Melissa Depraetere (vooruit) viert de dag van de arbeid: “1 mei gaat over koopkracht, niet over Molenbeek”

© CM
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“1 mei gaat over koopkracht, niet over Molenbeek.” Aan het woord is Vooruit-boegbeeld Melissa Depraetere. De West-Vlaamse socialiste slaat op tafel voor een échte vermogenswinstbelasting. “Genoeg crisismaatregelen, het is tijd voor een grondige hervorming.” Depraetere eist dat de liberale coalitiepartners kleur bekennen.

Het is dinsdag als we afspraak hebben met Melissa Depraetere. Amper 29 is de enthousiaste Harelbeekse en al federaal fractieleider van Vooruit. In Humo is zonet een explosieve titel verschenen boven een interview met haar voorzitter Conner Rousseau.

Dat hij zich niet in België voelt als hij in Molenbeek rijdt, liet hij noteren. Een uitspraak die op applaus onthaald wordt in rechtse kringen, maar op striemende kritiek botst in linkse, socialistische middens. Depraetere haalt haar schouders op.

“Conner zou Conner niet zijn als hij zijn gedacht niet zegt. Het gaat over integratie en taal. Waarom zouden we daarover zwijgen? Er zijn daar nu eenmaal veel kinderen en ouders die de taal niet spreken. Dat is niet altijd hun fout, maar het is wel een probleem voor hun integratie. Ook de overheid moet beter doen.”

Voelt u zich in België als u in Molenbeek rijdt?

“Eerlijk: ik kom nooit in Molenbeek, ik kan dat dus niet zeggen. Het is misschien een provocerende uitspraak van Conner, maar het is de boodschap die telt: taal is essentieel voor de integratie. Als je wil dat kinderen eerlijke kansen krijgen in het onderwijs, als je wil dat mensen eerlijke kansen krijgen op de arbeidsmarkt, dan moeten ze de taal spreken. Dit debat moet gevoerd worden.”

Is het niet vreemd dat het daarover gaat in aanloop naar 1 mei?

(stellig) “Laat me duidelijk zijn: voor ons gaat 1 mei over koopkracht, niet over Molenbeek. Natuurlijk: als er zo’n titel verschijnt, dan weet je dat het debat verschuift. Maar wees gerust: de komende dagen zal het over koopkracht gaan, dat is waar de mensen van wakker liggen. (op dreef) We zitten echt in een koopkrachtcrisis. Veel mensen, en niet alleen de laagste inkomens, krijgen hun facturen niet meer betaald. Het is goed dat de regering al ferm geïnvesteerd heeft om de koopkracht te beschermen.”

Amper iemand merkt daar iets van.

“Ja, omdat de facturen blijven stijgen door de opeenstapeling van crisissen. Maar oké: het is inderdaad tijd om het debat breder te trekken. We hebben al drie keer een pakket beslist aan energiemaatregelen. Van zodra die uitgevoerd werden, waren ze alweer achterhaald omdat de prijzen blijven stijgen. Je kan dat niet blijven doen. Het is tijd om naar de andere kant te kijken. Als we de koopkracht duurzaam willen beschermen, hebben we extra inkomsten nodig. En het goede nieuws is: er is geld.”

De één procent rijkste Belgen bezitten 24 procent van alle rijkdom, zo blijkt uit nieuw onderzoek.

(pikt in) “Voilà. Dat is toch om gek van te worden? Dat is wat niet klopt en dat moeten we nú aanpakken. Genoeg naar de consument gekeken, genoeg crisismaatregelen, het is tijd voor een grondige hervorming.”

Wat wil u doen?

“Het geld halen waar het zit. En ik spreek niet over een tijdelijke taks, maar over een permanente taks op de woekerwinsten uit vermogen. Er zijn twee pistes die onderzocht moeten worden. Eén: de grote bedrijven. Zij hebben het voorbije jaar grote winsten geboekt. De lonen van hun ceo’s zijn met veertien procent gestegen. Dat gaat over gigantische bedragen. En twee: de één procent rijksten. Als we hen iets meer belasten, dan kunnen we de covidfactuur betalen. Zij zouden daar trouwens niets van voelen, zo blijkt ook uit onderzoek.”

Dit klinkt leuk in aanloop naar 1 mei, maar zal u ook effectief iets doen?

(fel) “Já, dit is geen praatje, hé. Dit moet op de regeringstafel komen. Dit moet vervat zitten in de grote fiscale hervorming waar Vincent Van Peteghem (Financiënminister, CD&V, red.) aan werkt. Wat mij betreft, mag hij ook wat sneller gaan. Ik hoop dat zijn plan deze zomer klaar is.”

U bent niet de enige die de grote vermogens meer wil belasten. Waarom blijkt het in de praktijk zo moeilijk?

“Omdat er geen politieke wil is. Daarom. Zo simpel is het.”

Iets in mij zegt dat MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez ook uw voorstel van tafel zal vegen.

“Ik ga niet ontkennen dat fiscaliteit een moeilijk hoofdstuk is voor de Vivaldi-regering. Maar de liberalen moeten toch eens nadenken. Wat willen zij eigenlijk? Gaan ze voortdurend crisismaatregelen nemen? Of gaan ze het geld eindelijk halen waar het zit? De liberale premier van Nederland heeft het wel al begrepen: hij zal de grote bedrijven meer belasten. Ik hoop dat onze premier daar een voorbeeld aan neemt.”

De vakbonden willen komaf maken met de loonwet van 1996. Deze bepaalt dat onze lonen niet meer mogen stijgen dan de lonen in de buurlanden. Volgt u hen?

“Wij zorgen er al voor dat de lonen geïndexeerd blijven. Dat is één iets. Willen we ook de loonwet in de toekomst aanpassen? Ja, natuurlijk! Helaas hebben we dit strijdpunt niet in het regeerakkoord gekregen. Dat is eigen aan een compromis. Je kan niet alles binnenhalen.”

Een nieuwe vermogensbelasting staat ook niet in het regeerakkoord.

“Er staat wel in dat de grote vermogens eerlijker moeten bijdragen. Er is al een effectentaks die elk jaar 400 miljoen euro opbrengt, maar dat is niet genoeg.”

Wat vindt u van het voorstel van de PVDA om de brandstofprijzen te blokkeren op 1,4 euro?

(zucht) “Dat lijkt me vooral een flauwe poging om te bewijzen dat ze nog linkser zijn dan wij. We hebben de accijnzen al verlaagd met 17 cent per liter. Dat was het meest haalbare op dat moment. De PVDA zou dat beter steunen. Maar wat doen ze? Telkens weer met kleine voorstellen komen die niet gefinancierd zijn en soms zelfs niet mogelijk volgens Europese regels. Dat is spijtig. Wat bereiken ze daarmee? Niets. Helemaal niets.”

Is het politieke veld niet naar links aan het opschuiven onder invloed van de PVDA, zoals Raoul Hedebouw in De Zondag zei?

“Maar neen. Zie de peilingen: de rechtse partijen halen een absolute meerderheid in Vlaanderen. Of denkt hij echt dat Vlaams Belang zo sociaal is? Vergeet het maar. Als puntje bij paaltje komt, stemmen zij tegen sociale maatregelen.”

Wat vond u van de heisa in Franstalige België over het debat van Bouchez met Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken?

“Het was de eerste keer dat een Franstalige voorzitter zoiets deed. Ik kan me dus goed voorstellen dat daarover commotie ontstaat. In Vlaanderen is het debat met Vlaams Belang normaal geworden.”

Ik vind het belangrijk om in debat te gaan met Vlaams Belang. Hen doodzwijgen heeft niet gewerkt, hé

“Ik heb het ook al gedaan. Ik vind het zelfs belangrijk om in debat te gaan met de extreme partijen. Hen doodzwijgen was jarenlang onze tactiek, maar dat heeft ook niet gewerkt, hé.”

De tactiek van nu, wél met hen praten, lijkt ook niet te werken.

“Maar je kan tenminste wel op de verschillen wijzen als je in debat gaat. Je kan hun eenvoudige slogans ontkrachten. Je kan wijzen op hun houding tegenover Rusland. Als je niet in debat gaat, geef je hen alle ruimte om fake news te brengen.”

Dat PS-voorzitter Paul Magnette het cordon sanitaire wil herbevestigen, vindt u dan geen goede zaak?

“Het cordon is slechts een symbool, een makkelijke oplossing. Wil ik daarom samenwerken met Vlaams Belang? Zéker niet. Maar ik heb geen cordon nodig om te weten dat ik niet kan samenwerken met een partij die op de koffie gaat bij dictators zoals Assad. Het gevaar van het cordon is dat we niet meer uitleggen waarom we niet kunnen samenwerken. Het is door hun gedrag dat ze zich buitenspel zetten.”

Terug naar 1 mei. Wat zijn uw plannen?

“Een hele reeks evenementen in de regio: Deerlijk, Harelbeke, Ingelmunster, Kortrijk, Spiere-Helkijn, Wevelgem, noem maar op. Een toespraak geven, lokale afdelingen bezoeken, onze boodschap in de verf zetten. Ik kijk er heel erg naar uit. We gaan trouwens een grote optocht doen in Harelbeke.”

Had u eigenlijk niet op huwelijksreis moeten zijn?

(lacht) “Neen, daar is geen tijd voor in de drukste week van het jaar. We zijn in de paasvakantie wel enkele dagen naar Porto geweest. Dat was ook fijn. Dat was vlak voor onze trouw. We hebben ons feest gehouden op paaszaterdag. Ik was al blij met de extra dag vakantie op paasmaandag. (lacht) Het was heel leuk om nog eens te kunnen feesten met iedereen die we graag zien.”

Ik ga even nieuwsgierig zijn. Wat was de openingsdans?

“De akoestische versie van Crazy in Love van Beyoncé. Het is een nummer dat ik altijd met vriendinnen begin te zingen, als we te veel shotjes binnen hebben. Heel mooi, maar het bewijst ook dat we de dans niet te serieus namen.” (lacht)

Uw man Kenneth werkt ook voor de partij. Wil dat zeggen dat jullie dag en nacht met politiek bezig zijn?

“Ja, of toch veel. Dat is ook logisch. Hij is wellicht nog meer bezeten dan ik. Ik probeer af en toe een uur afstand te nemen van mijn telefoon. Hij kan dat niet. Hij zou me zelfs wakker maken voor politiek nieuws.” (lacht)

U wordt volgende maand dertig. U staat verder dan Johan Vande Lanotte en John Crombez op die leeftijd. Beseft u dat?

“Ja, maar zij zijn later aan hun politieke carrière begonnen, hé. Het gaat natuurlijk snel, ik voel dat ook. Het grote voordeel is dat ik met een frisse blik kan kijken naar de politiek. Ik heb geen voorgeschiedenis. Ik kom uit een arbeidersgezin. Mijn ouders waren niet geïnteresseerd in politiek. En nog altijd niet, denk ik. Ze vinden het vooral belangrijk dat ik opkom voor arbeiders. Dat is ook wat ik wil doen. Het is daarom dat ik zo bezig ben met thema’s zoals koopkracht en de schuldindustrie.”

Was dit de carrière die u wou toen u voor Politieke Wetenschappen koos?

“Neen, ik had geen carrièrepad voor ogen. Tot drie jaar geleden dacht ik dat ik louter lokaal aan politiek zou doen. Het is dankzij de grote vernieuwingsoperatie van John Crombez dat jonge mensen zoals ik in het parlement konden komen. Dat was een gedurfde, maar achteraf gezien sterke keuze van hem.”

U hebt intussen uw schepenambt in Harelbeke opgegeven.

“Omdat het niet combineerbaar zou zijn. Ik doe liever één iets goed dan twee dingen half. Ik denk dat de mensen dat ook waarderen. Maar ik heb zeker nog ambities in Harelbeke. Ik hoop hier ooit een mandaat op te nemen.”

Hoe kijkt u naar het fusiedebat? Is dat ook in Harelbeke, een gemeente van 28.000 inwoners, een item?

“Neen, voorlopig niet. Er zijn weinig lokale politici die staan te springen om te fusioneren. Maar het begint wel te leven, dat voel je. Je kan het debat niet blijven ontlopen. Kleinere gemeenten moeten opschalen als ze efficiënter willen werken. Meer doen voor je burgers aan een lagere kostprijs: dat moet de bedoeling zijn. En dat kan: dat bewijzen de brandweer- en politiezones. Het is logisch dat ook de lokale besturen deze trend volgen. Dus ja, ook Harelbeke zal deze oefening moeten maken.”

Naar welke buren kijkt u?

“Dat is te vroeg om te zeggen. Als we fusioneren, moet het vooral logisch zijn. We mogen niet de fout maken van Mechelen en Boortmeerbeek. Dat was een onlogische fusie die vooral de twee liberale partijen goed uitkwam. Het mag niet over de postjes gaan. Anders is het gedoemd om te mislukken. (denkt na) Weet je wat misschien beter zou zijn? Dat deze oefening in een eerste fase gemaakt wordt door mensen die niet in de politiek zitten. Dat zou het debat wegtrekken van de postjes.”

Wat ik bedenk na die hele heisa: wordt een fusie niet beter gekoppeld aan een referendum onder de inwoners?

“Misschien wel, ja. Dat is misschien wel een goed idee. Het lijkt me inderdaad belangrijk dat burgers hierin betrokken worden. Een fusie gaat ook over emoties.”

Voilà, werk aan de winkel voor u.

“Ik zit helaas in het foute parlement hiervoor. Maar ik zal het doorgeven aan mijn collega’s.” (lacht)

(PC)