Sander Loones: “Ik ben de enige minister die garnalen kan pellen”

Sander Loones pelt garnalen: "In Oostduinkerke nemen we de garnaal in de linkerhand, in Oostende doen ze het met de rechterhand. Ik durf het bijna niet zeggen, maar ik doe het op zijn Oostends." © Davy Coghe
Hannes Hosten

West-Vlaanderen is een minister rijker. Omstreeks half november legt Sander Loones (39, N-VA) de eed af als nieuwe minister van Defensie in opvolging van Steven Vandeput. Sander Loones noemt zich de enige minister die garnalen kan pellen. Niet toevallig, want de garnaal is het uithangbord van zijn thuisbasis Oostduinkerke. De geirnoars staan ook symbool voor de nieuwe minister. “Met een eigen identiteit sta je sterker om naar de wereld te kijken.”

We ontmoeten Sander Loones in De Peerdevisscher, het estaminet van het nationaal visserijmuseum NAVIGO in thuisbasis Oostduinkerke. De bijna-minister demonstreert ons er hoe je garnalen moet pellen. “In Oostduinkerke nemen we de garnaal in de linkerhand, in Oostende doen ze het met de rechterhand. Ik durf het bijna niet zeggen, maar ik doe het op zijn Oostends.”

En dat voor een telg uit de trotse Oostduinkerkse familie Loones…

(trots) “Oostduinkerke is de enige plaats ter wereld waar er nog te paard op garnaal wordt gevist. Toen de paardenvissers dreigden te verdwijnen, heeft mijn grootvader Honoré Loones de traditie in ere hersteld. Hij was burgemeester van Oostduinkerke en VVV-voorzitter. De buste van mijn opa staat hier aan het visserijmuseum. Hij was de initiatiefnemer voor dit museum en het estaminet. Maar zelf was hij geen paardenvisser. Ik kom uit een familie van hoteliers en zo was mijn opa er ook een.”

(Lees verder onder de video)

https://www.youtube.com/watch?v=_H3vAIV9W3Y

Wat betekenen die garnalen voor jou?

“Ze zijn een levende traditie in Oostduinkerke. Die geirnoars zijn iets typisch van ons, iets waar we trots op zijn en ook graag mee naar buiten treden. Elk dorp, elke regio, elk land heeft wel iets om trots op te zijn. Die tradities vind ik belangrijk, maar ze moeten openstaan voor de wereld.”

“Het is naïef te denken dat er vrede komt door Kumbaya te zingen rond het kampvuur”

“Dat is ook de manier waarop ikzelf en mijn partij naar de maatschappij en de politiek kijken. We zijn niet louter met onszelf bezig, sluiten ons niet op, maar staan klaar om mensen te ontmoeten. Je moet eerst onderzoeken wie je zelf bent, kijken naar je eigen normen en waarden… Met een eigen identiteit sta je sterker om naar de wereld te kijken.”

Je woonde een tijd in het Brusselse. Waarom keerde je terug?

“Ik woonde een tiental jaar in Jette, Molenbeek en Dilbeek. We hebben er mooie jaren beleefd. Maar een jaar of vijf geleden, bij de geboorte van ons derde kindje, besloten we om weer naar Oostduinkerke te verhuizen. Mijn vrouw is ook van hier. Zoals voor zoveel jonge gezinnen is het makkelijk om in de buurt van de grootouders te wonen. Dan kunnen zij helpen bij de opvang van de kinderen. De motivatie was dus emotioneel en familiaal, absoluut niet politiek. Als dat zo was geweest, dan was ik beter in een stad gaan wonen.”

Jouw vader Jan was schepen en parlementslid. Je grootouders Honoré Loonens en Rosette Dewitte waren allebei burgemeester van Oostduinkerke. Kreeg je de politiek met de paplepel mee?

“Ja en nee. Ik groeide op in een warm, Vlaams nest. We gingen elk jaar naar de IJzerbedevaart en baatten met onze groep uit Oostduinkerke de patattenloods uit, waar de prominenten na afloop iets kwamen drinken. Veel jongeren leren pinten tappen bij de scouts, ik leerde het tijdens de IJzerbedevaart. Je hebt die sfeer mee, maar thuis werd er niet echt over politiek gepraat. Vader was natuurlijk wel een prominente Volksunie- en later N-VA-man, behoorde tot de drie wijzen die de Volksunie hebben proberen te redden. Maar het is niet mijn vader die me naar de politiek duwde. Toen ik coördinator van de N-VA-studiedienst werd, hoorde hij dat pas nadat de beslissing al genomen was.”

