Vicepremier Vincent Van Quickenborne openhartig: “Ik zie mijn vrouw liever dan ooit”

Vincent Van Quickenborne: “Ik laat me niet bang maken.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Wanneer zal het ooit stoppen? In Nederland is de vórige minister van Justitie opnieuw moeten onderduiken. Dat heeft me serieus doen schrikken.” Het is een strijdvaardige, maar ook kwetsbare Vincent Van Quickenborne (Open VLD) die voor het eerst openhartig praat over zijn ‘nieuwe’ leven. De liberale vicepremier en zijn gezin hebben hun ‘safehouse’ dan wel verlaten, hun vrijheid zijn ze kwijt…

In De Broeltorens, een café aan de verlaagde Leieboorden in het hart van Kortrijk. Ik ben een kwartier te vroeg op de afspraak. Twee Franstalige agenten in burger zijn de omgeving aan het uitkammen. Federale mannen. “Ook de lokale politie is al de hele ochtend aan het passeren”, zegt de cafébaas die zijn ogen uitkijkt.

Ik heb afgesproken met vicepremier Vincent Van Quickenborne, bevoegd voor justitie, wiens leven bedreigd wordt door de drugsmaffia. Stipt op het afgesproken uur komen twee zwarte wagens het plein opgedraaid. De liberaal stapt uit, vergezeld van opnieuw enkele bodyguards. De begroeting is onwennig. Ik betrap mezelf erop benauwd van links naar rechts te kijken. We trekken snel het café binnen en bestellen thee en koffie.

Het valt mij op dat de flamboyante politicus minder guitig oogt dan voorheen. De voorbije maanden hebben hem getekend, wellicht meer dan hij zal toegeven. Elke uitstap moet hij 24 uur op voorhand aanvragen, zelfs als hij naar de bakker wil. Elke stap die hij wil zetten, wordt uitvoerig gescreend. Een restaurantje doen met zijn vrouw is haast onmogelijk geworden. Zijn vrijheid, het hoogste goed van een liberaal, is hij kwijt. En hij niet alleen …

Ik ben onder de indruk van wat ik zie. Is dit nu uw leven, meneer Van Quickenborne?

“Jawel en het is heftig. Ik kan mijn werk doen, maar onze familiale situatie is lastig. Héél lastig. We hebben al twee keer moeten onderduiken in een safehouse. De eerste keer een week – in september, de tweede keer een maand – van half december tot half januari. Mijn dochter, die in het eerste studiejaar zit, heeft zelfs haar examens niet kunnen afleggen. (even stil) Het gewone leven zit er niet meer in. Vorige week kwam onze buurman vragen of de kinderen een wandeling wilden maken met zijn nieuwe hond. Dat bleek niet mogelijk, want dat moet op voorhand aangevraagd worden.”

Vragen uw vrouw en kinderen niet om te stoppen?

“Neen, integendeel. (enthousiast) Anouk, mijn vrouw, stuurt me motiverende berichten als ik het eens moeilijk heb. Zij geeft me de energie om strijdvaardig te blijven. Het is een ongelooflijk straffe vrouw. Ze had ook kunnen zeggen: ik ben weg, want ik wil dit niet. Ook de kinderen (Bo (6) en Scott (3), red.) blijven sterk, al besef ik dat het ooit kan keren. We gaan daarom preventief naar een kinderpsycholoog. (denkt na) De mens is sterk, maar tegelijk broos. Er kan een moment komen dat we breken. Ik ben me daar bewust van. Deze situatie kan heel lang duren. Wanneer zal het ooit stoppen? Ik dacht lange tijd dat de bedreigingen verbonden waren aan mijn functie en dat het na deze legislatuur voorbij zou zijn. Maar in Nederland is de vórige minister van Justitie onlangs opnieuw moeten onderduiken. Dat heeft me serieus doen schrikken. (benadrukt) Maar let op: ik ben niet moedeloos of depressief. Ik voel me vooral vastberaden en strijdvaardig.”

Zou deze periode u ook iets leren?

(knikt) “Je leert dingen relativeren en naar waarde schatten. Ik was al een vrij aanwezige vader, maar ik heb mijn kinderen nóg beter leren kennen. Samen ontbijten, knutselen, kerstversiering maken: dat zijn de mooiste momenten. Ondanks onze miserie voelen we veel verbondenheid met elkaar. Ik zie mijn vrouw liever dan ooit. Ze is nu opnieuw in verwachting. Halfweg mei mag ze bevallen van ons derde kindje. En neen, de baby is niet gemaakt in het safehouse.” (lacht)

Wat was het zwaarste moment van de voorbije weken?

