“N-VA ziet ons als achterlijke provincie die achterlijk moet blijven”: West-Vlaamse parlementairen over het manco van de regering-De Wever


“Het is ondenkbaar dat er opnieuw géén West-Vlaamse N-VA-minister komt.” Dat zei provinciaal kopstuk Sander Loones vlak na de verkiezingen in juni, maar kijk: het ondenkbare is gebeurd. De regering-De Wever telt zelfs geen enkele West-Vlaming. Wij gingen in het federaal parlement bij vriend en vijand horen wat zij van dat manco vinden…
Stemmen uit de meerderheid
Maaike De Vreese (N-VA): “Jullie mogen gerust zijn”
Eerst en vooral laten we Maaike De Vreese reageren. Zij onderhandelde mee aan het regeerakkoord én werd ook genoemd als mogelijk minister. Maar uiteindelijk ging die eer naar de Gentse Anneleen Van Bossuyt… “Van mijn West-Vlaamse achterban heb ik hier veel berichten over gekregen”, geeft de Brugse volksvertegenwoordiger toe. “Ook ik vind het jammer dat er geen West-Vlaming in de regering zit, maar ik snap dat de post uiteindelijk naar Anneleen ging. Dat respect verdiende zij.” Voor De Vreese is het manco een kans om haar taak als volksvertegenwoordiger nóg beter op te nemen. “Ik zal dubbel zo hard kloppen op de deuren van onze eigen ministers om de West-Vlaamse dossiers op tafel te leggen. In onze partij zal West-Vlaanderen zeker niet vergeten worden, jullie mogen gerust zijn.”
Axel Weydts (Vooruit): “We kunnen veel doen”
Voor Axel Weydts vormt de hele situatie niet zo’n groot probleem. “Het is niet omdat er geen West-Vlaamse minister is, dan onze provincie niet vertegenwoordigd zal worden hé. Ik kan alvast voor de drie West-Vlaamse Kamerleden van Vooruit spreken als ik zeg dat wij de vinger aan de pols zullen houden. Het is onze taak om de regering te controleren, en er dus ook voor te zorgen dat er met een hart voor West-Vlaanderen beslissingen worden gemaakt”, benadrukt de Kortrijkzaan. “Geloof mij, we kunnen veel doen vanuit onze positie.”
Nathalie Muylle (CD&V): “Het wordt lastiger”
“In de Vlaamse regering wordt onze provincie wél goed vertegenwoordigd, nu is dat helaas anders gelopen en dat is jammer”, reageert de Roeselaarse Nathalie Muylle. Zij zetelt al 20 jaar in het federaal parlement en is zelf ex-minister. “Het zal aan ons zijn – als West-Vlaamse Kamerleden – om de prioriteiten van onze provincie op de agenda te zetten. In het regeerakkoord hebben we dit met onze partij trouwens ook heel hard gedaan hé, kijk naar de erkenning van de MUG-heli, de aanpak voor het huisartsentekort dat grote delen van onze provincie treft… Het wordt lastiger, maar wij zullen ervoor te zorgen dat de West-Vlaming niet in de kou blijft staan.”
Stemmen uit de oppositie
Wouter Vermeersch (Vlaams Belang): “Niks anders verwacht van De Wever”
Wouter Vermeersch betreurt het ontbreken van een West-Vlaamse Arizona-minister enorm. “West-Vlaanderen wordt al lang achtergesteld in Brussel, terwijl er belangrijke hefbomen voor onze provincie op federaal niveau liggen. Denk maar aan het gebrek aan openbaar vervoer, de specifieke uitdaging van transmigratie… Het is voor ons veel gemakkelijker om dergelijke problematieken aan te kaarten als je een minister hebt die deze begrijpt, die daar voeling mee heeft”, meent de Kortrijkzaan. “Net zoals er gelet moet worden op gendergelijkheid, zou er ook moeten gelet worden op geografische gelijkheid binnen een regering. Maar goed, van Bart De Wever had ik niks anders verwacht. Enkel de ‘Vlaamse ruit’ telt voor hem, dat zagen we vorige jaren ook aan zijn investeringen, en nu is het weer zo. West-Vlaanderen en Limburg zullen er steeds buiten vallen.”
Matti Vandemaele (Groen): “Zal sowieso een negatieve impact hebben”
Groen-kamerlid Matti Vandemaele wijst met beschuldigende vinger naar N-VA voor het gebrek aan een West-Vlaamse minister. Volgens hem had Maaike De Vreese het gezicht van onze provincie in de federale regering moeten zijn. “Met haar hadden ze een specialist ter zake die alle onderhandelingen heeft gedaan voor Asiel en Migratie, en dan kiezen ze toch voor een Gentse. Het bewijst nog maar eens dat De Wever ons een vervelende, lastige provincie vindt waar hij liefst zo weinig mogelijk mee te maken wil hebben”, klinkt het scherp bij de Kortrijkzaan. Dat hij als parlementslid dat gemis zal proberen te compenseren, staat vast. “Maar we moeten er niet flauw over doen, dit zal sowieso een negatieve impact hebben. Een minister kan de belangen van een provincie altijd beter behartigen. Er zullen kansen blijven liggen, dat is zeker.”
Natalie Eggermont (PVDA): “Het ziet er niet goed uit voor de hardwerkende West-Vlaming”
De provinciale ongelijkheid is een grote bezorgdheid voor de Kortrijkse Natalie Eggermont. “Ministers moeten niet lobbyen voor hun provincie hé, maar het is wel belangrijk dat elke Belg vertegenwoordig wordt. West-Vlamingen hebben nu al het gevoel dat ze niet worden gehoord: denk maar aan de vele boeren in onze provincie, de havenproblematieken en de duizenden dorpelingen die alle dienstverlening zien wegvallen. Dat gevoel zal nu enkel versterkt worden. De regering zal moeten bewijzen dat ze oog hebben voor elke provincie, maar als ik mag afgaan op het regeerakkoord ziet het er alleszins al niet zo goed uit voor de hardwerkende West-Vlaming.”
Vincent Van Quickenborne (Open VLD): “Achterlijke provincie die achterlijk moet blijven”
“West-Vlaanderen is de periferie hé voor N-VA, zij zien ons als een achterlijke provincie die achterlijk moet blijven”, zo omschrijft gewezen minister van Justitie Vincent Van Quickenborne de zogenaamde onwil van Bart De Wever om een West-Vlaamse minister te benoemen. “Ze hebben gewoon Dedecker (Jean-Marie, red.) gebruikt om stemmen te ronselen, De Vreese (Maaike, red.) aan de kant gezet… eigenlijk heel sneu voor de West-Vlaamse N-VA’ers.” Dat deze ‘provinciale uitsluiting’ een slechte zaak is, staat volgens Van Quickenborne buiten kijf. “Kijk naar Limburg, die ministers trekken altijd aan hetzelfde zeel en boeken zo echt resultaten voor hun provincie. Wie zal zich richten tot de NMBS, om de slechte treinverbinding in West-Vlaanderen aan de kaak te stellen? Bij wie moeten Unizo en Voka aankloppen? We zullen keer op keer vergeten worden. Ik heb als minister altijd goed gezorgd voor onze provincie, en zal dat als federaal parlementslid uiteraard blijven doen. Mijn impact vanuit die rol is natuurlijk een pak kleiner, maar als ex-minister ken ik gelukkig mijn weg.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier