Oud-burgemeester Moenaert: “De politieke spoeling in Brugge is heel dun”

Patrick Moenaert en Yves Roose. s © Davy Coghe
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

Met het politieke afscheid van burgemeester Patrick Moenaert (69) en schepen Yves Roose (68) verdween ook de populaire strip ‘Patrick & Yves’, die wekelijks in deze krant de Brugse politiek door de mangel haalde. Vijf jaar later halen we ‘Patrick & Yves’ van onder het stof. Niet alleen de stripfiguren, maar ook de personen zelf. En die zijn nog scherper dan de cartoon…

“Ken je die twee oude mannen van The Muppets, die vanop het balkon op alles en iedereen commentaar geven? Dat zijn wij nu, Yves”, grapt Patrick Moenaert (CD&V) midden in het interview. De oud-burgemeester en zijn rechterhand Yves Roose (SP.A) regeerden 18 jaar lang als een duo over Brugge, tot ze exact vijf jaar geleden besloten om te kappen met politiek.

Net voor jullie afscheid kwamen jullie in 2012 toch nog op als lijstduwer. Hoe kijken jullie daar nu op terug?

Patrick Moenaert: “Mijn beste vrienden in de politiek – een zeer belangrijke nuance – zeiden me: doe dat niet, je gaat op je kop krijgen. Ik wilde mijn partij steunen en haalde als iemand die sowieso zou stoppen nog 4.588 stemmen. Goed voor een zetel of drie en misschien een schepenambt. Denk je dat ik daar een bedanking voor kreeg? Integendeel, het is mijn schuld dat ze de burgemeester niet meer hebben.”

Yves Roose: “Patrick had nog twee jaar burgemeester moeten blijven en dan de fakkel moeten doorgeven aan De fauw.”

Moenaert: “Niet dat ik dat niet wilde, ze hebben het me nooit gevraagd… Sinds 2006 – ik haalde toen 17.450 stemmen – duwden ze me al naar de uitgang om te kunnen overnemen. Respectloos.”

Roose: “Uit dankbaarheid voor de kansen van de partij én omdat ik wist dat mijn boodschap nog potentieel had, deed ik mee in 2012. Zonder campagne haalde ik nog bijna 2.000 stemmen en raakte ik verkozen. Heimelijk hoopte ik dat de partij mijn mening over mijn beleidsdomeinen zou vragen, maar niets. In Bergen, 135 kilometer verder en waar ze een andere taal spreken, werd mijn raad meer gevraagd toen ze hun festiviteiten als Culturele Hoofdstad van Europa voorbereidden. Omdat ik onverwacht zo veel stemmen haalde en mensen me vroegen om niet te stoppen, ben ik geplooid. Een grote vergissing.”

Moenaert: “Wat had ik je gezegd, Yves?”

Door Koen De Brabander en Bart Vantieghem.
Door Koen De Brabander en Bart Vantieghem.

Roose: Doe dat niet! Eenmaal je aan het roer van het schip hebt gezeten, moet je niet aan de achterkant zitten zwalpen. En je had gelijk. Tweemaal ben ik naar de gemeenteraad geweest, maar het was mijn ding niet. Als lid van de meerderheid mocht ik niets zeggen in de gemeenteraad. Daarna trok ik voor drie maanden naar het buitenland, waar ik vooral sliep. Vierentwintig jaar niet thuis geweest. Opgebrand. ‘t End. Ik ben al cynisch van nature, maar dat begon de overhand te nemen. Niet gezond. Ik kon gerust twee, drie jaar op ralenti doorgaan, om aan een vol pensioen te komen, maar dat zit niet in me. Voluit of niets. Eenmaal thuis diende ik mijn ontslag in. De Brugse politiek volg ik niet meer zo intensief. Ik lees wel de krant, maar dat is vooral een excuus om een pint te kunnen pakken in mijn wijkcafé.” (lacht)

Moenaert: “Ik ben geabonneerd op veel meer kranten en magazines dan ik kan lezen en uiteindelijk lees ik meer over wie er overleden is dan over de politiek.”

Roose: “Zolang we niet in dat lijstje staan, is het goed, Patrick. Ik heb weinig problemen om afscheid te nemen. Eerstdaags geef ik mijn ontslag als voorzitter van de Van Acker Stichting. Niet uit ruzie, het is tijd voor anderen. Net zoals ik twee jaar geleden de fakkel doorgaf bij het MAfestival. Dat had intussen nood aan een internationaal netwerk en daar weeg ik niet zwaar genoeg voor. Voor het Concertgebouw, Vrienden van de Musea en LEIF zet ik me nog in, en elke dinsdagochtend leer ik Nederlands aan nieuwkomers via het systeem van praattafels. De druk is weg, ik spreek enkel nog af met mensen die ik wíl zien, doe enkel nog waar ik zin in heb. Tentoonstellingen bezoeken, reizen, koken. En sporten, maar niet te veel. Twee uurtjes tennis per week.”

Meneer Roose mist de politiek niet. Doet u dat wel, meneer Moenaert?

Moenaert: “Neen! Het is dertig jaar lang radicaal ‘ja’ geweest, nu is het radicaal gedaan. De laatste jaren werd ik zesmaal geopereerd voor kanker. Ik leef van dag tot dag, van controle tot controle. Ik kom wel tijd te kort. Vroeger groeide mijn gras letterlijk een halve meter hoog, tussen de struiken. Daar maak ik nu wel tijd voor vrij. Ook in vriendschappen, want veel maten heb ik tekortgedaan. En ook: in de politiek wachten ze niet meer op me. Sinds de dag van de verkiezing in 2012 heb ik, als burgemeester, tot januari geen schepen meer gezien. Ze lieten me vallen als een steen. Het stadhuis, waar ik 18 jaar dag en nacht leefde, ben ik de laatste vijf jaar niet meer binnengestapt. Welkom ben je er niet.”

Roose: “Het gebeurt dat grote werken ingehuldigd worden als je zelf niet meer actief bent. Het Concertgebouw was het paradepaardje van Patrick, voor mij als schepen van Onderwijs was de uitbouw van de Academie belangrijk. Je denkt toch niet dat ik voor de opening uitgenodigd werd? Dat moet je erbij nemen, anders verzuur je. En ik weiger te verzuren. Het belangrijkste is dat het er staat voor de studenten.”

Moenaert: “Yves, ze zijn nog altijd bezig met zaken van ons. De achterkant van het station en de tunneltjes onder de sporen: dat zijn ideeën uit 1989, waarvoor wij geld naar Brugge haalden of reserveerden. Nog zo’n voorbeeld is het cruisegebouw. Vroeger werden de mensen daar ontvangen tussen de autobanden.”

Waarover moeten de komende verkiezingen gaan, volgens jullie?

Moenaert: “Mobiliteit. Waarom moest parkeren in de hele binnenstad betalend worden? Op pakweg Sint-Anna had je toch geen problemen? Wij luisterden meer luisterden naar de mensen. Het mag geen pesterij worden.”

Roose: “Neen, dat is niet waar, Patrick. De overlast van scholen voor buurtbewoners was groot. In het begin was ik ook absoluut tégen de plannen van Landuyt. Zat ik nog in de gemeenteraad, ik had tegengestemd. Ik vind het zeer onvriendelijk om de mensen overal te laten betalen. Als mijn dochter op bezoek kwam, moest ze 2,5 euro per uur neertellen. Maar achteraf gezien, moet ik zeggen dat hij toch de moed had om het te doen. Als ik nu thuiskom met mijn auto, heb ik plaats voor mijn deur. Vroeger moest ik ver uitwijken, tot aan café De Reisduif. Al was dat niet zo erg, hoor.” (lacht)

Moenaert: “Wij hadden ook courage, maar wij bouwden voort op het lussenplan van mijn voorganger Frank Van Acker. Het werkte en iedereen was content.”

Roose: “Eigenlijk ben ik verwonderd dat het protest vrij beperkt bleef. Gelukkig is de tijdlimiet van 2 uur weer 4 uur geworden.”

Moenaert: “Die 4 uur moest weg, want dat was van Moenaert, hé. Het moest vooral het omgekeerde van mij zijn. Kijk, toen ik verantwoordelijk voor Mobiliteit was, drongen de studiebureaus aan om de parkeertijd te beperken tot 2 uur. Ik hield voet bij stuk en koos voor 4 uur. Ik dacht aan de mensen die naar de dokter moeten, op restaurant willen… We werkten met een visie. Landuyt koos wél voor die 2 uur, maar heeft zijn staart mogen intrekken. (haalt een vergeeld artikel boven) Mijn vrouw gaf dit mee. Een artikel uit 1995, ik was net burgemeester. De titel: Ik verwacht geen grootse dingen van Patrick Moenaert. Is dat een uitspraak van een coalitiepartner? Zo denigrerend. Dat heb ik nooit gedaan. Landuyt maakt met iedereen ruzie. Het gaat zo ver dat Brugge geen euro meer binnenhaalt: noch van De Lijn, noch voor openbare werken. Als je altijd het conflict opzoekt…”

“Een artikel uit 1995, ik was net burgemeester. De titel: Ik verwacht geen grootse dingen van Patrick Moenaert. Is dat een uitspraak van een coalitiepartner?” (Foto ON)

Roose: “Wij twee hadden ook eens een conflict, maar dat bleef binnenskamers en we praatten het uit. En ik kende mijn plaats. De burgemeester had de eindbeslissing. Ik kon Patrick wel overtuigen van iets, zoals meer geld voor Cactus, steun voor Lumière… Als socialist vind ik het belangrijk dat je iets kan gunnen aan anderen. Als je dat niet kan, vind ik dat heel triestig.”

Moenaert: “En bij ons ging het over dossiers.”

“Burgemeester? Landuyt is de minst slechte keuze”

Roose: “Zelf vond ik de Klinkers-formule uitgemolken, maar had de courage niet meer om met iets nieuws te komen. Ik hoopte op iets compleet anders. Het is krek hetzelfde, maar het heet nu Moods…”

Moenaert: “Nog zo’n grote revolutie: de wijkcheques! Die vonden wij uit, 150 hadden we er. Maar bij ons heetten ze zomercheques. Ook die naam moest veranderen. Wij stonden dichter bij de mensen. Mijn dochter is samen met een Nederlander, uit Goes. Een halve Vlaming, hé. Wel, hij kreeg een uitnodiging voor een inburgeringscursus én lessen Nederlands. En hij mag een begeleider kiezen.”

Roose: “Dat meen je niet?”

Moenaert: “Die mens ligt op zijn rug van ‘t lachen. Dicht bij de mensen, heet dat.”

“Mijn schoonzoon – een Nederlander – kreeg een uitnodiging voor lessen Nederlands. Dicht bij de mensen, heet dat dan”

Roose: “Ik geef anders al een voormiddag per week Nederlands aan Syriërs, Afghanen, Nepalezen, Mexicanen… Mensen die vooruitgaan maken in hun taalgebruik.”

Moenaert: “Hoor, net een N-VA’er.” (lacht)

Roose: “Ga je me nu beledigen?” (lacht)

Kunnen jullie leven met Pol Van Den Driessche als burgemeester?

Roose: “Neen. Zijn romantisch concept van Brugge is voorbijgestreefd. Op dat vlak is Landuyt opener en heeft hij meer toekomstvisie, ook al ben ik het niet altijd met hem eens. Ik denk niet dat Pol iemand is die Brugge kan optillen. En met zijn partij kan ik niet om. De N-VA bracht vooral veel verzuring in de samenleving.”

Moenaert: “Ik ken Pol van één dossier: de Ronde van Vlaanderen. Met Rik Vanwalleghem onderhandelde ik over de start van de Ronde in Brugge. Ik kan je vertellen waar we zaten en wat we aten. Nadien lees ik, en dat is typisch Pol en de politiek, dat hij de Ronde binnenhaalde en deed hij alsof ik er niet bij betrokken was. Kinderachtig.”

Wie is voor jullie de beste burgemeester voor Brugge?

Moenaert: “Moenaert, zeker?” (lacht)

Roose: “Mag Roose eens een kans krijgen?” (lacht) Neen, Landuyt heeft al heel zijn leven geluk gehad. Op het juiste moment was hij op de juiste plaats. Misschien is dat intelligentie. Want dat is hij wel: intelligent. Voor mij is hij de minst slechte keuze.”

Moenaert: “Landuyt won altijd bij fouten van anderen. Toen Chevalier mocht gaan, kwam Landuyt in de plaats. Hoe is het in 2012 gegaan? Door fouten van anderen.”

Door fouten van CD&V.

Moenaert: (onverstoord) “Door fouten van anderen.”

Roose: “Groen, daar praat ik zelfs niet over. Ik geloof ook niet in Mercedes Van Volcem (Open VLD). Geen bruggenbouwer, ze zou twee stenen doen vechten. Had ze het anders aangepakt, was ze veel verder geraakt.”

Moenaert: “Als ze het anders had aangepakt, was ze nog schepen.”

Roose: “Dirk De fauw is voor mij niet toekomstgericht genoeg, te grijs. Ik apprecieer hem als mens, maar zou hem niet graag als burgemeester zien. Brugge heeft een drive nodig. En Landuyt heeft die meer.”

Meneer Moenaert: Dirk De fauw verloor de vorige verkiezing, met de vorige burgemeester als lijstduwer. Had hij recht op een nieuwe kans?

Moenaert: “Ik weet enkel dat CD&V met een sterke lijst komt en dat Renaat Landuyt niet gedragen wordt door het volk. Dat hoor ik van ‘s morgens tot ‘s avonds.”

Wie is voor u de beste burgemeester?

Moenaert: (zeer lange stilte) “Voor de derde grootste stad van Vlaanderen vind ik de spoeling in Brugge zeer dun. Ik hoop dat we iemand krijgen die voluit gaat voor Brugge, dag en nacht. En veel naar Brugge haalt. Kijk eens wat wij binnenhaalden. En dan heb ik het niet enkel over Euro 2000 of Brugge Culturele Hoofdstad van Europa. Kijk naar de centen. Al het Vlaamse renovatiegeld kwam naar Brugge. Heel de stad is gerestaureerd, en ze kunnen nog 50 jaar verder. Trouwens, ik kwam via de Katelijnestraat. Mens, die kasseien zijn een hel.”

Roose: “Ben je met de fiets?”

Moenaert: “Met de auto. Maar zelfs dat is niet te doen. En dat als toegangsweg. Best dat die brug weer kapot is.” (lacht)

Renaat Landuyt zegt dat hij stopt met politiek als hij één stem minder haalt. Hoe interpreteren jullie dat?

Moenaert: “Het zou beter zijn.” (lacht)

Roose: “Ik vind dat denigrerend naar al de mensen die op de lijst staan en zich ervoor inspannen, rondhollen en er geld insteken. Stel nu dat de SP.A-lijst vooruit gaat en het ego één stemmetje minder haalt. Dan doet hij het niet meer. Het doet me vermoeden dat hij met een plan B zit. Naast de politiek? Niet noodzakelijk. Misschien wil hij weer parlementair worden, want cumuleren mag niet meer van John Crombez.”

Moenaert: “Is hij nog voorzitter?” (lacht)

Roose: “Toen ik thuis vertrok, toch nog. (lacht) Ik heb geen sociale media meer om het nu te controleren.”

Moenaert: “Ik heb die nooit gehad. Van mijn tien schepenen hadden er twee Facebook. Dat was nefast voor de verstandhouding in het college. Terwijl ik nog uitlegde hoe het in elkaar zat, vertelden ze al via hun sociale media wat ze binnengehaald hadden. Maar dat waren uitzonderingen, twee schepenen op drie legislaturen. Yves deed dat niet. En hij kon het niet, ook.” (lacht)

Zijn jullie tevreden met wat de opvolgers deden met jullie politieke erfenis?

Roose: “Over een stad als Brugge mogen regeren was én is een cadeau. Geen financiële problemen, geen criminaliteit, een groot dorp dat toch op de wereldkaart staat. Daar moet je behoedzaam en met betrokkenheid mee omgaan. Niet altijd heb ik het gevoel dat dat gebeurt.”

Moenaert: “Wij hebben Brugge internationaal op de kaart gezet, maar we zijn weer aan het afzakken. Oostende, Kortrijk en zelfs Roeselare nemen het stilaan over. De Triënnale die ik nu beter vind dat de eerste editie is maar eenmalig. Plus est en vous. Heren van Gruuthuse.”

Roose: “Ik heb ook gedeeltelijk dat gevoel. Als democraat vind ik dat ieder mens het recht heeft om naar hier te komen. Maar we moeten ons hoeden voor het teveel aan toeristen die niets bijdragen tot onze stad. Daarom ben ik een zeer koele minnaar van de cruises. Onze cafébazen hebben daar niets aan. Hopelijk worden we geen nieuw Venetië. Zie je het al gebeuren dat we voor wijken als Sint-Gillis een pasje nodig hebben om er binnen te mogen?”

Moenaert: “Door de concentratie van het toerisme in de gouden driehoek hebben we Sint-Anna en Sint-Gillis toch gevrijwaard? Daar word je niet platgelopen. Voor toeristen die een tweede of derde keer komen, moet je een alternatief programma hebben. Het andere intieme Brugge tonen. Maar ik hou vast aan dat concentratiemodel. Dat is de commerce van Brugge, daar zijn we groot van geworden en leven we van.”

Ze zeggen dat de politiek harder is geworden. Klopt dat?

Moenaert: “Het begon al in onze tijd, met te proberen scoren op de sociale media. Dat heeft niets met politiek te maken. En op al die blabla moet je reageren.”

Roose: “Hoge bomen vangen veel wind en het is logisch dat je op je kop krijgt. Maar bij ons was het menselijker. Nu is het allemaal zo vluchtig, er is geen langetermijnvisie meer. Daar heb je geen tijd meer voor, want je moet in ‘De Slimste Mens’ zitten. Dan ben je populair, voor een jaar ofzo. Een van mijn favorieten boeken is ‘Amusing Ourselves to Death’. We zijn zo ver. Een Trump: dat is toch een schertsfiguur?”

Moenaert: “Wel een gevaarlijke, zoals Poetin.”

Roose: “Daar word ik soms ongelukkig van. Maar ik heb niet veel tijd meer om ongelukkig te zijn.”

Moenaert: “Trump en Poetin? Geef mij maar Patrick en Yves.” (lacht)