Renaat Landuyt spreekt na jaar stilte: “Mijn politiek testament ligt bij De Wever”

© Davy Coghe
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

‘Eén stem minder en ik stop met politiek.’ De fel bekritiseerde Brugse burgemeester Renaat Landuyt speelde bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen alles of niets. Het werd niets. Meteen verdween Landuyt van het publieke toneel. Geen aanwezigheden of interviews meer. Tot nu. Na bijna een jaar stilte treedt de ex-minister weer naar buiten. Landuyt, vrij en rechtuit. Over zijn vertrek uit het Brugse stadhuis, de terugkeer naar de advocatuur en de regeringsvormingen. “Mijn nota over Vlaamse justitie, mijn politiek testament, ligt nu bij de onderhandelaars. Dat streelt mijn ego, ja.”

December 2018, de laatste gemeenteraad onder burgemeester Renaat Landuyt (SP.A). Nadat zijn opvolger Dirk De fauw een applaus vraagt voor Landuyt, rondt die de zitting af met drie korte zinnen. “Burgemeester zijn van Brugge is, samen met mijn jaren als gemeenteraadslid, het mooiste wat er is. Er waren zowel mooie als spannende momenten, maar dat hoort nu eenmaal bij politiek. Voor de rest hou ik me aan mijn persoonlijke belofte om enkele maanden te zwijgen.” Ietwat gelaten zet hij zijn microfoon uit, duwt die tot tegen de tafel en er volgt een ongemakkelijke stilte in het stadhuis. De stilte bleef duren. Bijna een jaar. Nu treedt Renaat Landuyt weer naar buiten, opvallend fel vermagerd. “Tien kilo is er af”, zegt hij. “Eind vorig jaar was ik moe, zeer moe. Toen het ritme en de stress verdwenen, viel ik in een zak. Die vermoeidheid van jaren heb ik moeten uitzweten. De eerste maanden sliep ik heel veel. Nu leef ik veel gezonder. Ik let erop dat ik regelmatig eet en veel beweeg. Probleemloos kan ik nu 10 kilometer lopen of 100 kilometer fietsen. En in mijn sabbatperiode heb ik me intellectueel bijgebeend, door heel veel te lezen. Ik heb me radicaal afgesloten.”

Maandag start het politiek én gerechtelijk jaar. Zit voor mij nog een politicus?

“Neen, eigenlijk niet. Ik pik nu de draad van 28 jaar geleden op, toen ik met acht assisenzaken een carrière als advocaat aan het opbouwen was. Ik keer terug naar mijn oude liefde. Naar de periode voor vrijdag 4 oktober 1991 om 15 uur. Toen belde SP-secretaris André Van Nieuwkerke me op, in opdracht van Frank Van Acker, met de vraag of ik op de lijst wilde staan. De maandag erop ging ik akkoord. Ik raakte meteen in het parlement en sindsdien was mijn leven een rollercoaster.”

In de rechtbank kijken velen me wel vreemd aan. Wat komt die mens hier doen? Ik werd aangezien als de macht, hé

“Mijn ambitie is altijd geweest: me onafhankelijk inzetten voor de gewone man. Daarom had de partij me ook gevraagd. Louis Tobback omschreef me ooit als de meest vrijgevochtene. Ik deed mijn goesting, maar ik had wel mijn sociale overtuiging. En nu is dat nog altijd zo, maar ik ben nu ook officieel weer partij- en politiek onafhankelijk. Niemand heeft over mij iets te zeggen.”

Bent u na bijna drie decennia het pleiten niet verleerd?

“Ik heb nu een bagage aan ervaring en invalshoeken die ik vroeger niet had. Ik doe hetzelfde, maar beter. De moderne kantoortechnieken moet ik nog wat inhalen, maar de juridische fond is er nog. En de toga trouwens ook, ik gebruik nog steeds dezelfde als dertig jaar geleden. Ik ben klaar om er vanaf maandag volle bak in te vliegen. In de rechtbank kijken velen me wel vreemd aan. Wat komt die mens hier doen? Ik werd aanzien als de macht, hé. Tot vorig jaar zat ik in een leidende politiefunctie, nu woon ik als advocaat ‘s avonds politieverhoren bij. Het is wennen, vooral voor de anderen. Ik stel me heel nederig op. Ik kick niet op macht, ik kick op mensen helpen.”

In de vakantieperiode heeft u in alle stilte al enkele zaken gepleit. Wat viel u bij uw terugkeer op?

“Ik schrik ervan hoeveel zaken niet meer behandeld worden. Voor gewone mensen is het amper nog financieel haalbaar om een procedure te starten voor pakweg een verkeerd geleverde ketel. Ze worden afgeschrikt. Tja, door processen duurder te maken is er minder achterstand. Een rechtszaak is enkel nog voor de beter bemiddelden of de zuiver pro deo’s. Dat maakt mij nijdig. De dossiers zijn weg, maar de problemen niet. Voor die mensen die niet meer in de rechtbank geraken, daar wil ik voor werken. Ik wil een tegengewicht bieden. Ik was altijd al een beetje Robin Hood. Ik wil mensen helpen bij moeilijke momenten in het leven, zoals een misstap of een echtscheiding. Maar toegegeven: ik zou graag opnieuw voor het hof van assisen pleiten. En dan nog eens aan de zijde van mijn zoon, die ook advocaat is: dat zou een droom zijn.”