“Geen familie kunnen zien op kerst. Geen ouders, geen schoonouders. Anderhalf jaar geleden – in september – ben ik mijn vader verloren. Op kerst kreeg ik foto’s doorgestuurd van mijn familie die samenzat – mijn moeder, mijn broers … (krop in de keel). Je wilt daarbij zijn. (zwijgt even) Een ander moeilijk moment was toen we net uit het safehouse kwamen. Dat was op maandag 9 januari. We waren amper thuis, of ik kreeg telefoon dat de drugsmaffia een kind had doodgeschoten in Antwerpen. Dat doet dan weer je eigen situatie relativeren.”

Is het zeker dat de dreiging uit het drugsmilieu komt?

“Het federaal parket zegt dat er duidelijke indicaties zijn. Dit is het gevolg van Justitie die zijn tanden toont tegen het narcoterrorisme. Het wil zeggen dat we de maffia op de zenuwen werken. Weet u wat voorlopig voor mij hét beeld van het jaar is? Het applaus in de straten van Italië toen maffiabaas Denaro opgepakt werd. De man was maar liefst dertig jaar voortvluchtig. Het toont aan dat we nooit mogen opgeven. We staan voor een lange en moeilijke strijd, maar we zullen die winnen.”

Intussen zijn er al zeven of zelfs meer toppolitici die voortdurend bewaking nodig hebben. Wat zou dat willen zeggen?

“Dat het gevaarlijk geworden is om aan politiek te doen. In mijn geval gaat het over de drugsmaffia, maar in veel andere gevallen gaat het om lone wolves. Dat zijn eenzaten die helemaal doorgedraaid zijn. (benadrukt) Ik maak me écht grote zorgen over de complottheorieën die welig tieren op het internet. Er zijn zelfs mensen in mijn directe omgeving – ernstige mensen – die daarin meegaan, hé. Over corona bijvoorbeeld: dat dat een complot zou zijn van de elite. Voor wie dat gelooft, is de stap naar gewapend verzet niet groot meer. Zie de steun die de voortvluchtige militair (Jürgen Conings, red.) kreeg, opgejaagd door Russische internettrollen. Dat baart me grote zorgen en terecht, volgens de veiligheidsdiensten.”

Zou onze democratie onder druk staan, denkt u?

(knikt) “De bestorming van het Capitool was geen toeval. We zullen moeten vechten voor onze democratie. Ik heb de voorbije weken veel gelezen over Winston Churchill. Ik zou iedereen het boek The Splendid and The Vile aanraden over het eerste oorlogsjaar. De moed waarmee die man zijn volk toesprak, ondanks alle problemen, is zo inspirerend. In moeilijke tijden komt het beste van de mens naar boven.”

© Christophe De Muynck

Wat is op politiek vlak voor u de uitdaging van het nieuwe jaar?

“De strijd tegen de drugsmaffia is uiteraard belangrijk. We zijn ons plan aan het uitvoeren om hun verdienmodel te breken. Maar ik wil iets anders noemen als grootste uitdaging voor dit jaar: verder komaf maken met de straffeloosheid. Wij hebben al beslist om ook alle korte straffen onder de drie jaar uit te voeren. Omdat dat botst met de overbevolking in onze gevangenissen, wil ik vijftien kleinschalige detentiehuizen openen. Helaas is de weerstand daartegen heel groot.”

Waarom is dat zo?

“Iedereen is tegen straffeloosheid, maar niemand wil het oplossen. Doe het in een andere gemeente, krijg ik overal te horen. (windt zich op) En wie staat telkens op de eerste rij om te betogen? Vlaams Belang. On-ge-loof-lijk! Maar in het parlement roepen ze wel heel de tijd dat iedereen zijn straf moet uitzitten. Waar zouden zij dan die extra plekken creëren? Op de Maan? Ik wil de mensen overtuigen van de meerwaarde van deze detentiehuizen.”

In kader van de strijd tegen drugs wil u ook de boetes voor gebruikers verhogen tot 1.000 euro. Volgens experten zal u hiermee vooral verslaafden dieper de put induwen.

(feller) “Sorry, maar zij hebben het voorstel niet goed begrepen. Wie verslaafd is en betrapt wordt, wordt nu al in een traject van hulpverlening geplaatst. Dat zal niet veranderen. We willen de bedragen verhogen omdat we vinden dat een boete ook moet afschrikken. Vandaag is de boete 150 euro, terwijl een gram cocaïne 50 euro kost. Denkt u dat dat iemand afschrikt?”

Intussen pleit uw partij voor de legalisering van softdrugs. Vindt u dat niet tegenstrijdig met uw beleid?

“Neen, absoluut niet. Je moet het onderscheid maken tussen softdrugs en harddrugs. Het probleem waar wij voor staan, heeft niets te maken met cannabis.”

U was nochtans geen voorstander van legalisering?

“Neen, dat klopt. Ik geef dat toe. Maar mijn partij staat wel helemaal achter de strijd die ik aan het voeren ben. Ik voel alleen maar steun.”

Dat cocaïne ook in politieke kringen populair is, zegt Bart De Wever (N-VA). Is dat zo?

“Hij beweert dat, maar ik heb het nog niet gezien. U zou deze vraag dus beter aan hem stellen.”

U staat voor nóg een zware uitdaging: Olivier Vandecasteele vrij krijgen uit de Iraanse gevangenis zoals u beloofd hebt. Waarom hebt u deze dure belofte gemaakt?

“Omdat ik de familie een duidelijk signaal wou geven. We gaan álles doen om die man vrij te krijgen. Ik heb dat ook binnen de regering gezegd. (stil) Je kan je toch niet voorstellen wat hij aan het meemaken is? Al meer dan 300 dagen door een hel gaan. Veroordeeld zijn voor iets wat je niet gedaan hebt. Een straf krijgen van 40 jaar cel en 74 zweepslagen. Dat zijn middeleeuwse toestanden. Ik heb me daarom ook zo kwaad gemaakt op de oppositie in het parlement.”

U bedoelt op Theo Francken (N-VA) die niet wil weten van een gevangenenruil?

(onverstoord) “Ik ga geen namen noemen, maar ik vind het ongelooflijk dat men meer bezig lijkt met het lot van een vermeende diplomaat in onze gevangenis dan met het lot van één van ónze mensen. (windt zich op) Wij hebben verdorie de plicht om onze landgenoten te helpen. Maar wat zegt de oppositie? Eigen schuld, dikke bult. Hoe dúrven ze? Hoe dúrven ze dat te zeggen aan die familie?”

Is uw belofte ergens op gebaseerd? Hadja Lahbib, minister van Buitenlandse Zaken, liet al noteren dat we amper instrumenten in handen hebben.

“U mag deze vraag stellen, maar ik kan daar niet op ingaan. Dat zou te delicaat zijn. Ik kan alleen maar zeggen dat we álles gaan doen wat we kunnen, uiteraard binnen de grenzen van de grondwet. Het wordt moeilijk, het lijkt misschien zelfs quasi onmogelijk, maar ik heb al nog voor hete vuren gestaan.”

© Christophe De Muynck

Ik vind het mooi hoe groot de solidariteit is voor de man. Zelfs de basisschool van mijn gemeente Koekelare heeft een actie opgezet om de ouders te steunen.

(knikt) “Overal, inderdaad. Voka had op een receptie in Roeselare zijn zus Nathalie uitgenodigd. Zij kreeg een staande ovatie van meer dan duizend mensen. Ook in Kortrijk is de solidariteit groot. Weet u hoe dat komt? Omdat Olivier de broer van iedereen zou kunnen zijn. De familie Vandecasteele is trouwens afkomstig van Aalbeke. Zijn neef ken ik goed: Christophe Vandecasteele.”

Weet onze regering eigenlijk officieel waarvan hij beschuldigd wordt?

“Neen. Wij hebben de Iraanse ambassadeur ontboden en zelfs hij wist van niets. We hebben de Iraanse staatsmedia moeten lezen om zijn straf te weten te komen. Iran is geen democratie, hé. (stil) Dat doet opnieuw mijn eigen situatie relativeren. Voor die man telt elke minuut, elke seconde. We moeten, neen, we zúllen hem vrij krijgen.”

U staat voor een hels jaar. En dan wordt u ook nog eens vijftig in augustus.

(grijnst) “Ik heb aan koningin Mathilde gezegd dat alle goeie 50 worden dit jaar. Ik ben eigenlijk niet zo bezig met verjaardagen. Ik voel me nog maar 25. Dat kan ook moeilijk anders als je thuis nog naar Barbapapa en Peppa Big kijkt. (lacht) Weet u: toen ik minister werd, kon ik kiezen tussen Binnenlandse Zaken en Justitie. Ik heb heel bewust voor het laatste gekozen, omdat ik wist dat de uitdagingen hels zouden zijn. Het zijn de moeilijkste dossiers die mij de meeste energie geven.”

Had u dezelfde keuze gemaakt, als u toen had geweten dat u uw vrijheid zou verliezen?

(fors) “Absoluut, zonder enige twijfel. Ik laat me niet bang maken.”