals in Finland. En tenslotte zou een volgende regering een commissaris of zelfs een minister van Toekomstige Generaties moeten hebben. Als dat lukt, hebben we een connectie in administratie, parlement en regering. Dat moet komaf maken met het kortetermijndenken in de politiek.”

Bent u ook in dat bedje ziek?

“Je wordt daarin meegesleurd. Je kan niet anders. Dat is niet fijn voor een groene voorzitter. De bestaansreden van mijn partij is de lange termijn. We moeten daarom de toekomstige generaties een stem geven. Dat zal het debat rijker maken. Iedereen wil toch een goede voorouder zijn? Dat debat wordt trouwens ook in Groot-Brittannië gevoerd, omdat de Britten zien dat de aanpak van Wales werkt. Al is het daar beperkt tot een adviserende commissaris. Ik zou direct tekenen voor een minister.”

Wat is uw economische hervorming?

“Dat is de invoering van een basisinkomen voor elke burger, gekoppeld aan een klimaatdividend. Die twee zijn aan elkaar verbonden. Het eerste zorgt voor menselijke waardigheid, het tweede voor planetaire duurzaamheid. Ik ben grote fan van het Donutmodel van de Britse econome Kate Raworth. Zij vergelijkt onze economie met een donut. De binnenring is wat minimaal nodig is voor mensen om waardig te leven. Vandaar een basisinkomen. De buitenring is wat de planeet maximaal aankan. Alle economische activiteit moet daartussen blijven.”

Het basisinkomen is een idee dat vaak terugkeert. Zal dat er ooit echt komen, denkt u?

“Jawel, net omdat het zo vaak terugkeert. Een basisinkomen, een vast bedrag per maand, is volgens mij de beste garantie voor een waardig bestaan. Andrew Yang, een Amerikaanse democraat, spreekt over een vrijheidsdividend. Ik vind dat een mooi woord. Het zou toelaten om vrijer te leven. Dat betekent minder werken, meer tijd voor de kinderen, meer tijd voor mantelzorg, meer ademruimte tout court.”

Zou dat alle andere uitkeringen vervangen?

“Neen. Er zijn altijd mensen die meer noden hebben. Iemand met een handicap bijvoorbeeld. Het hangt ook af van de hoogte van het bedrag. Sta me toe dat niet exact te kunnen zeggen.”

© Christophe De Muynck

Eén probleem duikt altijd op: de betaalbaarheid.

“Het Nederlandse planbureau heeft berekend dat het wel degelijk betaalbaar is. Het zou de armoede met zestig procent doen afnemen. Er zouden wel extra inkomsten nodig zijn. Volgens mij is het moment gekomen om de vermogensongelijkheid aan te pakken. Er zijn zelfs miljardairs die vinden dat er een vermogensbelasting moet komen. Laat ons dat gewoon doen. Ook een sterke digitaks kan het verschil maken.”

In Duitsland is een experiment gestart met een basisinkomen van 1.200 euro voor 122 gelote burgers. Zou België zoiets moeten doen?

“Graag. Ik zou het geweldig vinden, hoewel het niet in het regeerakkoord staat. Maar als ik écht mag dromen, dan zou ik nog liever een Europees experiment opstarten. Dat kan zorgen voor een grotere schaal. Vorige experimenten waren eigenlijk te kleinschalig. Al wezen die wel uit dat mensen gelukkiger werden.”

U wil daarnaast ook een klimaatdividend. Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn.

(lacht) “Dat is het nochtans niet. We belasten de koolstofuitstoot, bijvoorbeeld vliegen, en we laten de opbrengst terugvloeien naar de burger in de vorm van een dividend. Wie energiezuinig leeft, krijgt een bonus. Het is tegelijk een instrument om te zorgen voor een sociaal klimaatbeleid. Wie in armoede leeft en misschien in een slecht geïsoleerd huis woont, mag niet de pineut zijn van de koolstoftarifering. In British Columbia in Canada bestaat een gelijkaardig systeem.”

Wat is uw maatschappelijke hervorming?

“Ik zou het ouderschapsverlof willen uitbreiden naar één jaar voor élke ouder. Dat is een droom van mij. Er zijn wel twee voorwaarden. Ook de vaders moeten het opnemen en het moet opgenomen worden in het eerste levensjaar van het kind. (op dreef) Wie aan kinderen begint, bevindt zich vaak in een ratrace. Een drukke job, een nieuwe woning, zorg dragen voor ouders, enzovoort. Dat klopt eigenlijk niet. In die fase van hun leven zouden mensen meer ademruimte moeten hebben. Het eerste levensjaar van een kind is zó belangrijk voor de hechting en de ontwikkeling. Het is niet gezond dat ouders net dan weinig tijd hebben. Ik wil dat omkeren. Gun ouders de tijd om voor hun kinderen te zorgen, want die kinderen zijn onze toekomst. Hoe meer we vandaag in onze kinderen investeren, hoe groter later de bonus zal zijn.”

Het valt op dat u enkele keren ademruimte noemt. Is dat een probleem in dit land?

(feller) “Já. We hebben te weinig ademruimte. Dat moet anders. We hebben dat opnieuw gemerkt in de coronacrisis. Zie hoeveel mensen mentaal lijden. De kwaliteit van het leven moet omhoog. Dat zou trouwens ook een gigantische winst betekenen voor onze sociale zekerheid. De Scandinavische landen hebben dat veel beter begrepen. Zij nemen wel tijd voor zichzelf. Kent u het Finse concept sisu? Dat staat voor veerkracht en mentale weerbaarheid. Er bestaat geen slecht weer, zeggen de Finnen, er bestaat alleen slechte kledij. Dat is een andere manier van denken en leven. Men gaat echt op zoek naar ruimte om te ademen. Finland is niet toevallig het gelukkigste land ter wereld.”

Denkt u dat een land een cultuur kan overnemen?

“Absoluut. Het gaat over een stuk van een cultuur. Finland is trouwens niet het enige voorbeeld. Ook landen in het Midden-Oosten hanteren die filosofie. Badhuizen en hamams bijvoorbeeld: die reinigen lichaam en geest. Dat versterkt de mentale weerbaarheid.”

Weet u wat de Finnen ook doen? Winterzwemmen. Dat is putje winter het ijskoude sop induiken. Zou dat iets voor u zijn?

“O neen. (schaterlacht) Ik kan amper zwemmen. Ik ben bang als ik geen grond voel. Ik heb dat pas op latere leeftijd geleerd en ik ben nooit van die angst afgeraakt. Ik heb wel graag de wissel tussen warm en koud. Maar dan onder de douche.”

Adempauze

De oefening is gemaakt. De kaarten zijn gelegd. Almaci is een spraakwaterval. Zelfs als ze nipt van haar thee of een hap neemt van haar broodje, kan ze amper zwijgen. Het zegt alles over haar gedrevenheid. Ooit was haar bijnaam Miss Dexia, omdat ze zich zo hardnekkig vastbeet in het bankendossier. Toch bekent ze dat ze ook zelf aan een adempauze toe is. De coronacrisis was intellectueel boeiend voor de politica, maar mentaal zwaar voor de mens. “Mijn moeder is een tachtiger. Ik heb haar maandenlang moeten missen. Ze zei op een bepaald moment dat het leven op die manier niet meer hoeft voor haar. (stil) Dat doet pijn. De Almaci’s vormen een sterke clan. Wij komen graag samen met de broers en zussen. Dat geeft energie. Dat dat maandenlang niet meer kon, was echt een zwaar gemis.”

© Christophe De Muynck

Ze gaat in augustus een week naar Finland om te herbronnen, zegt ze. Alleen, zonder man en zonder kinderen. De gezinsvakantie gaat richting Heist-aan-Zee. Eveneens een week, in juli. De familie van haar man heeft daar een huisje én een cabine op het strand. Wat ze de mooiste plek van onze provincie vindt, wil ik nog weten. Almaci denkt goed na. “Er zijn veel mooie plekken. Ik kom zeker terug naar dit kasteel met mijn kinderen. Ik heb begrepen dat hier ook een prachtig labyrint is. Maar u vroeg naar de mooiste plek. Dat is ons cabineke met zicht op zee. Omdat daar zoveel herinneringen aan verbonden zijn. Ik neem altijd een boekske met kruiswoordraadsels mee, broodjes voor de kinderen en Zwevezeelse florentientjes. (enthousiast) Die zijn zó heerlijk, echt waar. Dat is een praline op een koekje van amandel. Ik ben daaraan verslaafd. Dat is niet goed voor de lijn, zeker?” (lacht)