Nicole Beschuyt-Walraevens was eerste vrouwelijke schepen: “Ik moest me dubbel zo hard bewijzen”

Nicole Beschuyt-Walraevens: "Ik ben er trots op dat ik de eerste vrouw in het Oostendse schepencollege was." © Davy Coghe
Hannes Hosten

Ze droeg altijd rode kleren en dronk op de gemeenteraad steeds Oostende Thermal, het toen nog bestaande Oostendse mineraalwater. Nicole Beschuyt-Walraevens (74) was ooit het jongste gemeenteraadslid van België en de allereerste vrouwelijke schepen van Oostende. “Je moest je dubbel zo hard bewijzen, want ook in mijn partij waren sommigen toen radicaal anti-vrouw”, vertelt de volbloed socialiste.

“Ja, ik heb iets met boten. Ik werkte vroeger op de bureaus van de RMT en ging vaak eens mee met de male. Vrienden van mij hebben een scheeptje en ik heb altijd graag gevaren.” Nicole vertelt het in een typisch Oostends met veel Geraardsbergse klanken. Een kind van de zee is ze niet, al woont ze hier al 56 jaar.

Hoe kwam je in Oostende terecht?

“Ik ben in Geraardsbergen geboren, maar we kwamen hier met vakantie. Op mijn 18de leerde ik hier mijn latere echtgenoot Gilbert Beschuyt kennen en ben hier blijven hangen. Mijn man overleed 20 jaar geleden. In Geraardsbergen ken ik intussen niemand meer. Ik kom er ook nooit meer, ook al is het een prachtige streek. Maar ik wil niet meer uit Oostende weg. Je hebt hier alles. En Mariakerke vind ik heel plezant.”

Je raakte hier meteen in de politiek verzeild.

“Ik kom uit een socialistisch nest en was actief in de fanfare, het turnen… eigenlijk alles wat er bestond aan socialistisch verenigingsleven. In Oostende ging ik meteen naar de Noordstar, het volkshuis in de Jules Peurquaetstraat. Ik werd actief bij de Jongsocialisten en werd al van de eerste keer verkozen in de gemeenteraad, met meer stemmen dan iemand die toen schepen was.”

Hoe was het toen als vrouw in die mannenwereld?

“Ik werd geen schepen, want het was het schepenambt van de haven. ‘De haven is geen kelletje‘, hoor ik hen nog zeggen. Niet voor vrouwen dus. Ze hadden kunnen schuiven met de bevoegdheden, maar dat deden ze niet. Zelfs in mijn eigen partij waren er mensen, zoals Sebastiaan Boudolf, radicaal anti-vrouw. Je moest je dubbel zo hard bewijzen. Maar ik heb me dat nooit aangetrokken. Toen ik zes jaar later toch in het schepencollege kwam, had ik er geen last meer van.”

Wat waren jouw bevoegdheden in je zes jaar als schepen?

“Jeugd, Leefmilieu, het beheer van het stadspatrimonium en een stuk Financiën, maar ik heb vooral veel gedaan voor de Thermen. Er was sprake van om het Thermae Palace Hotel af te breken, maar dat heb ik kunnen verhinderen.

Zelfs in mijn partij waren sommigen radicaal anti-vrouw

Ik heb het toenmalige Thermaal Instituut gepromoot en bijvoorbeeld de hamman (stoombad, red.) weer geopend. Er is toen ook geprobeerd om het drinkwater van de Thermen, Oostende Thermal, te verkopen in Saoedi-Arabië. Maar het bleef bij de douane staan omdat het te zout was. Ze hadden nochtans eerder gezegd dat het oké was.”

Ik heb altijd gehoord dat dat water absoluut niet lekker was.

“Ik vond het niet slecht. En als statement had ik altijd een flesje Oostends water voor me staan op de gemeenteraad. Ook droeg ik zoveel mogelijk rode kleren.”

Waarom stopte je met politiek?

“Na de verkiezingen van 1982 werden we naar de oppositiebanken verwezen. Dat deed pijn. Je doet je best, stopt er tijd en geld in… Ik bleef nog zes jaar in de gemeenteraad, maar kwam in 1988 niet meer op. Het draaide toen niet goed in onze partij, er was te veel tegenkanting. Ik vond het niet aangenaam meer. Maar ik ben altijd blijven helpen bij de verkiezingen en met de komst van Johan Vande Lanotte en later John Crombez is dat weer opgeflakkerd. Ik help nog waar ik kan en ben ook actief bij S-Plus, de socialistische gepensioneerden.”

Waarom ging je later café Vrolijk België uitbaten?

“Een taverne! Café mocht je niet zeggen. Maar dat was een joke van mij (lacht). Het was natuurlijk een café. Ik had geen goesting meer om op een bureau te werken en wou weer onder de mensen komen. Ik was nochtans geslaagd voor een examen bij de stad, maar nam die job niet op omdat ik gemeenteraadslid werd. Van 1988 tot 2003 vulde ik er de glazen. Ik heb me altijd gejeund, maar opeens was het op. Ook omdat mijn man gestorven was.”

Wat voor café was het?

“Een echt stamcafé, met veel vaste klanten. We hadden een kaartersclub, een spaarkas, bingo-avonden… Mijn huidige vriend Willy werkte ook in het café. Aan het plafond en aan de muren hingen alle soorten hoofddeksels, wel meer dan 100, van alle beroepen die je maar kon denken. We lieten de collectie achter voor de volgende uitbaters, maar die hebben de hoofddeksels meteen weggenomen en verkocht.”

Welk leven zou je het liefst herdoen, de politiek of het café?

“De politiek. Dat gaat er nooit uit hé. Je leert er ook veel mensen kennen. Ik ben er trots op dat ik de eerste vrouw in het Oostendse schepencollege was. Gelukkig zijn er nu veel meer vrouwen in de politiek. Maar dat vrouwen voor vrouwen stemmen, vergeet dat maar! Anders zouden ze nog veel meer stemmen halen.”

Wie is Nicole Beschuyt-Walraevens?

Privé

Geboren in Geraardsbergen op 7 februari 1964. Woont in Oostende sinds 1964. Weduwe van Gilbert Beschuyt, overleden in 2000. Zoon Pascal, die in Zwitserland woont. Nu samen met Willy Dedoelder.

Loopbaan

Bediende bij de RMT. Gemeenteraadslid Oostende BSP/SP 1971-1988, schepen 1977-1982. Uitbaatster café Vrolijk België in de Aartshertogstraat 1988-2003.

Vrije tijd

Scrabblen, kaarten en fietsen. Actief bij S-Plus. En buiten coronatijd ook reizen en vrienden ontvangen.