Is er veel verschil tussen vader en zoon?

“Mijn vader is meer dan ik een non-conformist, staat meer op zijn vrijheid tegenover de partij. We zien de partij allebei doodgraag, maar toch op een andere manier. Voor mijn vader staat meer de doelstelling, het streven centraal. Bij mij ook, maar ik voel toch ook meer verbondenheid met de structuur zelf. Ik zie graag mensen. Bezig zijn met mensen vind ik een van de grootste plezieren aan de politiek. Mijn vader ook wel, maar toch op een andere manier.”

Zijn ouders waren allebei burgemeester van Oostduinkerke. Er is nu heibel op sociale media rond het burgemeesterschap van je grootvader Honoré Loones tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoe zat dat in elkaar?

“Mijn grootvader was al van voor de oorlog politiek actief in de Vlaams-nationalistische partij VNV en werd in 1942 burgemeester van Oostduinkerke. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hij gevraagd om oorlogsburgemeester van Oostende te worden. Als hij nee had gezegd, was het iemand van de extreemrechtse groepering DeVlag geworden. Ik nodig je uit om het VNV en DeVlag te vergelijken. Beide werkten samen met de Duitsers, maar je zal zien waar de fascisten zaten. Voor ons is dit een non-issue.”

Wat gebeurde er na de oorlog?

“Toen kwam de repressie en werd mijn grootvader veroordeeld. Hij kreeg een van de mildere straffen, maar was zijn burgerrechten kwijt. In zijn plaats werd in 1953 mijn grootmoeder burgemeester van Oostduinkerke, een van de eerste vrouwelijke burgemeesters van het land. Haar hoge score bij de verkiezingen (toont uitslagen op smartphone) toont aan dat de bevolking haar steunde.”

“De nieuwe Bart De Wever? Ik heb niet de ambitie om voorzitter te worden van de N-VA”

“Mijn grootvader kreeg toestemming van de Raad van State om haar privésecretaris te worden. Hij ging in beroep tegen zijn veroordeling en zijn straf werd ingekort, waardoor hij zich opnieuw kandidaat kon stellen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Hij haalde dubbel zoveel stemmen als zijn tegenstanders en werd in 1964 weer burgemeester van Oostduinkerke.”

Zijn enige ‘fout’ was zijn burgemeesterschap onder de Duitsers?

“Dat is zo. Aan zijn verkiezingsresultaten zie je dat zijn eigen mensen vonden dat hij niets fout had gedaan. Op zijn lijst stond zelfs een ex-verzetsman. Maar in het algemeen is het een radicale vergissing geweest van de Vlaamse Beweging om met de Duitsers samen te werken. Het heeft ons niet gebracht wat we gehoopt hadden.”

Wie bracht jou in de politiek?

“Als rechtenstudent in Leuven trok ik op met (staatssecretarissen) Theo Francken, Zuhal Demir, (parlementsleden) Sarah Smeyers, Matthias Diependaele, (N-VA-woordvoerder) Joachim Pohlmann… Daar zijn vriendschapsbanden voor het leven gegroeid. Wij zaten allemaal in Leuven toen daar in 2002 de N-VA werd opgericht. Na mijn studies werd ik advocaat en ging ik aan de slag op de dienst vreemdelingenzaken. Na de verkiezingen van 2010 werd ruim 500 dagen onderhandeld over de vorming van een nieuwe regering. Toen de N-VA met de PS onderhandelde, bood ik Theo Francken mijn expertise aan. Later kwam ik op de studiedienst van de N-VA terecht.”

En dan was de stap klein naar de actieve politiek?

“Ik heb geweigerd tot Bart De Wever me de eerste opvolgersplaats op de Europese lijst aanbood. Ik was veel bezig met asiel en migratie, bij uitstek thema’s die je Europees moet aanpakken. Daar ben ik voor gezwicht. Ik haalde meteen heel veel voorkeurstemmen en omdat lijsttrekker Johan Van Overtveldt minister werd, kon ik in 2014 naar het Europees Parlement.”

De nieuwe Bart De Wever, werd je dikwijls genoemd.

“Ik heb niet de ambitie om voorzitter van de N-VA te worden. We hebben een fantastische voorzitter, die iedereen ons benijdt. Maar hij zette mij wel op het toneel als iemand die boeiend is om te volgen. Het is heel interessant om als beginnend politicus zo’n megafoon van je voorzitter te krijgen. Het is een vorm van erkentelijkheid van Bart voor mijn werk voor de partij.”

En nu word je minister van Defensie, zowat de meest ‘Belgische’ bevoegdheid van de hele regering. Niet moeilijk voor een Vlaams-nationalist?

“Ik heb daar geen enkel probleem mee. Ik steun de idealisten die vechten voor onze veiligheid en heb alle mogelijke respect voor hen. Bovendien ben ik geen revolutionair. Ik aanvaard de democratische realiteit. De Belgische vlag, de koning, het militair defilé op 21 juli? Ik neem dat erbij en met alle respect. Als nationalist besef ik het belang van symbolen en begrijp ik dat mensen die koesteren.”

‘Nooit meer oorlog’, staat op de IJzertoren. En jij wordt nu bevoegd voor het leger.

“Ook daar zie ik geen enkele contradictie in. De enige weg naar vrede is dialoog en onszelf beschermen. Veel Europeanen zien vrede als een evidentie, maar als je ziet wat zelfs al aan de buitengrenzen van de EU gebeurt… Het is naïef te denken dat er vrede komt door Kumbaya te zingen rond het kampvuur.”

Wie is Sander Loones?

Privé

Geboren in Veurne op 26 januari 1979. Opgegroeid in Oostduinkerke, waar hij woont met zijn vrouw Ilse Van Coillie en de kinderen Suzanne (7), Tuur (6) en Cas (3). Zoon van voormalig schepen en parlementslid Jan Loones, kleinzoon van Honoré Loones en Rosette Dewitte, allebei burgemeester van Oostduinkerke.

Opleiding en loopbaan

Studeerde rechten aan de KU Leuven, werd advocaat en ging later werken op de dienst vreemdelingenzaken. Coördinator studiedienst N-VA (2010-2014), Europees Parlementslid (2014-2018) en nu dus minister van Defensie.

Vrije tijd

Fan van zee, duinen en de garnaalvissers. Mocht er wat meer tijd zijn: zeilwagenrijden.

“Sander vindt de juiste klemtonen”

“Ik ben hier natuurlijk trots op”, zegt Jan Loones (68), jarenlang schepen in Koksijde en voormalig volksvertegenwoordiger, senator en Vlaams Parlementslid, maar nu bezig aan zijn laatste maanden als gemeenteraadslid. “Dit komt niet helemaal onverwacht, maar het was toch eventjes schrikken. Zelf heb ik het nooit tot minister gebracht, nee. Maar Sander heeft er de talenten voor. Hij heeft de gave om, ook destijds in de moeilijke situatie van het einde van de Volksunie en de start van de N-VA, rond nationalisme en patriottisme… de juiste klemtonen te vinden. Of het altijd al in hem zat? Hij was een heel goeie groepsleider van de scouts. Dat zegt al veel. Sander was altijd erg betrokken en geïnteresseerd. Het zat er wel in. Maar ook als advocaat en ambtenaar was hij uitstekend. Hij doet het goed in de politiek, maar je kan niet zeggen dat iemand voorbestemd is om minister te worden. Dat heeft ook met de omstandigheden te maken. Zelf heb ik er in elk geval niet de minste verdienste aan.”

“Ik sta wat losser dan Sander tegenover partijpolitiek, al heb ik hem wel altijd sterk gesteund. Voor het strategisch en ideologisch doorzicht van Bart De Wever heb ik de grootste bewondering. Ik vind hem een politiek genie en ik vind het een eer om aanhanger te zijn van zo’n man. En nu zijn vraag aan Sander om minister te worden, op zijn 39ste… Je moet het maar doen.” (HH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier