Melissa Depraetere wil haatspraak tegen holebi’s sneller voor de correctionele rechter

© BELGA
Redactie KW

Tussen 2017 en 2021 zijn 282 dossiers van homofobie ingediend bij de parketten in België. Daarvan waren er 14 in West-Vlaanderen. “Maar dat is slecht een topje van de ijsberg”, weet federaal volksvertegenwoordiger Melissa Depraetere (Vooruit) op de Internationale Dag Tegen Holebifobie en Transfobie (IDAHOT). Ze wil dat ook haatspraak op sociale media sneller voor de correctionele rechtbank komt. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) maakte vandaag bekend dat hij werkt aan een verstrengde wetgeving.

De fractieleider in de kamer vroeg de cijfers op bij minister van Justitie Van Quickenborne (Open VLD). Het gaat veelal over gevallen van opzettelijke slagen en verwondingen. Melissa Depraetere wil onder meer dat haatspraak die oproept tot geweld via social media sneller voor de correctionele rechtbank kan komen, zoals bij racisme het geval is.

De afgelopen vijf jaar werden 282 dossiers van homofobie aanhangig gemaakt bij het parket. Het gaat daarbij vooral over opzettelijke slagen en verwondingen. Dat is doorgaans sneller vast te stellen waardoor vervolging mogelijk is. Beledigingen en belagingen, met andere woorden haatspraak waar de gemeenschap heel vaak mee te maken krijgt, worden moeilijker voor de rechtbank beslecht.

Persmisdrijf

Dat komt onder meer omdat ‘geschreven’ haatspraak als ‘persmisdrijf’ moet worden berecht. Dat wil zeggen door het Hof van Assisen. Dat duurt jarenlang waardoor men er meestal gewoon niet aan begint. In de praktijk betekent dat dus straffeloosheid.

Enkel in het geval van racisme kan haatspraak naar de correctionele rechtbank. Vooruit wil dat ook homohaat door de correctionele rechtbank kan worden berecht. “Aanzetten tot geweld en haatspraak tegen de LGBTQIA-gemeenschap is niets anders dan omwille van huidskleur”, zegt Depraetere. Ze wijst daarmee fijntjes naar het regeerakkoord dat stelt dat de ongelijke vervolging van verschillende soorten haatmisdrijven weggewerkt moet worden.

Topje van de ijsberg

Depraetere wijst er ook op dat de cijfers een forse onderschatting zijn. Magistraten moeten ook in het bestaande systeem zelf controleren of het homofoob motief werd toegevoegd aan een dossier. Daardoor kunnen cijfers een onderschatting zijn ten opzichte van de realiteit als die controle niet systematisch gebeurt. De vermelding van de context van de haatspraak en geweld hangt ook af van de verklaringen in het politiekantoor. In de meeste gevallen weten we ook dat slachtoffers vaak beslissen geen klacht in te dienen. Op dit moment brengt een “Veiligheidmonitor” in kaart hoe groot het “dark number” is. Half 2022 verwachten we de resultaten daarvan.

“Je kan pas echt gedegen beleid voeren tegen homohaat als we als overheid een duidelijk zicht hebben op enerzijds het aantal geweldsdelicten, en anderzijds de evolutie in meldingen van homohaat en aangiften van delicten”, besluit Depraetere.

Verstrengde wetgeving

Minister Vincent Van Quickenborne wijst op een verstrengde wetgeving waar de regering aan werkt. In een nieuw wetsontwerp dat op 1 april door de ministerraad is goedgekeurd, worden naast seksuele geaardheid en geslachtsverandering ook genderidentiteit en genderexpressie als discriminatiegrond toegevoegd. Bovendien zal dit voortaan als verzwarende factor gelden voor alle misdrijven in het strafwetboek. Iemand die bedreigingen uit naar een holebikoppel dat hand in hand loopt op straat, zal strenger gestraft kunnen worden.

In een wetsontwerp van minister Van Quickenborne is voorzien dat een dergelijke discriminerende drijfveer voortaan als verzwarende factor zal kunnen gelden bij alle misdrijven in het strafwetboek. Dit houdt in dat de rechter in deze gevallen, waarbij sprake is van discriminerende drijfveer, zwaardere straffen kan opleggen.

Bovendien krijgt het begrip ‘discriminerende drijfveer’ een modernere, meer volledige invulling. Waar momenteel geslacht, seksuele geaardheid of geslachtsverandering zijn opgenomen als discriminerende drijfveer, worden ook genderidentiteit en genderexpressie toegevoegd. Zo worden meer situaties gedekt en worden slachtoffers beter beschermd.

Seksueel strafrecht

Deze hervormingen werden reeds doorgevoerd in het nieuw seksueel strafrecht. Het wetsontwerp van minister Van Quickenborne dat dit uitbreidt naar het volledige strafwetboek, is op 1 april 2022 door de ministerraad goedgekeurd en werd voorgelegd aan de Raad van State. Hierna zal het ingediend worden in het parlement.

Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie: “In een vrije samenleving moet je onbezorgd kunnen zijn wie je bent. Nog te vaak krijgen mensen uit de LGBTQI+ gemeenschap te maken met intimidatie op straat, pesterijen en discriminatie. Ze hebben schrik om hand in hand te lopen met hun partner of om zich te kleden hoe ze dat zelf willen. Dat is onaanvaardbaar in een vrije samenleving. Rechters moeten in deze gevallen strenger kunnen optreden ter bescherming van de LGBTQI+ gemeenschap.”

Sarah Schlitz, staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit: “In de strijd tegen LGBTQI-fobie moeten we niet enkel inzetten op bewustmaking, maar ook de daders vervolgen. Elke vorm van geweld tegen de LGBTQI+ community is onaanvaardbaar en moet worden vervolgd. Ik ben heel blij dat de minister van Justitie de nodige stappen onderneemt om van ons land een open-minded en veilige plaats te maken waar geweld en discriminatie niet ongestraft blijven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier