Oud-gedeputeerde Carl Vereecke: “Ik ben te braaf, maar wel trouw aan mezelf”

Carl Vereecke op de hippodroom in Kuurne. © Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Het jaar van de onverwachte verandering. Van de stoel van provinciegedeputeerde van onder meer Sport, Onderwijs en Bouw- en Verkavelingsvergunningen in beroep verhuist Carl Vereecke vanaf januari naar de rechtszaal. Op zijn 56ste neemt de Kuurnenaar afscheid van de politiek en keert hij terug naar de advocatuur. Een afscheid na 30 jaar, waarvan 24 met een uitvoerend mandaat. “Ik heb nog een kleine tien jaar voor mijn pensioen voor me. Die wil ik zo positief mogelijk invullen.”

Voor Carl Vereecke wordt 2019 een bijzonder jaar. Voor het eerste sinds 1995 heeft de Kuurnenaar geen politiek mandaat. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober haalde hij dan wel 1.160 voorkeurstemmen en werd zijn lijst van Open VLD met onafhankelijken van Nieuw Kuurne de tweede grootste partij, een deelname aan de meerderheid zat er niet in. Eerder op het jaar verzaakte Vereecke al aan een troostplaats op de liberale lijst voor de provincieraadsverkiezingen. Na een carrière van zes jaar als schepen, twaalf jaar als burgemeester en nog eens zes jaar als gedeputeerde bij de Provincie West-Vlaanderen, is het definitief voorbij. “Het is wat het is. Ik ben niet verbitterd of rancuneus, absoluut niet. Integendeel zelfs. Ik ben dankbaar, enorm dankbaar voor wat ik al die jaren heb mogen doen. Niet alleen bij de provincie, maar ook in mijn eigen Kuurne.”

Machiavelli

Dat Piet Vandermersch hem een klein jaar geleden de loef afstak als provinciaal lijsttrekker, is verleden tijd. Dat huidig Kuurns burgemeester Francis Benoit hem zes jaar geleden ondanks een akkoord naar de oppositiebanken verwees, is voorbij. Geen spoor van verslagenheid of tristesse. “Al die ervaringen, zowel de mooie momenten als de tegenslagen, hebben me gemaakt tot de persoon die ik vandaag ben. Misschien heb ik doorheen de jaren soms te veel vertrouwen gesteld in mensen en ben ik soms te goedgelovig geweest, dat kan. Weet je, ik lees veel boeken van Machiavelli (de middeleeuwse Italiaanse schrijver die talloze boeken en brieven pende over de soms harde strijd om de macht, red.). Je moet dat niet lezen om zoals hem te worden, maar precies om niet in een Machiavelli te veranderen. In een van zijn brieven, zegt hij: ‘Boven alle lof verheven, is diegene die goed spreekt over diegene die over hem kwaad spreekt.’ Ik heb altijd geprobeerd om geen kwaad woord over ‘tegenstanders’ te zeggen, maar zij deden dat wel vaak achter mijn rug. De jongste verkiezingen – inclusief die om het lijsttrekkerschap voor de provincie – hebben me geleerd om me daar niet langer tegen te verzetten.”

Oud-gedeputeerde Carl Vereecke:
© Olaf Verhaeghe

Die brief van Francis Benoit op Facebook deed me deugd. Het valt me wel erg op dat de waardering vooral van buiten mijn eigen partij komt

Het politieke vuur mag dan wel op een lager pitje branden, gedoofd is het niet. Toch lijkt het afscheid onherroepelijk. “Ik heb mezelf de vraag gesteld of ik mijn ervaring, mijn netwerk, mijn kennis niet voor de volle 100 procent elders nuttig kan besteden. Een combinatie advocaat-gemeenteraadslid zie ik niet zitten, om de simpele reden dat ik geen van beide écht volledig zou kunnen volbrengen. Raad, steun achter de schermen, meeschrijven aan programma’s, meedenken over de toekomst… Allemaal geen probleem. Achter de schermen blijf ik de groep steunen. Ik wil de mensen van Open VLD en Nieuw Kuurne niet in de steek laten. Maar op een lijst zie ik mezelf niet meer staan. Het is aan de anderen en de jongeren binnen de Kuurnse liberalen om te herbronnen. Dertig jaar geleden hebben we dat ook gedaan. Helemaal opnieuw beginnen, nieuwe krijtlijnen, scratch, vanaf nul. Ik wil de nieuwe generatie ook absoluut die vrijheid laten. Ik neem die afstand dus heel bewust, ik heb er geen enkel probleem mee.”

Waar zijn toekomst definitief ligt, weet Carl Vereecke nog niet. De advocatuur lijkt de meest logische optie, maar hij schermt ook met aanbiedingen uit de privésector, denkt na over een functie bij de overheid en wil het zelfs als magistraat proberen. “Ik ben nu 56 jaar en sta dus op een kleine tien jaar van mijn pensioen. Uiteindelijk komt het erop aan om die jaren zo positief mogelijk in te vullen. Waar en hoe, dat zien we nog wel. Het komt er vooral op aan om mezelf nuttig te maken voor de mensen die me nodig hebben en op mij een beroep willen doen. Vandaag kan ik mijn ervaring best benutten als advocaat, maar ik durf nu niets uitsluiten.”

Dankbaarheid

Afsluiten als provinciegedeputeerde, het is niet elke politicus gegeven. “Ik ben blij dat ik op een ‘hoogtepunt’ kan stoppen en durf zeggen dat ik best trots ben op wat ik heb mogen realiseren. De voorbije weken merk ik ook dat mijn werk door veel mensen wordt geapprecieerd. Ik heb hier bijvoorbeeld een lijvig kaartje gekregen van een van de hogere vakbondslui binnen ACV Openbare Diensten. Als die vertegenwoordiger mij als politiek verantwoordelijke complimenteert en bedankt voor de voorbije jaren, dan voel je wel dat het toch goed zat, niet? Het personeelsbestand van de provincie is naast het overgedragen personeel uit de provinciale diensten aan Vlaanderen met 10 procent gekrompen. We zijn daar samen in geslaagd. Zonder sociaal bloedbad, zonder protesten, zonder zwarte vlaggen. En de vakbond stuurt me zo’n positief kerstkaartje. Mooi, hé.”

Oud-gedeputeerde Carl Vereecke:
© Olaf Verhaeghe

Carl Vereecke is geboren op 24 december 1962. Hij is getrouwd met Ann Degreve en vader van drie zoons, Simon (26) en de tweeling Emiel en Ewout (22). Carl was burgemeester van Kuurne van 2001 tot 2012 en gedeputeerde van Sport, Onderwijs, ICT, Personeel, Financiën en Bouwberoepen. Na een politieke carrière van 30 jaar, waarvan 24 met een uitvoerend mandaat, keerde hij eind dit jaar terug naar de advocatuur bij Odigo. In zijn vrije tijd houdt Carl eraan om nu en dan eens te duiken.

Ook burgemeester Francis Benoit, vaak opgevoerd als de ‘vijand’ in de strijd om de sjerp in Kuurne, loofde Carl Vereecke in een open brief op Facebook. “Die woorden hebben me deugd gedaan, dat meen ik. Het verwijt dat ik zes jaar geleden al op voorhand zeker was van mijn mandaat bij de provincie, heeft ook hij tussen de lijnen enigszins ontkracht. Ik weet dat zeker te appreciëren. Vanuit Open VLD – op enkele uitzonderingen na – blijkt die dankbaarheid veel minder. Ik hoef die bevestiging niet per se, maar het valt wel op dat de waardering vooral van mensen buiten mijn eigen partij komt. Of dat steekt? Een beetje, ja. Maar ik ga er niet over zitten tobben. Over naar de orde van de dag.”

Samenwerken

Zowel lokaal, regionaal als provinciaal heeft Carl Vereecke zijn stempel kunnen drukken. Opvallend is dat hij bij zijn persoonlijke hoogtepunten telkens het woord ‘samenwerking’ in de mond neemt. “De aanpak van de wateroverlast in Kuurne, bijvoorbeeld. Die pik ik er graag uit, maar dat is zeker niet alleen mijn verdienste geweest. Zowel de verschillende schepenen van Openbare Werken – André Vandenbogaerde, André Vanderbeken, Johan Deylgat en ook Francis Watteeuw nu nog – hebben daaraan bijgedragen. Het belangrijkste is dat we de problematiek over de partijgrenzen heen konden aanpakken. Ook bij de voorbereiding op de vorming van de huidige brandweerzone Fluvia zijn we er met de verschillende burgemeesters, commandanten en andere officieren in geslaagd om het algemeen belang voorop te stellen. Bij die besprekingen heb ik de empathie en de samenhorigheid onder gemeenten ten volle mogen ervaren.”

Politieke roofdieren

Van de brandweer in Zuid-West-Vlaanderen schakelt Carl moeiteloos over naar de brandweer van de toekomst. Het Provinciaal Opleidingscentrum voor Veiligheidsdiensten, kortweg Campus POV, in Zedelgem is volgens de oud-gedeputeerde het voorbeeld van wat een provinciebestuur kan en moet betekenen. “De volledige provincieraad, de deputatie én de gouverneur zelf hebben daarin een onmiskenbare rol gespeeld. We zijn erin geslaagd om de site om te bouwen tot een modern opleidingscentrum waar alle West-Vlaamse gemeenten uiteindelijk wel bij varen. Ik ben ook mijn voorgangster (Marleen Titeca-Decraene, red.) erkentelijk. De duiktank in Zwevegem bijvoorbeeld of de ontwikkelingen in De Gavers stonden al stevig in de steigers toen ik begon. Dat ik daar dan de lintjes mag doorknippen, is ook grotendeels haar verdienste, dat besef ik zeker.”

Oud-gedeputeerde Carl Vereecke:
© Olaf Verhaeghe

Het werk van wie voor hem kwam appreciëren, het werk van wie na hem komt zo goed mogelijk voorbereiden. Zo omschrijft hij twee kerneigenschappen van een goed politicus. “Ik merk dat veel mensen nu te veel op korte termijn denken. Het eindresultaat moet volgens mij altijd boven de persoon staan, het project moet de politicus overstijgen. In dat opzicht heb ik ook geen spijt van zaken die ik niet afwerkte, ik weet dat ik altijd gepoogd heb om de fundamenten van grote of kleine realisaties te leggen. Ik weet dat anderen dat wel zullen kunnen afronden. En dan ben ik de eerste om proficiat te zeggen.”

“Als je een boot bouwt, moet je vooraf weten waar je wil gaan varen. Een vlot volstaat voor een meer en is snel klaar. Voor op de oceaan heb je toch misschien eerder een tanker nodig. En een tanker bouwen, vraagt tijd. Als je droomt van een project, begin je niet meteen te bouwen. Je vraagt je eerst af waar je wil landen. Na 6, na 12, na 18 jaar. Nu denkt men iets te veel: ‘wat ga ik over 5-6 jaar kunnen tonen aan de mensen, om weer verkozen te geraken?'”

Of hij dat politieke bouwen dan niet gaat missen, nu hij er na al die jaren mee ophoudt. “Het wordt wennen, dat is zeker. Maar het wordt vooral anders. Dag na dag zal dat evolueren. Ik zal bovendien nog altijd mijn vergaderingskes hebben, wees gerust. De politiek is ook enorm veranderd. Ik zeg niet dat het slechter dan wel beter is geworden, het is anders. Heb ik mezelf daar onvoldoende aan aangepast? Dat kan. Ben ik te braaf geweest? Misschien wel. Te goedgelovig alleszins. Maar ik ben wel altijd trouw gebleven aan mezelf. Ik stam uit de tijd dat een woord een woord was, dat een getekend contract stand hield en dat partijtucht belangrijk werd geacht. Vandaag kunnen politici, roofdieren als ze soms zijn, twee contracten tekenen, met evenveel engagement. Ik kan dat niet. En ik wil dat ook niet. Ik ben niet tegen de politici van vandaag. Maar we moeten meer focussen op zij die het goed menen – en geloof me, er zijn er gelukkig nog veel. We moeten met de bedrijfswereld, met de onderwijswereld, met alles wat rond de politiek draait, die mensen helpen. In het algemeen belang.”

Ik stam uit de tijd dat een woord een woord was, een getekend contract stand hield en dat partijtucht belangrijk werd geacht

Weg van de voorgrond

Verdwijnen van het politieke toneel, betekent ook grotendeels verdwijnen uit de publieke ruimte. Weg van de voorgrond, niet langer op foto’s, niet langer speechen op openingen, geen lintjes meer. Maar ook dat zal Carl naar eigen zeggen niet missen. “Er komen andere zaken in de plaats. Ik hoop nu wat meer te kunnen sporten bijvoorbeeld. Ook als advocaat kan je trouwens – als je dat wilt – dat plekje in de spotlights nemen. Minder frequent misschien, en op een andere manier, maar het kan. Wie wil, kan elke dag via de sociale media aan de wereld tonen wat hij doet. Ik merk bij mezelf: ik heb daar weinig boodschap aan. Die publieke belangstelling ga ik niet missen, neen.”

Niet in clichés

In de Kuurnse gemeenteraad wordt Carl als raadslid vervangen door zijn jongere zus Isabelle, Fanny Decock wordt de nieuwe fractieleider voor Open VLD. Niet alleen verliest de enige oppositiepartij een pak ervaring, met Carl verliest men ook dé spreekbuis. Is de oppositie tegen de ploeg van burgemeester Benoit nu niet gekortwiekt? “Dat weet ik nog zo niet. Het wordt een andere oppositie, maar dat laat ik aan de nieuwe mensen in de raad over. Ik zal het blijven volgen, vanop een afstand, zonder me te mengen. Uiteraard zal Fanny moeten groeien in haar rol, en uiteraard zullen de anderen nu net iets vaker het voortouw moeten nemen. Het wordt tijd dat die nieuwe generatie opstaat. Ze zullen dat ook goed doen. Het is vanuit de oppositie wel niet gemakkelijk om de inspanningen die je levert, voldoende weerklank naar de buitenwereld toe te geven. Daar gaat men nu ongetwijfeld hard aan werken.”

Was 2018 het jaar van de verandering voor Carl Vereecke, dan belooft 2019 een jaar van nieuw te ontdekken wegen te worden. “Wensen voor het nieuwe jaar? Niet de clichés van een goede gezondheid en veel geluk, die zijn evident (glimlacht). Als iedereen rondom mij rustig zijn of haar ambities op een gezonde manier weet waar te maken, is Carl Vereecke een gelukkig man.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier