Op stap met burgemeester Ruth Vandenberghe door haar Kortrijk: “Ik voel dat ik deze job in de vingers heb”

Ruth Vandenberghe: “We vergeten soms wat deze crisis aanricht op andere vlakken. Denk maar aan de stijging van intrafamiliaal geweld. Ik ben ook hoofd van de politie, ik zie de cijfers. Het is echt verschrikkelijk.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Als het over Kortrijk gaat, ben ik de baas.” Het is een zelfzekere Ruth Vandenberghe die spreekt. De liberale politica is waarnemend burgemeester van de Guldensporenstad, omdat Vincent Van Quickenborne voor Brussel koos. Als een bevlogen gids neemt ze ons op sleeptouw door haar stad. We praten over vis in de Leie, sluimerende frustraties, referenda en moskeeën en haar politieke ambities.

Ruth Vandenberghe

• Geboren op 24 maart 1973 in Kortrijk

• Licentiaat Politieke en Sociale Wetenschappen (Universiteit Gent)

• Woont in Kortrijk. Moeder van twee zonen: Bob (21) en Vic (19)

• Was twintig jaar ambtenaar voor de stad Kortrijk

• Schepen van 2019 tot 2020

• Waarnemend burgemeester sinds 1 oktober 2020


Kortrijk, stad aan de boorden van de Leie. Er zit weer vis in, zegt Ruth Vandenberghe (Open VLD). De lokale cultfiguur Johny Turbo zou het moeten weten. De burgemeester heeft een wandeling uitgestippeld langs deze Kortrijkse levensader. Ze wandelt graag, zegt ze. In de velden en de bossen van de Westhoek. “En afsluiten met een stevige trappist in een bruine kroeg.” Of slenteren in grote steden. “Het hangt af van het gemoed.”

Vooraleer we langs de rivier naar het Buda-eiland wandelen, werpen we een blik op de Grote Markt, waar de kerstfoor voor ambiance zorgt. Corona of niet, het is Winter in Kortrijk. “We doen er alles aan om het te laten doorgaan, zo veilig mogelijk. (fel) Ik heb het écht gehad met die wirwar aan maatregelen. Het is zó frustrerend. Ik denk dat elke burgemeester dat zal beamen. Maar enfin, ik heb geen goesting om heel de tijd over corona te praten. Kunnen we dat afspreken?” (lacht)

Geen klein hartje meer

We steken de brug over richting Reepkaai. De burgemeester wijst op de grote bedrijvigheid aan deze kant van de stad. “Dit is een van de belangrijkste projecten van de legislatuur”, zegt ze. “Het is symbolisch voor onze invulling van de openbare ruimte. We schrappen parking en creëren ruimte voor de burger. De verlaging van de Leieboorden aan de Broeltorens is al klaar. We zullen nu in een tweede fase nog meer groen en ruimte voor ontmoeting realiseren, waaronder een nieuw cultuurhuis. Ik zeg u: het wordt mooier dan de Graslei in Gent.”

Vandenberghe spreekt bevlogen over haar stad. Ze is graag burgemeester, zegt ze. De fase van het kleine hartje waarmee ze aantrad , is voorbij. “Ik voel dat ik het in de vingers heb.” Toen Vincent Van Quickenborne op 1 oktober vorig jaar minister werd, werd toenmalig schepen Ruth Vandenberghe gesommeerd om zijn stoel warm te houden. Een waarnemend burgemeester, zo heet dat. Wat het verschil is? “Er is géén verschil”, benadrukt ze. Wie dan de baas is, vraag ik. Vandenberghe lacht ietwat groen. Ze is de vraag al beu gehoord, zegt ze. “Als het over Kortrijk gaat, ben ik de baas. Vincent heeft zijn handen meer dan vol in Brussel. Elke maandagochtend hebben we overleg met de blauwe schepenen. Dan belt hij even in om op de hoogte te blijven van de grote dossiers.”

Een positieve vibe

We wandelen langs de IJzerkaai op het Buda-eiland. Als de indrukwekkende K-Tower aan de overkant van het water opdoemt, maant de burgemeester aan om even halt te houden. De K-Tower is een hypermoderne woontoren, de hoogste van de stad. “Als de zon erop schijnt, lijkt het wel een vuurbol”, zegt ze. “Ik kan echt genieten van architectuur. Van modern én historisch. Kortrijk moet de combinatie van de twee in de verf zetten. We mogen geen Bokrijk worden, maar we moeten ons erfgoed wel in ere houden.” We zijn halfweg de legislatuur. Is Kortrijk al de beste stad van Vlaanderen, zoals het bestuursakkoord met Vooruit en N-VA ambieert? Vandenberghe lacht. “Gelukkig niet. Stel u voor dat we nu al onze ambitie vervuld hebben. Wat moeten we dan de komende jaren doen? Neen, maar je voelt wel een positieve vibe. De mensen zijn fier op hun stad.”

Ruth Vandenberghe met journalist Paul Cobbaert.
Ruth Vandenberghe met journalist Paul Cobbaert. © Christophe De Muynck

Wat de stempel is van Ruth Vandenberghe? Dat is een moeilijke vraag, zegt ze. “Ik ben nog maar één jaar burgemeester. Ik wil vooral realiseren wat we beloofd hebben. Helaas gooit corona roet in het eten. Enkele projecten lopen vertraging op. Er zijn er zelfs die niet kunnen doorgaan. De markthal op de Veemarkt bijvoorbeeld. Maar u vroeg naar mijn stempel. (denkt na) Die is vooral immaterieel: mijn manier van aanpak. Als mensen binnen twintig jaar terugkijken, moeten ze zeggen: die Ruth, dat was een warme, toegankelijke burgemeester die daadkracht toonde. (lacht) Een veilige en nette stad is mijn stokpaardje. Ik ben trouwens de eerste vrouwelijke burgemeester van Kortrijk. Ook dat is waardevol.”

Het Onument

Het oog van de fotograaf valt op een brug boven het water. Hij ziet er twee hoge strandreddersstoelen staan, ideaal voor een fotoshoot. Hier is de bekende Buda Beach, een gezellig strand in het hart van de stad. In de zomer krioelt het hier van het Kortrijkse volkje. De brug wordt in de volksmond de swaffelbrug genoemd. “Maar zeg niet dat ik dat gezegd heb, hé”, schatert de burgemeester het uit. Ze wijst op een kunstwerk aan de overkant van het water, Moeder Aarde, een naakte vrouw, deels verzonken in het gras.

© Christophe De Muynck

Op welke realisatie ze voorlopig het meeste fier is? Ze moet lang nadenken. “Er zijn zoveel dingen. Wat zou ik noemen? (denkt na) Wel, ik ga het Onument noemen op onze begraafplaats. Dat is een cirkelvormig herdenkingsmonument voor de coronaslachtoffers. Wij waren de eerste stad in Vlaanderen die hiermee klaar was. Het is een mooie en ontroerende ontmoetingsplek geworden. Het zorgt voor verbinding tussen mensen. Ik ben daar heel fier op.”

Sluimerende frustraties

We wandelen terug naar het historische hart van de stad langs de Damkaai. We passeren het huis van voormalig minister en burgemeester Stefaan De Clerck. Een weetje: in de begindagen van haar carrière heeft Vandenberghe nog op zijn kabinet gewerkt. Wat haar grootste ontgoocheling is, is de volgende vraag. Deze keer moet ze niet lang nadenken. “De stijging van het intrafamiliaal geweld in deze coronacrisis. Ik ben ook hoofd van de politie, ik zie de cijfers. (even stil) Het is echt verschrikkelijk. En we weten dat het stijgt door corona. We vergeten soms wat deze crisis aanricht op andere vlakken. Het zorgt ook voor wantrouwen in de samenleving, zeker tegenover de politiek, maar ook tegenover elkaar. Er zijn zoveel sluimerende frustraties. (zucht) Alles is zo gepolariseerd.”

Als Vandenberghe en Van Quickenborne op een andere lijn zitten, dan is het vooral over corona. De politica is geen aanhanger van de strenge leer. “Natuurlijk is de volksgezondheid prioritair, maar we moeten ook aandacht hebben voor mentaal welzijn en andere aspecten.” Of ze dikwijls kwaad is op haar voorganger? Ze lacht luid. “Ik ga geen antwoord geven. Anders maakt u daar de titel van. Ik denk wel soms: als Vincent burgemeester zou zijn, zou hij ook mijn lijn volgen.”

Geflopt referendum?

We stappen de Broelbrug op die de iconische Broeltorens verbindt. Zelfkennis is het begin van alle wijsheid. Daarom vragen we de burgemeesters om zichzelf een cijfer op tien te geven. “Ik denk dat ik een zeven verdien. Dat is trouwens mijn geluksgetal.” Dat het referendum mislukt is, is geen grote smet op het palmares, zegt ze. Deze coalitie wou elk jaar een referendum organiseren onder de inwoners. Dat moet de stad op de kaart zetten als model van directe democratie. De tweede editie, in oktober, flopte echter, omdat te weinig mensen een stem uitbrachten. De inzet: de aankoop van een kunstwerk.

“Wellicht was dat niet de beste periode om die vraag voor te leggen. De mensen lagen van andere dingen wakker. Het thema leefde niet genoeg. Dat was een verschil met het eerste referendum, over autoloze zondagen. Of er nog referenda komen? Ik wacht de evaluatie af. (denkt na) Ik vind wel dat een bestuur moet durven experimenteren met vormen van directe democratie. Het referendum is niet het enige, hé. We doen meer dan dat. De burgerbudgetten bijvoorbeeld.”

Heet hangijzer

We keren terug naar de Grote Markt en het Belfort, Unesco-werelderfgoed. De burgemeester vertelt enthousiast over haar droom van een 15-minuten-stad. “Dat betekent: alles bereikbaar met de fiets binnen de vijftien minuten.” Ze noemt Kopenhagen en Wenen twee modelsteden. “Kortrijk moet een groene, bedrijvige stad zijn, waar de economie floreert en mensen graag komen. Openbaar vervoer is een werkpunt. Ik zou graag een tramverbinding zien dwars door de stad.”

© Christophe De Muynck

We stappen naar het Begijnhof, ook werelderfgoed. Het laatste begijntje is jaren geleden overleden. Of het een leven voor haar zou zijn? Ze lacht luid. “Het vrome deel niet, neen. Maar vergis u niet: de begijnen waren ondernemende vrouwen. In die zin waren ze wel rolmodellen.” Van het Begijnhof naar de Atakwa-moskee, het is een kleine stap. De verhuizing van het gebedshuis is een heet hangijzer. Er is een betoging geweest met Filip Dewinter en andere Vlaams Belang-kopstukken. “Dat klopt, maar ik wil dat ook relativeren. Er waren 250 mensen aanwezig, waaronder veel niet-Kortrijkzanen.” De burgemeester aarzelt om verder te spreken. Weg is plots de spontane en bevlogen vrouw. “Alles wat over dit thema gaat, is zo gevoelig. Het thema is zo gepolariseerd. Als alle regels gevolgd worden, dan mag de moskee daar komen van mij. Maar verder wil ik daar niet te veel over zeggen, want de procedure is nog niet afgerond.”

Impulsieve beslissing

We wandelen de winkelzone in, met het befaamde winkelcentrum K in Kortrijk. We trekken van hieruit naar de schouwburg, waar een ijspiste opgesteld staat. De burgemeester stelt voor een koffie te drinken om het gesprek af te sluiten. Ze wijst naar Den Bras, een bruine kroeg aan het station. We praten over haar roots die in Marke liggen, van oudsher CD&V-grond. Over haar overstap van de ambtenarij naar de politiek. “Een impulsieve beslissing, maar that’s me.” Over de sociale media. “Ik waak erover dat ik geen pint te veel drink. Voor je het weet, sta je op sociale media te blinken.”

Wat haar ambities zijn voor 2024, is mijn laatste vraag. Opnieuw een heikel thema. Ze mikt op de lokale verkiezingen, zegt ze. “Ik ben verknocht aan mijn stad. En ja, ik zou graag burgemeester blijven. Dat is ook normaal, zeker?” Ze zwijgt even. Of iedereen in haar partij dat even graag hoort, is een andere vraag. De koffie wordt op tafel gezet. We toosten op het nieuwe jaar. Cheers!


Drie keer eindejaar

Wie is de West-Vlaming van het jaar?“Mijn moeder, een voorbeeld van positiviteit en drive. Zij is de figuur van de eeuw voor mij.”

Wat was het dieptepunt van het jaar?“Het beklemmende gevoel dat ontstaan is door corona. Het wantrouwen in de samenleving, de frustraties.”

Wat was het mooiste moment van het jaar?“Mijn zomervakantie in Griekenland. Voor het eerst in héél lange tijd was mijn hoofd even vrij van zorgen. Dat was echt genieten.”