De terugkeer naar de advocatuur komt er door de verkiezingsnederlaag in oktober vorig jaar. Hoe heeft u die nederlaag verwerkt?

“Als politicus was ik iedere verkiezing voorbereid op eventueel verlies. En die kans was reëel. Ik moest de kranten maar lezen om voorbereid te zijn. Ik kreeg langs alle kanten kritiek, maar ik deed op alle fronten voort. Mijn daden vond ik belangrijker dan mijn positie. Geen enkele functie is mijn levensideaal. Opvallend: vanaf dag één na de verkiezingen vielen alle uitnodigingen weg. De dag dat je tijd hebt om op uitnodigingen in te gaan, krijg je er geen meer. (lacht) Daar moet je mee om kunnen, wat niet voor iedereen zo vanzelfsprekend is. Sommigen raken in een depressie omdat ze er niet meer bij horen. Maar ik was 28 jaar politicus, werd volksvertegenwoordiger, minister en uiteindelijk burgemeester van Brugge. Klagen zou zonde zijn. Ik zit nu nog in het havenbestuur en het bestuur van het Concertgebouw, puur uit engagement en interesse.”

Wanneer wist u vorig jaar: dit komt niet goed?

“De laatste week voor de verkiezingen. Een buikgevoel. En ik merk het als de mensen wegkijken of niet. Dat is altijd mijn graadmeter geweest. Kijk, grote analyses moet je over de verkiezingen niet maken. Dat de mensen uit de randgemeenten nu moeten betalen om te parkeren in het Brugse centrum is me heel kwalijk genomen. Die rekening hebben ze mij gepresenteerd. Ze hebben zich bij de verkiezingen kunnen afreageren tegen de forse veranderingen. En het heeft louterend gewerkt. Het gaat nu trager dezelfde richting uit, maar er wordt niet meer geklaagd.”

De Bruggelingen hebben zich eens kunnen afreageren bij de verkiezingen. Het gaat nu trager dezelfde richting uit, maar er wordt niet meer geklaagd

“Hetzelfde gebeurde eerder in Kopenhagen en Colombia. De burgemeesters daar voerden er het concept van fietsstad in en zijn er ook prompt opzijgeschoven zonder dat de verandering werd gestopt. Het was een risico dat ik nam, maar het moest gebeuren. Je kan burgemeester blijven, zonder iets te veranderen of iemand te choqueren. Ik heb gekozen voor verandering. Nu ga je systematisch de vruchten ervan zien. Zoals ik vroeger zei: het zullen de anderen zijn die de lintjes zullen knippen. Vanuit mijn advocatenkantoor zal ik straks de opening van het Beursgebouw kunnen volgen.” (lacht)

Bij de Vlaamse en federale verkiezingen stond u op geen enkele lijst meer. Wiens keuze was dat?

“Ze hebben me gevraagd, maar ik wou mijn nek enkel uitsteken als effectieve lijstduwer. Dat konden ze me niet geven. Maar ik denk dat sommigen liever hadden dat ik niet verkozen kon geraken. Het had een risico geweest, voor hen. Ik denk dat ik met mijn stemmen de verloren vierde zetel zou hebben behouden. Maar goed, op een bepaald moment moet je plaats ruimen.”

SP.A verloor weer terrein. U zou zich stilaan kunnen afvragen waar de ondergrens ligt.

“De tijd van de traditionele partijen is voorbij. Het onderscheid tussen partijen komt niet meer overeen met de tegenstellingen die bestaan in de maatschappij. Dat is nu de scheiding tussen de mensen van het dorp tegenover de mensen van de stad. Voor de kosmopolieten uit Brussel ligt Madrid dichterbij dan Heuvelland. En voor mensen in Heuvelland kost het meer om in Brussel te geraken dan voor de Brusselaars die naar Madrid willen. Daarom ligt dat rekeningrijden zo gevoelig: de mensen uit het platteland zullen de rekening betalen. Dat was het succes van het Vlaams Belang in de landelijke gebieden. Hun sociaal programma is een kopie van het SP.A-programma. En over partijen gesproken: de mensen moeten al een kiestest doen om te weten tot welke partij ze behoren. Dat is toch wel de grootste uiting dat we het niet meer weten? En een partij die dicteert wat een parlementair moet doen: dat is uit de tijd, zelfs ondemocratisch. Niet iedere kiezer is een partijlid. De toekomst ligt volgens mij bij kiesverenigingen, waarbij mensen zich bij verkiezingen groeperen rond een programma. Zulke tijdelijke organisaties kunnen snel groeien. Een nieuwe groep kan morgen makkelijk de grootste worden.”

Renaat Landuyt spreekt na jaar stilte:
© Davy Coghe

Volgende week start het parlementair jaar opnieuw. John Crombez zal naast voorzitter ook Kamerlid zijn, ondanks zijn eigen regel van ‘één persoon, één mandaat’.

“Als iemand zo zot is om veel te willen werken, waarom zou je hem tegenhouden? Dat begrijp ik niet. Zo schuif je mettertijd op naar een mentaliteit waarbij ze zeggen dat je te veel werkt. Als parlementair én burgemeester verdiende ik evenveel als dat ik enkel burgemeester van Brugge zou zijn geweest. Maar ik was blij dat ik in het Vlaams Parlement zat, voor de combinatie. Zo kon ik meer doen voor Brugge.”

U en anderen werden tussen de lijnen door versleten voor cumulards. Dat moet nu zuur zijn.

“Voor mij was het bitter omdat ik geframed werd als profiteur, terwijl ik vroeger als harde werker gewaardeerd werd.”

SP.A koos na de verkiezingen meteen voor de oppositie, maar riep dan plots iedereen samen om te kijken of er overlegd mocht worden met informateur Bart De Wever. Hoe heeft u dat bekeken?

“Hoe je zo op je knieën kan zitten om te mogen meedoen, dat snap ik niet. Ik was meer van de lijn: blijf cool, hou vast aan je programma en kijk met wat ze afkomen. Bon, ik ben maar een toeschouwer, net als iedereen. Met die uitzondering dat ik na 28 jaar de houding van sommigen kan voorspellen.”

Ah, wie wordt volgens u dan de nieuwe voorzitter van SP.A?

“De voorzitterscampagne is begonnen, dat is duidelijk. Ik denk dat het te vroeg is de toekomst van gelijk welke partij in te schatten. Wat ik als buitenstaander wel vaststel, is dat elke partij vooral bezig is met de eigen toekomst. Ik vind het onvoorstelbaar hoe het leven verder gaat en niemand haastig bezorgd is over het land, de begroting… Dat zijn randdingetjes. Eerst de partij, dan het land.”

Hoe kon SP.A zo op de knieën zitten om te mogen meedoen met N-VA? Dat snap ik niet

“Een Dehaene of Tobback vroegen zich nog af: hoe gaan we het hier aanpakken? En erg: iedereen wordt dat schaakspel gewoon. Plots kan iedereen met iedereen regeren, de inhoud wordt later wel bekeken. Vroeger was dat zo evident niet.”

N-VA sprak heel lang met Vlaams Belang. Hoe bekijkt u dat manoeuvre?

“N-VA wil ook echt met Vlaams Belang samenwerken. Velen binnen N-VA denken hetzelfde als de Vlaams Belang-politici. Het was dus deels serieus, rekening houdend dat het de volgende keer wél zou kunnen. Vlaams Belang mag dan wel ons sociaal programma gekopieerd hebben, maar het origineel is nog altijd beter dan de kopie. SP.A verschilt op het vlak van gelijkheid tussen alle mensen, nationalisme en migratie zo fundamenteel dat samenwerking met ons nooit aan de orde kan zijn.”

Tot slot: wat valt u op bij het lezen van de startnota van Bart De Wever?

“Dat ze een programmapunt van mij hebben overgenomen. (lacht) Ze willen eindelijk beginnen met een soort Vlaamse justitie, iets waar ik al jaren voor pleit. Vanuit een sociale reflex, niet vanuit een flamingantische. Als Vlaams minister van Werkgelegenheid vond ik het zo raar dat we zo weinig te zeggen hadden over wat er gebeurde met iemand die de Vlaamse regels niet naleefde. Om de eigen bevoegdheden beter te kunnen controleren, moet de Vlaamse overheid zelf kunnen bepalen wat de ‘Belgische’ procureurs prioritair moeten vervolgen. Neem bijvoorbeeld asbestbestrijding. Het volstaat dat een procureur de Vlaamse milieureglementering te ingewikkeld vindt om een klacht of inbreuk te behandelen… Als allerlaatste parlementair stuk heb ik een technisch dossier gemaakt wat we allemaal zelf al kunnen doen. Mijn politiek testament. Als partijonafhankelijke weet ik dat die conceptnota bij de onderhandelaars circuleert. Dat streelt mijn ego. (lacht) Voor de rest voel ik dat deze nota al is doorgesproken door de partijen. En CD&V kan nu zeggen dat het een nota van De Wever is, om dan later een paar punten te kunnen verzachten. Dat zal een deel van de deal zijn. Anders hadden ze moord en brand geschreeuwd toen de nota uitlekte. Na 28 jaar lees je dat tussen de lijnen. Leuk, behalve dat je ook ziet welke fouten je eigen partij keer op keer maakt…”